Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEVEN VAN LEZERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEVEN VAN LEZERS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6)

De vorige keer beloofde ik nog enkele vragen te beantwoorden uit de brief, die ik toen besprak. De eerste vraag is: „Bestaat er tussen dood en leven een soort tussentoestand, zodat Christus deelachtig. Men mag er wel erg in hebben, dat hier over een geestelijke doodsstaat wordt gehandeld. Dat is een staat van gescheidenheid. En waar de overtuigde nog niet gekomen is tot een omhelzen van Christus door het geloof, is hij buiten de gemeenschap met God. Dat leert hij ook. Hij leert immers zijn val kennen. Hij leert zijn doodsstaat kennen.

Hij leert dat hij God niet kent en roept een onbekende God aan. Zo leert hij zijn totale verlorenheid kennen. De overtuigden is klaar geworden, dat ze God niet kunnen dienen, tenzij dat ze met God verzoend worden. En dan zegt Brakel: , , Voor de eerste daad des geloofs is de mens dood, hoe veel voorbereidende bewegingen hij ook mocht ontvangen hebben." Ja maar, die mens bidt en weent en zoekt, kan een dode dat? Die vraag wordt gesteld, maar ten onrechte, want men heeft een verkeerd begrip van het woordje dood. Tweede vraag: Wordt met de levendmaking (hier-

mede is de ontdekking en overtuiging bedoeld) tegelijk het geloof ingeplant of volgt dat eerste later? Als men met geloof het zaligmakend geloof in Christus bedoelt, moet men zeggen, dat er bij de ontdekking nog geen geloof is in deze zin. Ontdekking is niet, dat er een nieuw leven wordt gezaaid, doch dat het land wordt geploegd. Daar is een geloof in de wet, doch geen geloof in het evangelie. Daarvan schrijft Boston in „Verbond der genade": et geloof van de wet is het zaligmakend geloof niet". Pas het zaligmakend geloof, dat met Christus verenigt, is het geloof van het evangelie. En dan zou Brakel zeggen: et geloof gaat aan het evangelie vooraf in orde! Derde vraag: Wordt met de levendmaking (overtuiging) de mens niet van de oude Adam afgesneden en in Christus ingeplant? Neen, dat gebeurt niet als de Geest het geloof van de wet werkt. Door dat geloof sterft de mens eer, dan dat hij levend wordt. De wet wordt levend, niet de mens. Dat leert de Apostel duidelijk in Romeinen 7 : 9.

Maar als mijn lezer over die afsnijding iets leerzaams wil lezen moet hij eens ter hand nemen: „Des mensen natuur in deszelfs viervoudigen staat" van Th. Boston. Daar gaat een reeks van ondervindingen, overtuigingen, neerwerpingen vooraf aan het verenigd worden met Christus. De afsnijding heeft plaats in een weg van overtuiging en niet vóór de overtuiging. Iemand schreef me dezer dagen over deze kwestie: „De verkering gaat voor het huwelijk, niet omgekeerd." Wanneer de mens uit een leven onder de wet gaat roepen vanwege zijn benauwde staat, is hij nog niet met Christus levendgemaakt.

Vierde vraag: „Is de overtuiging van zonde en het gevoel van het Godsgemis een vrucht of de oorzaak der wedergeboorte? " Het is niet een vrucht ervan en het is niet de oorzaak ervan. De overtuiging van zonde en het gevoel van het Godsgemis is een vrucht van het geloof van de wet, schrijft Boston in bovenvermeld werk over het Genadeverbond. Door het geloof van de wet gelooft een mens, dat hij een zondaar is en dat hij hatelijk is in het gezicht van een heilig God. Hij voelt zich onder de vloek der wet en roept uit: ik verga. Hij voelt zich geestelijk dood en als iemand die buiten God staat. Maar die overtuiging baart de wedergeboorte niet. Gods Geest wederbaart als hij krachtdadig tot Christus roept en het geloof werkt, dat Christus aanneemt. Gods Geest is de oorzaak van de overtuiging en van de wedergeboorte beide.

En nu de laatste vraag: „Bestaat er dan leven voor de wedergeboorte en kan een dode zondaar een levende klacht voortbrengen, of geldt ook hier het woord van Christus: „Zonder Mij kunt gij niets doen". Kan er een levende klacht uit een onverbroken en onverslagen geest voortskomen, wat naar Ps. 5 alleen offeranden zijn die Gods heilig oog behagen. Kan er tenslotte een „Gode behagelijke offerande zijn buiten Christus? " Antw.: De Geest Gods verbreekt eerst het hart door de wet en brengt daarna tot het leven in Christus.

Ook in deze vraag komt de verkeerde gedachte naar voren, dat de mens, die overtuigd is van de zonde en tot God roept, een Gode behagelijk werk doet, dus tot Gods eer. Ik geef hier nog eens de raad om Brakel te lezen. Deze laat het zo glashelder zien, dat juist al de gerechtigheden van deze mens zijn als een wegwerpelijk kleed. Zou mijn geachte lezer werkelijk menen, dat de mens, door zijn vernedering en gebed en schuldbelijdenis een Gode behaaglijke offerande brengt? Kan er dan iets van de mens aan God behagen buiten Christus? Of komt de zondaar in de vierschaar der rechtvaardigmaking als iemand, die aan God behaagt door zijn gebroken geest? Ik dacht dat een goddeloze gerechtvaardigd werd om Christus wille! Wat die levende klacht betreft, een mens, die het geloof van de wet heeft ontvangen en over zich zelf klaagt, behaagt hij God om zijn klachten? Op deze vraag zal men een zuiver antwoord moeten geven. Behaagt een mens aan God om zijn levende klachten of alleen om het geloof in Christus, d.w.z. alleen om Christus, die hij door het geloof mocht aannemen? Wie kan dus alleen een waarlijk gebroken en verslagen hart offeren? Alleen een mens, die in Christus is overgegaan, maar niet een, die moet verklaren, dat hij Christus niet kent en God niet kent en niet anders ziet, dan de gruwelijkheid van zijn gevallen natuur en dat het nu voor eeuwig verloren is als God het wonder der wedergeboorte niet aan hem werkt. Nu houd ik op, we zijn er moe van, doch ook dit werk niet moede. Ik heb naar mijn beste weten geantwoord en, dacht ik, naar het gevoelen der vaderen.

Dat toch niemand zich bedriege met een ingebeelde wedergeboorte, want denk er om: wie wedergeboren is, is voor eeuwig behouden. Is een overtuigde behouden?

Wat de offerande van het gebroken en verslagen hart betreft moge ik ook dit nog opmerken, dat hier meer van een paradox in zit, dan de schrijver heeft opgemerkt. God heeft geen lust in offeranden, die een mens als goede werken de Heere toebrengt. De Heere heeft wel lust in een gebroken hart. Wat is dat anders dan een hart, dat verklaart: Heere, ik kan u niets toebrengen, ik ben waard, zoals Bunyan het uitdrukt in „De heilige oorlog ", om als een rebel gehangen te worden. Kohlbrugge schrijft: „niet dat wij met de gebroken geest de vergeving der zonden erlangen of bedingen, maar als er geen gebroken geest aanwezig is, zo kan de zondenvergeving niet plaats hebben." Eigenlijk is de gebroken geest de erkenning dat men geen offer heeft dat God behaagt. Kan een mens dat erkennen, die nog van God gescheiden is? Ja dat kan door de bearbeiding van de Heilige Geest.

Ik denk dat wij het in de grond wel met elkander eens zijn en dat niemand de zaligheid zou willen stellen in de overtuiging en in het gemis. Dus nu verschillen we alleen nog in de naam, die we aan de voorbereidende bewegingen willen geven. Ik blijf voorstellen om hier nog niet van wedergeboorte te spreken, doch ons te houden aan de vaderen en aan de Heilige Schrift, volgens welke een zoekende Nicodemus nog wedergeboren moest worden en volgens welke men eerst sterft door de wet aan de wet om daarna Gode te leven, Galaten 2 : 29.

Maar hoe moeten we nu het verband zien tussen geloof, wedergeboorte en bekering. Daarover D.V. een volgende keer naar aanleiding van een andere brief.

P.

L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

BRIEVEN VAN LEZERS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's