Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuwe reformatie in België

Onder dit opschrift vond de Persschouwer in De Kruisbanier een artikel over de uitbreiding van het evangelie in België. Wat weten we eigenlijk weinig van het kerkelijk leven van dit land af. In de tijd van de reformatie leek het alsof België een protestants land zou worden. Maar Spanje en Rome hebben toen overwonnen. In de laatste jaren is er echter wel een opleving te bespeuren. De Kruisbanier schrijft dan:

Na de val van Antwerpen heeft de Reformatie zich op korte tijd naar het Noorden teruggetrokken. Dat ging niet vrijwillig. Spanje en de heersende Kerk zijn beiden aan 't werk gegaan om alle sporen der Hervorming uit te wissen, en daar waren alle middelen goed genoeg voor. Het was de tijd der Contra-Reformatie.

In het vrije België, vier eeuwen later, heeft het Evangelie echter weer zijn intocht gedaan, en wij hebben het beleefd dat vooral in de laatste 30 jaar allerwege nieuwe Evangelische Kerken ontstonden.

De Reformatie is teruggekeerd naar het Zuiden. En dat die gang niet meer te stuiten is zien wij ook in de laatste maanden. Weer zijn nieuwe kernen ontstaan waar het zuivere Evangelie met vrucht gepredikt wordt en zielen tot vrijheid zijn gekomen.

Boe-Onder deze willen wij vooral Turnhout, chout, Hasselt en Knokke noemen.

We vertellen hier iets over Turnhout. Kent u Turnhout?

Turnhout onderscheidt zich niet heel veel van

andere Belgische provinciesteden. Een stad van harde werkers, leutige Vlamingen en vrome kerkgangers. Want Turnhout is nog een van die plaatsen in het Vlaamse land, waar de Roomse Kerk nog leeft en op brede laqen van de bevolking haar stempel heeft gedrukt. Denkt u de Kerk eens weg uit Turnhout, de Kerk met haar processies en openbare manifestaties, haar invloed op allerlei terrein, maatschappelijk, cultureel, politiek. Dan zou Tuinhout niet meer te herkennen zijn.

Want die invloed is niet gering en lezers van ons blad, die in Brussel, Antwerpen of zelfs Mechelen wonen, kunnen zich die invloed zelfs niet voorstellen.

Turnhout onderscheidt zich van die andere steden alleen hierin dat het misschien wel het Rome van Vlaanderen zou kunnen worden genoemd.

Welnu, zou het nodig zijn in deze stad te komen evangeliseren?

Het lijkt er immers niet op dat er hier een tekort aan vroomheid zou ziin? Turnhout is nog niet ontkerstend als meniqe Waalse stad.

Men vergist zich echter met zo te spreken. Want ook in Turnhout begint de Kerk haar greep op het volk te verliezen en velen zijn er al die zelfs hun „Paasplicht" niet meer houden.

En dan, ook het schemerdonker van de Kerk van Rome moet wijken voor het licht van het vrije, ongebonden Envangelie. Daarom: predikt het Evangelie, óók in Turnhout.

De aanvang

Wijlen Dr August Parmentier, predikant bij de Methodistische Kerk, begon hier met evangelisatiewerk, dat hij echter weer spoedig moest onderbreken. Sedertdien leefden in Turnhout enkele Evangelische families, die onderling geen of weinig contact met elkander hadden. Aan evangelisatiewerk werd lange tijd niet meer gedacht, en Turnhout figureerde jaren lang als de grootste Belgische stad zonder Evangelische Kerk.

Misschien is het de geweldige macht van Kerk en traditie geweest, die de Evangelische christenen er deed voor terugschrikken om hier iets te beginnen.

Een nieuw begin

Tot dan eindelijk de Belgische Evangelische Zending besloot in Turnhout te beginnen. Niet met incidentele straatprediking of een samenkomst op een of andere weekdag. Maar met de oprichting van een vast centrum, van waaruit gewerkt kon worden. Mej. van Rossum, Bijbelcolportrice van de Zending, begon hier met het leggen der eerste contacten. Een gebouw in de Hofstraat no 16 werd gehuurd. Tractaatverspreiding, huisbezoek, leidden weldra tot het inrichten van een Zondagsgodsdienstoefening. En nu is daar al enkele maanden een geregeld kerkelijk leven. Er is een vrouwenvereniging, een Bijbelstudie, kinderbijeenkomsten. De gemeente is nog heel klein, maar telt toch al een twintig leden. En inmiddels wordt het evangelisatiewerk onverflauwd voortgezet: Bijbels worden verkocht, tractaten verspreid.

Het moet ons verheugen, dat in dit land, waar de roomse kerk al maar meer aan invloed inboet, het protestantisme groeiende is. Om onze lezers daarin te laten meeleven heeft de Persschouwer het bovenstaande overgenomen.

De honderdjarige toga

Niet altijd hebben de predikanten van de Hervormde Kerk de toga gedragen als ambtsgewaad, wanneer ze Woord en Sacramenten bedienden. Daarvan vertelt Dr A. Steenbeek in het Hervormd Weekblad De Gereformeerde Kerk het volgende:

Dit jaar is het honderd jaar geleden, dat de toga in de Hervormde Kerk in gebruik genomen werd. Te voren bestond er ook zo iets als een ambtsgewaad, de zgn. mantel en bef. De mantel was een strook laken, die men over de rug droeg, herinnering aan een daarvoor weer bestaand kerkelijk gewaad. En nu die bef nog. U raadt niet, waar die zijn oorsprong vindt. Zoals onze gesteven en glad gestreken boord zich ontwikkeld heeft uit de geplooide kraag, zo is de bef een herinnering aan... het kwijllapje!

Nu was er al in 1851 gevraagd om een synodale aanbeveling voor de toga. Toen echter durfden de synodale heren daartoe niet overqaan, hoewel zij de toga , , een deftig en gemakkelijk te dragen" ambtskleding vonden. In 1854 staat het er anders voor met de schroom voor nieuwigheden. De tijd heeft daaraan meegewerkt! In 1853 was een wet op de kerkgenootschappen aangenomen. Daarbij was het de „geestelijken" verboden zich in hun ambtskleding op straat te vertonen.

Gevolg was, dat de dominees en onder hen de progressieven in de eerste plaats, zich naar de mode van de tijd kleedden. De kleding saeculariseerde!

Dat was op straat niet erg. Maar de Svnode vreest, dat deze heren zich nu ook met de kleding van de straat ot> de kansels zouden wagen. En dat was wel erg. Zij waren van oordeel, dat ..plechtige handelingen, ook in een plechtig gewaad" moesten worden verricht. Dat was voor hen een reden, om naast de deftigheid van het gewaad, de toga aan te bevelen voor de plechtigheid.

Er werd nog meer van gezegd, dat onze aandacht Verdient. Met de toga wilde men in geen geval de dominee als een bijzondere stand tegenover „de leken" stellen. Dat was een goed Protestantse opmerking van de Hoogeerwaarde heren. Wij voelden ons van een andere geest dan zij, die heimelijk of openlijk trots waren op hun verlichte geest en in de rechtzinnigen van hun tijd obscuranten, d.i. duisterlingen zagen. Die zich ook ver verheven achtten boven het Roomse bijgeloof! Maar in hun zin voor nuchterheid en in hun ontkenning van de toga als kleed ter onderscheiding van „de geestelijken" van de stand der „leken" vallen wij hun bij. Een dominee is ook maar een mens, zeggen •— wij houden het woord gemakshalve even vast — de leken.

De dominee zelf spreekt dat niet tegen. Op zijn beurt verklaart hij: ik ben een mens, niets menselijks is mij vreemd! •

Op dogmatisch plan zeggen wij het weer anders. Wij geloven niet in een geestelijke élite, in de zin van een bijzonder priesterschap, met onverliesbaar karakter, waarmee geroepenen verwaardigd en begenadigd worden.

Aan die opmerking, hier besproken, van de nuchtere, liberale, rationalistisch gezinde synodale heren mogen wij om nog een andere reden herinneren. Zij is de volgende: Het is niet tegen te spreken, dat de toga populair is geworden. Dominees dragen en gemeenteleden zien haar graag. Maar deze begeerte naar de toga hebbe haar grenzen. Het is tegenwoordig of het wordt gebruikelijk, dat bij intrede of afscheid van een dominee, diens collega's zich in toga kleden. Ook dat ziet de gemeente graag. Uit het oogpunt van vertoon is het inderdaad een strelend schouwspel, als een rijtje getabberde voorgangers der gemeente de kerk binnenschrijdt. Maar wij gaan toch niet om en voor de show, niet voor een kijkspel naar de kerk. Als wij geen ambtelijke bezigheden hebben te verrichten, behoeven wij ook geen ambtelijke kleding aan te trekken. Wij vormen geen senatus universitatis, die bij plechtige gelegenheden geheel in toga, hier het geleerdenkleed, binnenkomt, maar wij zijn onder het gehoor één met de andere broeders en zusters onder de kansel. Wij vormen dan geen aparte geestelijke stand, door de toga van „de leken" onderscheiden. Daarom, doe als dominee-hoorder, maar gewoon, en geef dan eeuwig eer, onze God en Heer!

Het gevaar van de toga is, dat zij 's mensen aangeboren ijdelheid, — en wij zijn het roerend eens, dat een dominee ook maar een mens is — aanwakkert.

Een laatste opmerking over de toga is, dat zij niet het verplichte ambtsgewaad in onze kerk is. Haar opleggen deed de Synode in 1854 niet, wel tot het gebruik daarvan aanraden met een stichtelijke aanbeveling aan het slot. Verplicht is zij nog niet. Daarom is ook niet waar, wat wel eens heel vlot en heel globaal is beweerd: In de Hervormde Kerk is leervrijheid en in de Gereformeerde kerken bestaat kleervrijheid.

Om dat oordeel te corrigeren, zouden wij een nieuw gesprek moeten beginnen.

Het bovenstaande zal onze lezers zeker interesseren. Vandaar dat de Persschouwer het ook in zijn geheel aan zijn lezers doorgeeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's