Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zondagswetten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zondagswetten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Van de Romeinen gaan we naar de Franken. Het is vooral Karei de Grote geweest, die zich met de viering van de Zondag heeft beziggehouden. In de dagen van deze koning werd openlijk dat houden van de Zondag met het vierde gebod verbonden. In de oude Christelijke Kerk heeft men de gedachte, dat de Zondagsviering voorgeschreven is in het vierde gebod, niet openlijk uitgesproken. Daar was in de oude kerk een vrees voor een verjoodsing van het christendom. Daarom durfden of konden de oudste christenen hun Zondagsviering niet binden aan een voorschrift der joodse wet. Zij oordeelden, dat het vierde gebod voor hen niet meer gold. Daarin dwaalden zij, en dat heeft de Kerk later ingezien. Karei de Grote gaat in zijn wetten van de gedachte uit, dat de Christelijke Zondag de voortzetting was van de joodse sabbat. Een wet uit 789 begint als volgt: „Wij stellen vast, volgens hetgeen de Heere in de wet heeft bevolen, dat slafelijke werken op de dag des Heeren niet worden verricht." De verbinding van Zondag en vierde gebod — zij is m.i. juist — kon nu gelegd worden, omdat de viering van de sabbat onder de christenen geheel in onbruik was geraakt.

We zijn met deze Frankische wetten ook in ons eigen vaderland. Zij zijn opgesteld in nauwe aansluiting bij de besluiten der synoden en verraden een sterke poging om tot een gezonde Zondagsviering in het rijk van koning Karei te komen. Natuurlijk kunnen wetten nooit meer dan een wettische gedragslijn voorschrijven. Maar toch werd het in de Frankische wetten uitgesproken dat de Zondag niet is om niets te doen, maar om als Christenen bezig te zijn in de dingen Gods. Een Zondag, die niet aan God gewijd wordt, betekent voor menig gezin een vloek en niet een zegen. Zo is het ook in onze dagen. Zondagsrust alleen houdt een gevaar in zich.

We kennen allen onze Catechismus wel — niet waar? — en dan zeker Zondag 38. De rechte Zondagsviering wordt daar getekend als een naarstig komen tot de prediking, sacramenten gebruiken, christelijke handreiking doen. Het is aardig om dit te vergelijken met een uitspraak van Karei de Grote uit 789. Hij zegt, dat men niet op joods-wettische wijze behoort te rusten, maar als christenen, naar de kerk moet gaan en God de Heere loven in alle dingen, die Hij ons op die dag heeft geschonken. De Kerk, dat is daar Woord en Sacrament. Verder wordt bepaald, dat op Zondag inzonderheid de Christelijke barmhartigheid worde beoefend en naar de prediking en de vermaningen worde geluisterd. U ziet de punten van overeenkomst.

De Frankische wetten maken geen onderscheid tussen werk in dienst van anderen en eigen werk. Zij zetten er soms wel bij, dat iets verboden is , , in publico" of in het publiek. B.v. vrouwen mogen de was niet doen in publico. Maar het klaarmaken van spijzen was geoorloofd. In 755 waren er al mensen, die leerden, dat men op Zondag niet naar de kerk mocht rijden, geen spijzen klaarmaken, en geen bezigheden in het huisgezin verrichten. Daar waarschuwde Pepyn de Korte tegen, tegen deze leringen n.1. Men hield dus vast aan een streng verbod van alle slafelijke arbeid, van alle zesdaagse arbeid, zeg maar, maar men wilde ruimte laten voor het noodzakelijke. In de wet van 789 maakte Karei de Grote 3 uitzonderingen op het algemeen verbod van arbeid:1. het verdedigen tegen de vijand; 2. het bereiden van spijzen en 3. het begraven van een dode, zo nodig. Maar de uitzondering, 'die Constantijn voor de landbouw had gemaakt werd in de Frankische wetten niet gehandhaafd. Reeds koning Dagobert verbood in 630 het werken op het veld en in wijngaarden. Pepyn de Korte voegde er aan toe: opdat de mensen vrij zijn om naar de kerk te gaan en de prediking te horen". Daar is dus een loffelijke zorg voor het juiste gebruik van de dag des Heeren. Karei de Grote heeft de verboden werken uitvoeriger genoemd: iet in de wijngaard werken, niet ploegen, niet maaien of gras snijden, geen heg planten, geen huis bouwen, niet jagen. Dat laatste {• =-eer iets nieuws.

Onder de gronden voor de Zondagsviering vindt men niet vermeld, de woorden uit Genesis 2 over het zegenen en heiligen van de zevende dag door God. Men beroept zich op het vierde gebod of op de Schrift of op de opstanding. Een gebrek in deze tijd is, dat de kerkelijke feestdagen met de Zondag gelijk worden gesteld. Hoe lang duurde de Zondag? Bij ons wil men hem tegenwoordig later duren tot 12 uur 's middags of daaromtrent. Dan zijn de vermakelijkheden helemaal vrij en dan kan de midden-orthodoxie thuis zijn uit de godsdienstoefening, die beter niet, naar men meent, door een tweede kan worden gevolgd, omdat men dan teveel krijgt.

Vanzelfsprekend moet de dominee niet langer dan 20 minuten spreken, want anders kan men niet blijven luisteren. Zodoende zijn wij nu genaderd tot de halve Zondag. Maar de Frankische wetten willen hem gevierd hebben van avond tot avond. Volgens de kerkvergadering van Matisconense moet de nacht van Zaterdag op Zondag met waken en bidden worden doorgebracht. Het is 't werk van naam-christenen om in die nacht te slapen. Dat brengt ons weer in herinnering welk een goedkope godsdienst wij christenen van deze tijd hebben, wij protestanten tenminste. Want wat wordt er van ons geëist? Lange gebeden is uit den boze, niet waar? Dus we bidden heel haastig en een werkelijke omgang met God, die tijd vraagt, zal zeldzaam zijn. In kerkgaan zit het niet, dat weten we allemaal. Dus sommigen, die zich voor goede christenen houden gaan nooit naar de kerk en anderen alleen als zij er behoefte aan hebben en anderen zonder vreugde, zonder begeerte, en zonder gebed. Duizenden zonder waarachtig verlangen naar God. In kerkgaan zit het niet. Waar het dan wel in zit, weet ik niet. In allerlei wereldse dingen? In netjes leven? Wat is ons christendom toch goedkoop. Enkelen zijn er nog, gelijk de 7000 in de dagen van Elia, die werken om de spijze, die blijft. Maar verder, hele vurigen zijn soms dag en nacht op jacht om een jodengenoot te maken, maar hun eigen ziel vergeten zij des te meer. Ik geloof, dat het christendom minstens evenveel, ja zelfs meer van binnenuit sterft dan van buitenaf. We zouden het Apostolaat eens even moeten laten rusten om de opbouw der gemeente ter hand te nemen en christelijke vormen te scheppen. Daar helpt het drukste Apostolaat niet aan, evenmin als een vierdaagse Retraite. De hele wijze van leven in ons christendom moet veranderen.

Wij moeten niet langer aan alles meedoen, maar de omgang met God zoeken en anders blijft er van het Christendom in Nederland een schijntje over. Maar nu moeten wij niet denken, dat de mensen van het jaar 800 zo braaf waren. Och, het zijn altijd maar de enkelingen in alle tijden geweest, die het om God en Zijn geboden te doen was. En toch is de Kerk tot vandaag gebleven. Dat is het grootste wonder, wat er is.

Dat de mensen in en buiten de kerk niet veel veranderd zijn kan blijken uit de wet van koning Childebert van 554, waarin met name tegen dronkenschap en onzedelijkheid in de nacht van Zaterdag op Zondag en verder op de Zondag wordt gewaarschuwd. Karei de Grote moest vaak het verkopen op Zondag verbieden.

En als iemand niet naar deze Zondagswetten luisterde? Nou, Childebert begon met 100 geselslagen voor een slaaf vast te stellen. Een vrije kreeg opsluiting totdat hij schuld bekende en beterschap beloofde. Deze koning spreekt zelfs over kruisiging voor degenen, die in het kwade volharden. Koning Dagobert spreekt over verlies van een derde van het vermogen en tenslotte de vrijheid. Wie de ossen voor de vrachtkar spant is z'n rechteros kwijt.

Men gaf dus verschillende straffen, maar men werkte met krachtige hand om de Zondagsviering er in te krijgen en te houden. Tot zover over de Frankische wetten.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juli 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De Zondagswetten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juli 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's