Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KERKELIJKE TUCHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KERKELIJKE TUCHT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(26)

In een slotartikel willen we nog ingaan op enkele brieven, die we over dit onderwerp ontvingen. Uit Zeeland kwam er een brief van iemand, die meende, dat het oefenen van leertucht een onmogelijke zaak is, omdat men niet mag oordelen over het geweten van een predikant. Wanneer iemand meent op een bepaalde wijze te moeten prediken dan moet men hem daartoe de volle gelegenheid geven. Met een kromme stok kunnen nog wel eens rechte slagen toegediend worden. Tot zover deze brief.

Deze briefschrijver vergeet, dat prediken een zeer verantwoordelijk werk is. Hij moet Ezechiël 33 daar maar eens over nalezen. We mogen toch niet vergeten, dat het Woord Gods recht gesneden moet worden. Wanneer de mensen door de prediking op een dwaalspoor geleid worden, hoe groot is daarbij de verantwoording van de predikant en van de kerk, die zo'n predikant laat prediken. Een beroep op het geweten van de betrokken predikant gaat niet op. Hier kan alleen het Woord Gods rechter wezen. En al is het waar, dat de Heere met een kromme stok wel eens een rechte slag kan toedienen, dan wil dit toch nog niet zeggen, dat men maar vrijuit moet laten prediken waarheid en leugen door elkaar. Integendeel, in de Heilige Schrift worden we op verschillende plaatsen gewaarschuwd om toch maar vast te houden aan de rechte leer. Het is onverantwoordelijk om vrijelijk een dwaalleer te laten verkondigen, ook al meent een bepaalde predikant volgens zijn geweten zo te moeten prediken. In de Hervormde Kerk moet en mag alleen gepredikt worden naar Schrift en belijdenis, opdat de rechte weg van de drie stukken, zoals de Heidelbergse Catechismus ons die voorstelt, verkondigd worde.

Een andere brief kwam uit Overijssel. De inhoud van deze brief kwam in het kort hierop neer: Er zijn zoveel mensen, die een bepaalde dominé afkeuren, hoewel deze toch ook de gereformeerde leer verkondigt. Wanneer er daarom leertucht geoefend wordt zullen er maar weinig predikanten overblijven. Want de een zal deze predikant niet goed vinden en de ander zal die predikant afkeuren.

Deze briefschrijver leeft echter veel te veel in de veronderstelling, dat bepaalde mensen over een predikant en zijn leer oordelen. Dat moet in de huidige situatie zeker wel geschieden. Dat daarbij persoonlijke vooroordelen een rol spelen kan niet ontkend worden. Maar doordat de kerk zelf de zuivere leer niet handhaaft is het naar het ambt der gelovigen om zich te voegen bij de prediking die is naar Gods Woord. Want wanneer de kerk in deze haar roeping verstond, dan zou het immers heel anders wezen. Dan zou een Hervormd predikant alleen maar kunnen en mogen brengen een zuivere prediking. Zolang de kerk echter in gebreke blijft ligt hier een taak op de leden der gemeente om de reine verkondiging des evangelies voor te staan en zoveel mogelijk te bevorderen. Dat daarbij wel eens een verkeerd oordeel geveld wordt over een bepaalde prediking is inderdaad waar. Men kan hier nooit voorzichtig genoeg te werk gaan. — Maar we hebben in deze artikelenreeks betoogd, dat het juist de roeping is van de kerkelijke vergaderingen om te waken voor een zuivere verkondiging van het Woord Gods. En die kerkelijke vergaderingen hebben geen rekening te houden met persoonlijke gevoelens, doch alleen met de eis van Gods Woord. Zij hebben na te gaan of er gepredikt wordt naar de Heilige Schrift, of het evangelie verkondigd wordt naar den Woorde Gods, of het den goddeloze aangezegd wordt, dat het hem kwalijk zal gaan en 4 en rechtvaardige dat het hem wel zal gaan. De twee wegen moeten verkondigd worden. En daarbij heeft de kerk ook een maatstaf in haar belijdenisgeschriften. Naar Schrift en belijdenis mag dan ook niet alleen een leuze zijn, maar het moet ook in practijk gebracht worden.

En een derde brief kwam uit Utrecht. De schrijver van deze brief wees op Filippensen 1 : 18. Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een dekmantel, hetzij in waarheid, verkondigd, en daarin verblijd ik mij. ja ik zal mij ook verblijden. En de conclusie van deze briefschrijver is nu, dat men zich maar aan deze woorden moet houden en dat men zich net als Paulus verblijden moet, als Christus maar verkondigd wordt, al is het dan niet zo zuiver als we zouden wensen. Volgens hem wijst Paulus hier de leertucht wel zeer duidelijk af.

Maar onze briefschrijver geeft een geheel andere betekenis aan de woorden van Paulus dan deze er in werkelijkheid mee bedoelde. De nieuwe vertaling leest hier: In elk geval, hetzij met een bijoogmerk, hetzij in oprechtheid, wordt Christus verkondigd en daarin verbind ik mij... Door deze vertaling komt de betekenis van Paulus woorden al duidelijker ons voor ogen te staan. Paulus schrijft hier dat door allen Christus verkondigd wordt en dat hij zich daarin verblijdt. Het zuivere evangelie Wordt immers door beiden verkondigd. Maar er is verschil in bedoeling bij de predikers. Er zijn er, die Christus verkondigen in waarheid, dat is in oprechtheid, zodat ze menen wat ze zeggen. Maar er zijn er ook, die Christus verkondigen onder een dekmantel, zodat men hun bedoelingen niet kent. Ze hebben er echter een bijoogmerk mee, n.1. eigen eer of gewin of wat dan ook. Hier is derhalve geen sprake van een onzuivere of ketterse evangelie verkondiging of Christusprediking. Het gaat er hier om, dat de beweegredenen waarom het evangelie gepredikt wordt onzuiver kunnen zijn. Maar Paulus verblijdt zich in elk geval dat Christus gepredikt wordt.

Zo zien we uit dit alles, dat het de taak en de roeping van de kerk is om de zuivere leer te handhaven en het evangelie te doen verkondigen naar Schrift en belijdenis. Wanneer de kerk deze roeping verzaakt, dan ondergraaft ze haar eigen fundamenten. Daarom hebben we de kerk op te wekken tot getrouwheid ook in het oefenen van de rechte leertucht.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE KERKELIJKE TUCHT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's