Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVER ROEPING TOT HET PREDIKAMBT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVER ROEPING TOT HET PREDIKAMBT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van onze artikelen over de opleiding tot het predikambt, waarbij ook ter sprake kwam het grote gebrek aan predikanten, ontvingen we een brief waarin gevraagd wordt naar de roeping van 't predikambt. De schrijver van deze brief vertelt van een jongeman, die graag dominee zou willen worden, maar die van zijn vader niet voor predikant mag leren, omdat hij eerst zijn roeping moet kunnen verklaren.

Nu heeft deze jongeman al gesproken met predikanten van andere kerken — zijn vader is ook niet Hervormd — en deze vragen hem allemaal naar zijn roeping. Aan onze briefschrijver stelde de jongeman ook de vraag wat deze er van dacht. Hij antwoordde, dat wanneer het hem werkelijk te doen was om arme en verloren zondaren tot God te brengen en het zijn ware begeerte was om God te dienen met een oprecht geloof, hij zeker voor predikant moest gaan studeren.

Toen hebben ze verder gesproken over roeping. De vraag werd gesteld: wat is eigenlijk roeping, is dat een stem uit de hemel? En is het werkelijk nodig, dat iemand die predikant wil worden, eerst zijn roeping moet kunnen verklaren. Deze vragen werden nu aan ons voorgelegd, omdat men er toch eigenlijk niet goed uit kon komen. En omdat hier inderdaad dingen van gewicht worden aangeraakt, willen we gaarne eens op deze punten ingaan.

Om de roeping tot het predikambt recht te verstaan moeten we onderscheid maken tussen inwendige en uitwendige roeping. „Zij ondersteunen elkaar, zij vullen elkaar aan. De inwendige roeping is een vereiste en wordt verondersteld bij de roeping door de kerk, gelijk in het Bevestigingsformulier aan de te bevestigen leraar gevraagd wordt: „Of gij gevoelt in uw hart, dat gij wettiglijk van Gods gemeente, en mitsdien van God zeiven tot deze heilige dienst geroepen zijt? " (Ds. H. Bouwman: Gereformeerd Kerkrecht).

Vader Brakel heeft in zijn Redelijke Godsdienst er reeds op gewezen, dat men bij de roeping tot het predikambt niet mag rekenen op een hoorbare stem of op een buitengewone inspraak Gods, waarop men telkens terug kan vallen om zijn roeping te verklaren en voor het oor der mensen te bevestigen: „Tot de inwendige roeping behoort niet een buitengewone inspraak Gods, God doet dat nu niet of zeer zelden, en men heeft daarop nu niet te wachten; daar zijn andere zaken waardoor men van zijn inwendige roeping overtuigd kan worden". En dan gaat hij nader op die ander zaken in, waarover ook wij nog iets willen zeggen.

Eerst willen we er echter op wijzen, dat de Heilige Schrift ook van een buitengewone roeping spreekt. De apostelen werden door Christus zelf tot het apostelschap geroepen. En Paulus getuigt, dat hij was „een apostel, geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus en God de Vader, die Hem uit de doden opgewekt heeft. (Galaten 1:1). Ook in het Oude Testament lezen we van deze buitengewone roeping van verschillende profeten. We denken aan Mozes, aan Jesaja, aan Jeremia en aan vele anderen. Maar deze buitengewone roeping, die aan de profeten en apostelen ten deel viel is niet de gewone weg waarin de Heere nu nog roept tot het predikambt. Toch moet er nog van roeping gesproken worden. Niemand heeft het recht om als gezant van Christus op te treden, zonder dat hij zich tot het ambt van predikant geroepen weet. Dat is echter iets heel anders dan dat men zijn roeping moet kunnen verklaren voor de mensen, aleer men toegelaten wordt tot het ambt van predikant. Want hoe gemakkelijk kunnen de mensen zich vergissen. We herinneren ons een geval in een kerkgemeenschap, waarin men het als eis stelt „dat men zijn roeping moet kunnen verklaren", waarbij de com-* missie, die daarvoor aangewezen is, een strenge keur houdt. Velen worden afgewezen, sommigen worden toegelaten. Hoe gemakkelijk de mensen zich echter kunnen vergissen bleek wel in het door ons bedoelde geval. Iemand was toegelaten tot het predikambt omdat hij zijn roeping kon verklaren. Hij had ook zijn studie voltooid. Hij had ook een beroep aangenomen naar een bepaalde gemeente, waarbij hij een keuze moest doen uit verschillende beroepen. Maar voordat hij in iet predikambt bevestigd kon worden, werd hij ernstig ziek. Zijn hoop en verwachting, dat hij weer herstellen zou, gingen niet in vervulling en hij stierf voordat hij predikant was.

Er moet wel roeping tot het predikambt zijn. We hebben daar reeds in een vorig artikel op gewezen. En daarbij hebben predikanten en andere leidslieden der gemeente en ook ouders wel leiding te geven wanneer in een gemeentelid of in het hart van een kind de begeerte ontwaakt om predikant te worden, maar tenslotte heeft men niet te komen tussen het hart van de betrokken persoon en de Heere.

Daarbij moeten we zeker uitsluiten de noodzakelijkheid van een hoorbare stem, een stem uit de hemel, zoals onze briefschrijver het noemt. We zijn het hierin volkomen eens met Brakel, dat God in de gewone weg maar zelden een buitengewone inspraak of een hoorbare stem geeft, waardoor men zich geroepen zou weten tot het predikambt.

Daar we het van belang achten om nog iets nader op deze dingen in te gaan, ho

pen wc in een volgend artikel nader aan te geven waardoor men dan overtuigd kan worden van zijn roeping tot het ambt van predikant, zoals dat ook door onze gereformeerde vaderen is gezien. Laten we nooit vergeten, dat deze zaken zeer teer zijn en daarom ook teer behandeld moeten worden en dat het woord der Schrift ook hier geldt: Blust de Geest niet uit. En daarbij is de Heere zo vrij in de wijze waarop hij de begeerte tot het ambt in het hart van mensen kan leggen. Wij moeten de Heere de weg niet voorschrijven, maar we moeten luisteren naar hetgeen de Heere in de harten van mensen werkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1952

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

OVER ROEPING TOT HET PREDIKAMBT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 mei 1952

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's