Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WEKROEP VAN PASCHEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WEKROEP VAN PASCHEN

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

Ephese 5 : H: Daarom zegt Hij. Ontwaak, sta uit de dooden. gij .die slaapt en

Een bevreemdende oproep, zoo zeiden wij. En toch, ze wordt niet voor het eerst gesteld. Deze oproep is eisch der Goddelijke waarheid.

En wij vergeten niet, dat het slapen en dood-zijn des zondaars een zeer bijzonder karakter draagt. De mensch is daarin geen stok of blok geworden, maar redelijk-zedelijk schepsel gebleven, die aangesproken kan worden. Daar is de stem van het geweten, en de algemeene verlichting des Geestes. Ik heb het daarmee niet over een of ander aanknoopingspunt. maar over het aanspreekbare van den mensch.

Daar komt nog iets bij.

De Heere vraagt aan den profeet Ezechiël: menschenkind, zullen deze beenderen weder levend worden? En hij zeide: Heere HEERE, Gij weet het!

De profeet zegt niet: neen, Heere dat kan niet, maar Gij weet het Heere, en zijn ziel is als samengeperst, hij geeft zich lucht in dit: Heere HEERE. Gij weet het! Hij is bereid gemaakt te profeteeren tegen de doodsbeenderen. Die doode beenderen, verspreid aan den mond des grafs. De wereld spot ermee, menigeen zegt: Ik spreek tot dié dorre doodsbeenderen geen woord, het is ijdel werk. Maar God neemt het ernstig met dezen wekroep. En wij bedenken: het heeft Gode behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken die gelooven. * *

Die aanspraak is verantwoord. In den beginnen was het Woord. Ziehier de aanspraak. Toen was er óók geen leven. Het Woord ging aan het leven vooraf en was er de Schepper van. Ja, wij zijn medearbeiders van Hem, die de dingen die niet zijn, roept alsof zij waren. In hetzelve (Woord) was het leven en het leven was het licht der menschen. Ja, de wekroep van Paschen is volkomen verantwoord.

Daarom zegt Hij: ontwaak gij die slaapt en sta op uit de dooden.

Volkomen verantwoord is de wekroep, zoowel tot dooden als slapenden. Een wekroep tot de onbekeerden, van allerlei slag, als tot Gods kinderen.

Zie, de zon der gerechtigheid is opgegaan. De dag des heils is aangebroken. Nu is het de welaangename tijd, nu is het de dag der zaligheid en daarom, naar het Woord des Heeren: de gelegenheid des tijds en de ure, dat zij uit den slaap opwaken. De nacht is voorbijgegaan en de dag is aangebroken. Het is dag, hoog dag. Wij zien reeds de schaduwen van den avond... de.hemel wordt al rood gekleurd, deze Zon der Gerechtigheid gaat niet onder, maar de wereld verliest haar licht en wordt in duisternis gehuld, want de sterren zullen van den hemel vallen en de maan wordt bloed en de zon wordt verduisterd.

Neem den dag waar! Ontwaakt... gij die slaapt en sta op uit de dooden. Deze wekroep is verantwoord de opdracht Gods. vanwege

Wie beval dit spreken? Profeteer menschenkind! God staat er achter. En als Hij opdracht geeft is 't genoeg, of wij dan tot levenden of dooden moeten spreken, tot slapenden of wakenden, het doet er niet toe.

Jeremia werd moedeloos, schijnbaar zijn kracht nutteloos toebrengend, en hij zeide in arrenmoede, ik zal in zijnen naam niet meer spreken. Maar het werd als een vuur in zijn binnenste. En... hij getuigde opnieuw. Indien wij Hem moeten verkondigen mede als Rechter van levenden en dooden, dan is de opdracht voldoende om gehoorzaamheid te vorderen. Hij is het toch, die geeft bekeering en vergeving der zonden. Wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig en het niet doe zooals de opdracht luidt.

Verantwoord als wekroep van Paschen. Nu het Paschen is geweest weerklinkt het woord des levens van den Overwinnaar des doods. De zon staat hoog aan den hemel, ja, het is ver over den middag heen, en gij slaapt! Gij. gij slaapt!!? ?

Hebt gij last van het licht? Wij zijn bezig de gordijnen open te schuiven, met de verzuchting, geef Heere, dat ze door de werking van het licht ontwaken, opstaan uit de dooden. Als iemand ligt te slapen, en het licht schijnt en de wekstem wordt gehoord, dan worden ze wakker en ontwaken, staan op.

Ja, zegt gij, dat gaat in het natuurlijke wel op, maar hier? Hier óók als het Gode behaagt! Deze stem heeft goddelijke kracht het Woord Gods is levend en krachtig. Deze zon heeft levendmakend vermogen. Ja, ook al treedt het leven niet in, toch doen licht en stem hun werking, dat zal in den dag des oordeels blijken.

Ook in de uitwendige roeping is een inwendige zijde, die doordringt tot het hart des menschen. En wee, wie zijn geweten toeschroeit, "wee, wie zich verhardt. Zie, dat is het Bijbelsche standpunt, daarmee maakt God nu vollen ernst. En wee zijne dienaren of kinderen, die het niet doen en door een theorie worden opgehouden of verhinderd de waarheid in liefde te spreken oo kosten Gods, voor rekening van den opgestanen Christus die leeft en regeert, die de macht over dezen slaap en dezen dood bezit.

Wee, wie de verantwoordelijkheid des menschen verdonkert door eenzijdige theorieën. De volle waarheid des Woords moet worden uitgedragen, wij mogen de spits er niet afbreken, noch het hart er uitsnijden.

Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de dooden.

Want Christus heeft eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Die wel gedood is in het vleesch, maar levend gemaakt door den Geest. In dewelken Hij ook, henen gegaan zijnde den geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft. Want daartoe is den dooden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mensch, maar leven zouden naar God in den geest.

Omdat het Paschen is geweest, is deze wekstem van Paschen niet zinloos. Zelfs achter het woord slaap voor den dood ligt de gedachte der opstanding.

De heidenen mogen den dood bij een slaap hebben vergeleken, ten onrechte! Een doode is een ontslapene. Ze ontwaken in de opstanding der dooden. Waar-

om, zoo vraagt Augustinus, worden ze slapende genoemd, dan omdat zij op hun dag opgewekt zullen worden.

Hier is het Paaschevangelie voor Gods gemeente. Een slapende erfgenaam der onsterfelijkheid. Zelfs de geestelijke dood zou nooit slaap kunnen heeten, indien Christus er^liet achter stond als de opgestane, die heerscht in het leven.

Zoo klinkt zelfs in de benaming van slapende door, dat Christus is opgestaan. Slapende zegt niet, dat zij een levensbeginsel in zich dragen, neen, zij zijn geestelijk dood, maar in het woord slapende hoor ik het ruischen van het leven van Jezus... van het leven van Jezus, die machtig is en bevoegd op te wekken, zoo dat de zondaar opstaat en leeft. Zoo wie gehoord zal hebben de stem van den Zoon des menmenschen, die zal leven.

Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de dooden.

De wekroep van Paschen is verantwoord in het recht des Heeren.

De opstanding uit de dooden heeft het kruis doen zegevieren. De dood kan worden overwonnen, het leven en het licht heerschen. Ja, de wekroep van Paschen is gegrond in het recht des Heeren. Zoö weerklinkt deze roep in de Kerk. Het bestaan der Kerk wordt beheerscht door het wondere feit, het heils feit van Paschen. Niet door het levensbeginsel in den mensch, dat er niet is, maar door het leven in Hem, die den dood verwon en het leven en de onverderfelijkheid heeft aan het licht gebracht. Hij is de eersteling uit de dooden. Wie met Hem werd begraven, staafc ook met Hem op. Hij is toch het Hoofd des lichaams.

Er zijn dan ook dooden, die zeker zullen opstaan, en ontwaken. Zij zullen ontwaken door de kracht der roeping Gods. Wie dat zullen zijn? Ik weet het niet, behoef dit ook niet te weten, heb alleen maar de wekroep van Paschen te doen hooren, in het geloof, dat God machtig en bereid is slapenden 'te doen ontwaken, dooden te doen opstaan.

Jezus leeft en daarom is het woord krachtig, en de Heilige Geest draagt de kracht der opstanding in in het Woord, daarom zal het niet ledig wederkeeren, maar doen wat Gode behaagt. En het behaagt Hem door de dwaasheid der prediking zalig te maken, die gelooven.

Een dood woord tot dooden blijft dood. Zie, zoo is onze opdracht en verwachting alleen van den verrezen Christus.

Dit woord: ontwaak en sta op uit de dooden, vaart door de doodenvallei en wekt het leven in den verloren mensch. Ja, de Geest des Woords en het Woord des Geestes vaart in zondaarszielen. En daar komt beweging van binnen in den mensch. Hij kan niet meer doorslapen, wordt onrustig, anders dan voorheen en krijgt met God en Zijn wet te doen. Hij leert het gevaar kennen, waarin hij verkeert, schrikt als hij ziet waar hij zich bevindt, in het opperste van - den mast, terwijl het stormt. Ontwaken door de kracht van den wekroep des Heeren, gepaard met de levendmakende kracht van Paschen. Kom, ambtgenooten, houdt moed, de Heere is waarlijk op gestaan.

Houd in gedachtenis Jezus Christus, die uit de dooden is opgewekt, en vergeet niet: het Woord is niet gebonden. Als wij zien op de menschen, ach dan kunnen wij wel ophouden met getuigen en verkondigen, maar dat moeten wij ook niet doen, maar zien op den verheerlijkten Koning, wien is gegeven alle macht in den hemel en op de aarde. Klaag bovendien niet te hard over een ander als gij wellicht zelf meer met een dooden dan levenden Jezus werkzaam zijt.

O, dat slapen op den vollen dag, bij zooveel licht en openbaring van genade. Wie wakker wordt door dezen wekroep van Paschen is diep besrhaamd. Slaat met den tollenaar op de borst en roept om genade.

Neen, wij mogen de slapers, ja de dooden niet met rust laten, wie weet wat de Heere doet. Ik hoor in het geloof: dood waar is uw overwinning? Ja, Hij is Heere van allen, óók van slapers en dooden.

Verantwoord is deze wekroep van Paschen, in de opdracht des Heeren en zijn recht. Verantwoord in de opstanding van Christus.

Verantwoord ook als kreet der liefde. Als stem der wijsheid, als woord van bevel. -

Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de dooden.

En de wekroep noodt tot opstaan. En wat is in dit verband het opstaan anders dan de waarachtige bekeering tot God? Lazarus lag in het graf, maar de wekroep kwam: Lazarus, kom uit, en de doode zat overeind, nog wel omzwachteld met doeken. En dan wordt hij bevrijd van banden en staat op uit de dooden. Hij wandelt weer, komt uit de akelige duisternis van het graf en de graflucht, in het licht en ademt vrij in de buitenlucht.

Ook aan dat andere woord denken wij: Zij is terstond opgestaan en Hij gebood, dat men haar te eten zou geven.

Zien en hooren, wandelen, ademen, voedsel tot zich nemen, kenmerkt den opgestane uit de dooden. Zeer begeerig als nieuwgeboren kinderkens naar de redelijke en onvervalschte melk van Gods Woord.

Begeerig naar het levensbrood, dat uit den hemel is nedergedaald. Ja, deze opgestanen eten het vleesch van den zoon des menschen en drinken Zijn bloed, 'zoodat zij leven in eeuwigheid. Zij sterven niet meer.

Zij wandelen door den Geest als uit de dooden levend geworden zijnde.

Maar, kan deze vermaning dan toch ook de ware christenen niet treffen? Treffen, als verwijt en tegelijk als wekroep van'Paschen? Zeer zeker kan dat niet alleen, maar het is inderdaad zoo. Wij zijn nog slecht wakker op zijn best en zijn omringd door den dood in eigen binnenste. Door de roeping des Heeren zijn wij ontwaakt en opgestaan. Maar de christen moet hierin zijn geheele leven voortvaren, merkt Calvijn op. Want wij zullen nooit zóó goed wakker zijn, dat God ons niet behoeft aan te stooten. In ons is een groote mate van traagheid en veel luiheid. Slapen en droomen, den dood vruchten dragen, ziedaar waarmede de christen te worstelen heeft. En nu dient de wekroep van Paschen om wakker te maken en te houden. op te staan, uit dooden en te staan voor Gods aangezicht in het licht Ier levenden, om Hem welbehagelijk te dienen, met eerbied en godvruchtigheid.

Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. Weest yuchter!

Daar zit een slaper in de kerk. Stoot uw buurman eens aan... en hij schrikt wakker. Onze tijd moet ons wel doen denken en ons bezinnen op de wijze maagden, die ook in slaap vielen. O, wij hébben zoo'n slaperig bestaan en de dood is nog in ons. Daarom hebben wij deze wekstemmen zoo noodig door Woord en Geest.

\, En Hij riep ons wakker, opdat wij degenen, die nog slapen, zouden wekken, " zegt Calvijn.

Zijn wij daarin naarstig, door eisch en belofte te doen hooren in de Kerk en de wereld?

De wekroep van Paschen: bevreemdend, verantwoord en bevrijdend.

Bevrijdend, dat was ons derde punt van overdenking.

Ontwaak en sta op uit de dooden en Christus zal over u lichten.

Christus zal over u lichten.

Slaap en duisternis, dood en donkerheid behooren bij elkaar, zoo hoorden wij. En nu brengt ons het ontwaken, het opstaan, in het licht. Liever nog zouden wij het zoo willen zeggen: Door de wekroep van Paschen komen wij tot het heil van het licht. Door, in en na den wekroep wordt dit licht in Christus over ons geopenbaard, gaat het over ons op.

Christus zal over u lichten. Het woord wordt een scheppend woord, dat doordringt in onze zielen en stimuleert tot opstaan, door de kracht des Geestes.

Het lichten van Christus is geen gevolg van het opstaan doch eer oorzaak en leidt tot leven in het licht, dat in Hem is opgegaan als de zonne der gerechtigheid. Ja, alleen in den weg van ontwaken en opstaan komen wij waarlijk in het licht. Niet door over onzen dood te spreken, maar door op te staan als de verloren zoon. Ja, dan verdwijnt de duisternis en degenen, die gebonden zaten in de schaduw van den dood, over dezelven schijnt een licht, ja, het licht bij uitnemendheid. Het leven en het licht zijn in Christus, als de stralen in de zon. Hij verslond de duisternis van zonde en dood aan het kruis, door den nacht omgord als een keeten, toen zelfs de zon werd verduisterd aan den hemel midden op den dag. De nadruk valt erop in onzen text, dat het bij het ontwaken en opstaan licht voor ons wordt. Dan leeren wij ons kennen als kinderen des lichts en des daags, weten, dat de nacht is voorbijgegaan en de dag is aangebroken.

In uw licht zien wij het licht, en het licht is voor den rechtvaardige gezaaid en vroolijkheid voor den oprechte van hart.

Wij hebben hier dezelfde gedachte als in Jezaia 61. Het heil wordt voorgesteld

onder het beeld van 't licht. De Heere Christus is dat licht, omdat het heil bestaat in de levensgemeenschap met Hem en door Hem met den Vader en omdat Hij dat heil verwierf. Wie ontwaakt en metterdaad opstaat staat in het licht van Christus. Deze is gekomen in het Koninkrijk van den Zoon van Gods liefde.

Een nieuwe wereld ontsluit zich voor ons verbaasd oog en hart. Wie voortslaapt in de zonde, blijft in de duisternis en in den nacht.

En Christus zal over u lichten.

Den oprechte gaat het licht op in de duisternis. En wie Hem volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben. Het is Paschen geweest, de zon is verrezen in vroolijke kracht. Hij is als het licht, als het licht des morgens, zonder wolken. Mijn duisternis is verslonden in Zijn licht, in Hem. Nu ben ik wakker, sta overeind, getrokken en geroepen door Hem. Dit is de dag, dien de Heere gemaakt heeft.

Zoo zijn dan degenen, die zijn ontwaakt en opgestaan in het licht, niet meer verloren, maar gered.

Doch om dit licht te zien, moeten ze telkens weer opwaken, alle sluimering afschudden, en opstaan om de zon te zien, met ongedekt aangezicht, de heerlijkheid Gods, doch als in een spiegel. En zoo worden zij van gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest.

Zalig wandelen in dit licht, dat niet van Christus is te scheiden.

Wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Deze dag eindigt niet in een avond, maar breekt door tot den eeuwigen morgen, is het begin van den eeuwigen dag.

Laat ons als in den dag eerlijk wandelen.

En Christus zal over u lichten.

Het is een dag van het licht en het licht is het leven der menschen. Wolken mogen het licht onderscheppen van de Zonne der gerechtigheid, zij gaat niet meer onder. De Heere zal u tot een eeuwig licht wezen. In de toekomst, zeker, maar reeds nu in beginsel. Nevelen en mist mogen de atmospheer dampig maken en het licht wazig, toch schijnt de zon en breekt telkens door alle nevelen heen. Hoe schoon schittert op het oogenblik de lentezon. Hoe vroolijk zingen de vogels hun lied. De aarde wordt verkwikt na den langen zwaren winter.

Ontwakende en opstaande aldoor, door de wekroep van Paschen, die ons telkens in de ooren klinken moet in de bediening des Woords, bij het lezen van Gods getuigenis! Ontwakende en opstaande is het Ilicht in Hem, en Hij is het levende-licht en het lichtende-leven. Mogelijk woont gij nog in een huis zonder vensters, of hebt ze gesloten door ongeloof. Dan kunt gij u niet verblijden in het licht. Moge dan de wekroep van Paschen worden vernomen, die geladen met de opstandingskracht van Christus, door den Heiligen Geest vensters doet open springen, en een stroom van licht glijdt binnen en vervult het geheele huis.

In den beginne was het Woord, en hetzelve was het leven en het leven was het licht der menschen en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft hetzelve niet overmocht.

En Christus zal over u lichten.

In Hem is de volmaakte wijsheid, zoodat bij dit lichten ons uitnemende kennis toevloeit, doordat wij zijner zalving deelachtig worden en Hem kennen en in Hem den Vader. Hij is onze hoogste Profeet en Leeraar. Hij zal onderwijzen in den weg, dien wij te gaan hébben. Hoort Hem! Ja, zoo mogen de opgestanen en ontwaakten wandelen als kinderen des lichts en des daags. Lezer, mag uwe ziel dit beamen? Kunt gij met de hand op het hart, en onder aanroeping van den Waarachtige spreken: mijn nacht is voorbijgegaan en mijn dag is aangebroken. Zijn de onvruchtbare werken der duisternis u een smart, een voortdurende smart? Ja, Christus zal over u lichten en gij zult het licht zien door Zijn licht, die verlichte oogen des verstands schenkt.

In dien lichtenden Christus verschijnt dood en graf in gansch andere gedaante. De dood, hij is zijn prikkel kwijt, want Christus is opgestaan. Het graf, de Paaschzon schijnt erin, want het graf is ledig en gewijd tot slaapstede. Het oordeel... dat heeft Hij gedragen. Wie in Hem gelooft zal' van den tweeden dood niet beschadigd worden. Het kruis, dat wij moeten dragen... als Christus in Zijn licht en als het licht erover schijnt, is het enkel liefde en Snoet medewerken ten goede. Als wij dommelen of den dood in ons laten heerschen, zijn wij gemelijk, klagen en morren. Maar... Christus zal over u lichten. Heere, laat dan de wekstem van Paschen doorklinken tot de binnenste kameren van mijn hart, wek en trek mij, door uwen Geest, dan zal ik opstaan en U volgen, waar Gij ook heen gaat.

En Christus zal over u lichten.

Zie, dan schitteren zij in dat licht als Gods duive, overtogen met zilverwit. En door Hem bestraald weerspiegelen zij het licht van Christus. Laat dan uw licht alzoo schijnen voor de menschen. Als droevig zijnde doch altijd blijde. Met een traan en lach gaan zij nu verder op de korte paden des levens, naar het land waar eeuwig de Zon schijnt, zonder wolken. Zoo is Christus bron van licht en zelf licht, vrede en gerechtigheid. Ja, in dit licht is genezing voor de krankheden des harten.

Die al uwe krankheden geneest, die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met barmhartigheden, die in den nood uw Redder is geweest.

Inhoudsvolle wekroep van Paschen. Kom toch, ontwaak, sta op, want het is volop dag. Wat gij droomt is bedrog, maar dit is volkomen waar. Bevreemdende, verantwoorde, bevrijdende wekroep.

De bevrijding kan niet worden ongedaan gemaakt. Wie mocht ontwaken en opstaan kan nooit terugzinken in den dood zooals hij tevoren in den dood lag besloten. Daarvoor staat Immanuël in, die den dood heeft overwonnen en vanuit zijn glorie de Zijnen levend houdt en brengt in het zalig eeuwig licht.

Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding, over dezen heeft de tweede dood geen macht;

Zoo komt de wekroep van Paschen tot ons.

Gij Geest, kom van de vier winden en blaas in deze dooden, opdat zij levend worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1947

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE WEKROEP VAN PASCHEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1947

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's