Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De belijdenisgeschriften onzer kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De belijdenisgeschriften onzer kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEIDELBERGSE CATECHISMUS

(3)

De opstellers van de Catechismus

In de voorgaande artikelen hebben we gezien hoe de keurvorst van de Paltz, Frederik III, overtuigd werd van de waarheid der gereformeerde leer en hoe hij toen ook de noodzakelijkheid zag van een gereformeerde catechismus, waaruit het volk en vooral ook de jeugd kon worden onderwezen in die geref. leer.

Hij gaf dan ook aan twee jonge professoren van de universiteit van Heidelberg in het bijzonder de opdracht om een gereformeerde catechismus samen te stellen. Het waren Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus. Dit wil echter niet zeggen, dat andere professoren en predikanten niet mede invloed hebben uitgeoefend op de samenstelling van onze Heidelbergse Catechismus. Wij zullen u dat

later nog wel nader aantonen. Maar toch kunnen wij de bovengenoemde mannen wel de opstellers noemen van dat kostelijke leerboekje, dat tot op deze dag onder het gereformeerde volk in ons land nog zo geliefd is.

De keurvorst zelf heeft zeker ook geen geringe invloed op de inhoud uitgeoefend. Van hem wordt immers verteld, dat hij dagen en nachten verdiept was in de Bijbel en verschillende theologische boeken uit die tijd. Hij was genoeg in de kennis der waarheid doorgedrongen om vraag voor vraag te toetsen aan de Heilige Schrift. Sommige onderzoekers van de geschiedenis van onze Heidelbergse Catechismus menen, dat de eerste vraag: Wat is uw enige troost in leven en sterven beide? van de hand van de keurvorst is. Met zekerheid zullen we dat echter nooit kunnen zeggen. Wel moet hij de hand gehad hebben in de formulering van de vragen en antwoorden, die over het Sacrament van het Heilig Avondmaal handelen. In elk geval zou hij de aanwijzing gegeven hebben, dat de Avondmaalsleer zo behandeld werd, dat er geen openlijke strijd uit bleek met de Augsburgse Confessie van de Luthersen. Men had immers de beschuldiging ingebracht, dat men in de Paltz de Avondmaalsleer van Zwingli aanhing, die in dit Sacrament slechts een teken zag. De keurvorst wilde echter, dat de werkelijke tegenwoordigheid van Christus bij het Avondmaal uitgesproken werd. Die tegenwoordigheid was echter niet een lichamelijke, maar een geestelijke.

Maar we komen hier later nog wel op terug. We willen nu eerst nog iets zeggen over de hoofdopstellers van de Catechismus om later op dit leerboekje en zijn geschiedenis zelf terug te komen.

Zacharias Ursinus

Het was geen wonder, dat de keurvorst zijn keuze allereerst liet vallen op Zacharias Ursimus om hem de opdracht te geven tot het samenstellen van 'n gereformeerde catechismus in samenwerking met Caspar Olevianus.

Ursinus was geboren 18 Juli 1534 te Breslau. Zijn eigenlijke familienaam was Beer. Maar naar de gewoonte van die dagen had zijn vader deze naam reeds overgezet in het Latijn. Het Latijnse woord voor beer is ursinus. Vandaar dat wij hem niet anders kennen dan Zacharias Ursinus.

Hij stamde uit een aanzienlijk geslacht en reeds op zestienjarige leeftijd werd hij ingeschreven als student aan de universiteit van Wittenberg, waar hij een trouw leerling en een ijverig volgeling werd van de grote godgeleerde Melanchton. Deze beschouwde hem als een van zijn beste leerlingen en hij hielp hem waar hij kon. Zes jaar lang was hij leerling van Melanchton. Daarna stelde een oom hem in staat om ook nog andere universiteiten te bezoeken. Zo reisde hij van de ene univertiteitstad naar de andere. Hij trok naar Heidelberg en Straatsburg, naar Bazel, Lausanne en Genève en de aanbeveling van Melanchton opende voor hem de deuren van de huizen van verschillende voormannen van'de hervorming. Zo leerde hij Calvijn. Bucer en Bullinger kennen, mannen die van grote invloed zijn geweest op zijn latere ontwikkeling.

In 1558 werd hij door zijn geboortestad Breslau beroepen als leraar aan het St. Elisabeths-gymnasium. Maar daar kwam hij al spoedig in conflict met de strenge Lutheranen. Toen hij immers in zijn onderwijs bij de verklaring van het Heilig Avondmaal was gekomen, leerde hij aan zijn leerlingen de gereformeerde opvatting van het Avondmaal.

Melanchton, die ook op dit punt andere gevoelens had dan de strenge Lutheranen, prees hem zeer om de wijze waarop hij zijn gevoelens uiteengezet had. Maar hij gaf hem toch de raad om zich niet in het openbaar over deze dingen uit te spreken. Onder elkaar moesten, volgens Melanchton, de predikanten deze dingen maar uitvechten. Het volk echter moest er buiten gelaten worden. Hier komt de irenische aard van Melanchton weer duidelijk uit, die overal de vrede zocht te bewaren, en die juist daardoor aan alle kanten veel vrienden verloor en later een eenzaam leven leidde.

Ook Zacharias Ursinus kon zich niet verenigen met de raad van zijn hooggeachte leermeester. En daarom legde hij zijn ambt te Breslau neer. In 1560 nam hij zijn ontslag en vertrok naar Zürich.

Aan zijn oom, die hem in zijn studiekosten te hulp was gekomen, schreef hij: „Niet ongaarne verlaat ik mijn vaderland, als dit de belijdenis der waarheid, die ik met een goed geweten niet kan opgeven, niet dulden kan. Nu mijn beste leermeester Filippus Melanchton gestorven is, wil ik mij tot de Zürichers wenden, wier aanzien hier weliswaar niet groot is, maar die bij andere kerken zulk een beroemde naam hebben, dat hij door onze predikanten niet kan verduisterd worden. Het zijn vrome, geleerde, grote mannen, met wie ik vast besloten ben mijn leven te verbinden. Voor het overige zal God zori»* gen!

Zo ontving hij te Zürich onderwijs van Petrus Martyr, Heinrich Bullinger, Lavater en andere godgeleerde mannen, die de gereformeerde beginselen aanhingen.

Dit onderwijs is van grote invloed geweest op Ursinus. Hij werd nu immers zelf in zijn gereformeerde gevoelens versterkt, ja hij werd nu beslist gereformeerd in zijn voorstelling van de leer der godzaligheid.

Niet lang echter kon hij in Zürich blijven. Reeds het volgende jaar werd hij naar Heidelberg beroepen door de keurvorst Frederik III, eerst om op te treden als bestuurder van een predikanten-seminarie, terwijl hij een jaar later hoogleraar in de dogmatiek wordt.

Ursinus heeft een geweldige arbeid verricht. Naast zijn onderwijs aan de universiteit heeft hij verschillende boeken geschreven. Voor het laatste moest hij dikwijls de nachtelijke uren gebruiken. Hij was bovendien niet sterk, zodat hij veel te veel van zijn lichaam heeft gevergd.

Toen hij veertig jaar oud was, trouwde hij met Margaretha Trautwein, die hem de laatste jaren van zijn leven trouw heeft bijgestaan en in zijn lijdende toestand ook liefdevol heeft verpleegd. Hij is dikwijls gedrukt en droefgeestig. Hij kan dan niet meer werken als vroeger.

Wanneer hij in 1571 benoemd wordt tot hoogleraar aan de universiteit van Lausanne, verlangt hij naar die werkkring, omdat daar de arbeid veel minder omvattend is en hij derhalve een rustiger leven zou krijgen. Toch wil hij niet zonder de toestemming van de keurvorst Heidelberg verlaten. En deze weigert hem te laten gaan.

Ook de zoon van de keurvorst, die na diens dood de regering van de Paltz op zich nam, wilde Ursinus niet laten vertrekken. Mijn vader heeft kort voor zijn dood mij nog op het hart gebonden, aldus deze Johan Casimir, u nooit te ontslaan. Op verlangen van deze vorst vestigt hij zich later in Neustadt. Ook daar is zijn ijver nog niet uitgeblust, niettegenstaande al de teleurstelling en de moeite des levens. Hij schreef daar immers boven zijn studeerkamer: „Mijn vriend, die hier binnentreedt, wie gij ook zijt, maak 't kort of ga weg of help mij in mijn werk".

Zo heeft hij tot 't laatst van zijn leven gearbeid. Hij stierf op 49-jarige leeftijd. Op 6 Maart 1583 nam de Heere hem tot zich in de volle zekerheid des geloofs en met een vast vertrouwen op de zaligheid, die de Heere schenkt aan al zijn volk.

Door de Heidelbergse Catechismus vooral is Ursinus van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het gereformeerde leven, ook in ons land. Daarom hebben we enigszins uitvoerig zijn levensgeschiedenis verhaald. Het was een man, die de weg der zaligheid niet alleen beleed, maar ook beleefde. Aan zulke mannen juist heeft onze Hervormde Kerk in deze dagen zo grote behoefte. Wanneer we het leven van Zacharias Ursinus beschouwen, dan moeten we de leiding Gods bewonderen, die zulk een man verwekt heeft, tot onderwijs van zijn volk in de dagen van de hervorming, maar ook nog vele eeuwen daarna.En ook op Ursinus slaat het woord van de apostel: Gedenkt uw voorgangeren ....

Over Olevianus wrtellen we u iets in een volgend artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De belijdenisgeschriften onzer kerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's