Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NIEUWE KERKORDE EN DE KERKERAAD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NIEUWE KERKORDE EN DE KERKERAAD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

WAT ZEGT DE SCHRIFT OVER DE VERKIEZING TOT HET AMBT?

Wanneer we willen gaan zoeken naar de rechte wijze van verkiezing voor de kerkeraadsleden, dan moeten we vanzelfsprekend bij de Schrift beginnen. In ons vorige artikel hebben we de verschillende mogelijkheden aangegeven waarop de verkiezing van de kerkeraadsleden onder de nieuwe kerkorde kan plaats vinden. Kort samengevat komen die mogelijkheden hierop neer. In de eerste plaats kan de gemeente het recht van verkiezing aan zichzelf houden. Dan worden door de leden der gemeente candidaten gesteld, terwijl de kerkeraad aan die lijst van candidaten ook nog namen kan toevoegen. Uit die candidaten kiezen de stemgerechtigde leden der gemeente dan de gewenste man. De gemeente kan ook het recht van voordracht aan de kerkeraad geven. De kerkeraad stelt dan twee candidaten, waaruit de gemeente er één kiest. De gemeende kan tenslotte de kerkeraad ook geheel machtigen, zodat de kerkeraad zichzelf aanvult, zoals ook nu in vele gemeenten gebruikelijk is. Welke manier van verkiezing zou nu het meest in overeenstemming zijn met de Schrift? Dat is de vraag die we nu eerst met elkaar willen gaan onderzoeken.

Artikel 31 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt: , , Wij geloven, dat de Dienaren des Woords, Ouderlingen en Diakenen, tot hun ambten behoren verkozen te worden, door wettige verkiezing der Kerk, met aanroeping van de Naam Gods, en goede orde gelijk het Woord leert. Zo moet zich een iegelijk wel wachten door onbehoorlijke middelen zich in te dringen, maar is schuldig de tijd af te wachten dat hij van God geroepen wordt, opdat hij getuigenis hebbe van zijn roeping, om van dezelve verzekerd en gewis te zijn, dat .ij van de Heere is..."

De uitwendige roeping heeft derhalve plaats door middel van de gemeente, die verkiest tot het ambt, onder aanroeping van de naam des Heeren. Toen immers in de gemeente van Jeruzalem een apostel moest verkozen worden in de plaats van Judas, riepen de apostelen de gemeente samen om mannen aan te wijzen die het apostelschap waardig waren. De apostelen stellen de voorwaarden, waaraan voldaan moest worden: de mannen die candidaat gesteld zullen worden moeten met de Heere Jezus geweest zijn tijdens zijn omwandeling op de aarde van het begin tot het einde, opdat zij getuigen zouden zijn van zijn opstanding. En onder dit laatste was eigenlijk het ganse werk van de Heiland van zondaren begrepen.

Wanneer Petrus de voorwaarden genoemd heeft waaraan de te verkiezen apostel moet voldoen, dan wijst de gemeente twee mannen aan. Het zijn Jozef, genaamd Barsabas, en Matthias. En dan wordt tussen deze twee het lot geworpen, nadat men de naam des Heeren heeft aangeroepen. En het lot viel op Matthias. De mensen hadden Jozef als eerste candidaat gesteld. Maar de Heere wees de tweede aan. De gemeente onderwerpt zich echter geheel aan de leiding Gods. Want met algemene stemmen wordt hij tot apostel gekozen, misschien kunnen we beter zeggen: ze waren het er allen over eens, dat hij tot de apostelen moest worden toegevoegd.

Wanneer de diakenen gekozen moeten worden (Handelingen 6) dan stellen de apostelen weer de vereisten vast waaraan de te kiezen mannen moeten voldoen: ze moeten goed bekend staan en vol van Geest en wijsheid zijn. De diakenen worden dan door de gemeente gekozen en vervolgens door de apostelen in het ambt gesteld.

, In Handelingen 14 is sprake van de verkiezing van ouderlingen voor de gemeenten, die op de eerste zendingsreis van Paulus waren ontstaan. Hier is echter niet meer duidelijk na te gaan op welke wijze de ouderlingen gekozen worden. In vers 23 lezen we: , , En nadat zij hun, in elke gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij ze den Heere, in welke zij geloofd hadden", Wat men onder het opsteken der handen moet verstaan is niet geheel duidelijk. Calvijn meent, dat dit betekent, dat de gemeente onder leiding van de apostelen de ouderlingen verkoos. Dit staat voor alle uitleggers wel vast; hoe de verkiezing ook geschied is, ze had plaats onder de leiding der apostelen.

In Titus 1 : 5 lezen we: m die oorzaak heb ik u in Creta achtergelaten, opdat gij hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt terechtbrengen, en dat gij van stad tot stad ouderlingen zoudt stellen, gelijk ik u bevolen heb.

Hieruit mogen we niet opmaken, zoals Rome doet, dat Titus hier de opdracht krijgt om zelfstandig ouderlingen aan te stellen. Hij zal zeker de gemeente ondet zijn leiding hebben laten kiezen en algemeen wordt dan ook aangenomen, dat de gemeente medewerking heeft verleend bij de keuze der betreffende personen.

Zo zouden nog wel meer plaatsen genoemd kunnen worden uit de Heilige Schrift, waar gesproken wordt over het aanstellen van ouderlingen. En wanneer we deze plaatsen dan alle nagaan, dan kunnen we zeggen, dat de Bijbel wel geen voorschriften geeft voor de wijze van verkiezing der ambtsdragers, maar dat zij toch wel de beginselen aangeeft waarnaar gehandeld moet worden.

De apostelen leggen bij de verkiezing van de ambtsdragers niet hun wil aan de gemeente op als heren, terwijl men de leden der gemeente als onmondigen beschouwt, die niets te zeggen hebben. Integendeel, bij de verkiezing van de ambtsdragers zoeken ze de medewerking van de meente te verkrijgen. Wel werden door de apostelen de voorwaarden gesteld waaraan de te verkiezen personen moesten voldoen en wel was er uiteindelijk de toestemming nodig van de apostelen, die immers de verkozenen in het ambt moesten stellen, maar de keuze was aan de gemeente.

Aan de andere kant echter zien we duidelijk, dat de Schrift niet de leer huldigt, dat de gemeente vrij kan kiezen wie ze wil tot het ouderlingschap. De gemeente heeft behoefte aan leiding.

Die leiding werd in de perste eeuw van het bestaan der christelijke kerk gegeven door de apostelen. Die leiding dient thans gegeven te worden door de ambtsdragers, dat is dus door de kerkeraad.

De kerkeraad heeft dan ook nauwlettend toe te zien dat alles geschiedt naar de wil van de Koning der Kerk: de Heere Jezus Christus.

De ambtsdragers zijn geen heersers, die hun wil aan de gemeente opleggen. Maar zij hebben de gemeente wel te leiden en derhalve ook bij de verkiezing van ambtsdragers leiding te geven. De ambtsdragers moeten echter bij de verkiezing van ouderlingen en diakenen de medewerking der gemeente te zoeken en ze hebben er voor zorg te dragen dat in de gemeente van Christus alles met orde en met eerbied geschiedt. Ze hebben er ook voor te waken, dat geen mannen in het ambt zich indringeen, die niet naar den Woorde Gods willen leren en wandelen.

Wanneer we derhalve de Schriftgegevens in het kort samenvatten, dan kunnen we het zo zeggen, dat het naar den Woorde Gods is, dat de kerkeraad bij de verkiezing van ambtsdragers de nodige leiding geeft, maar dat hij daarbij zoekt de medewerking van de gemeente, opdat zo gemeenschappelijk gezocht wordt naar mannen van goede belijdenis en van goede getuigenis in het midden der gemeente, die in opdracht van de Koning der Kerk aan de opbouw van de gemeente meewerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 mei 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE NIEUWE KERKORDE EN DE KERKERAAD

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 mei 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's