Correspondentie

P. C. van S. te R.: U weet niet goed raad met de uitdrukking in de Geloofsbelijdenis van Athanasius: de Vader is ongeschapen, de Zoon is ongeschapen en de Heilige Geest is ongeschapen. U vraagt nu op welke plaatsen in de Bijbel u dit kunt vinden om hiervan overtuigd te worden. Op verschillende plaatsen in de Bijbel kunnen we lezen dat God eeuwig is. Hij Die alles geschapen heeft is immers Zelf niet geschapen, maar van eeuwigheid. Trouwens heel de Bijbel is een getuigenis van die eeuwigheid Gods.

Ik wijs u op enkele teksten: s. 90 : 1 en 2: Heere, Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht. Eer de bergen geboren waren en Gij de aarde en de wereld voortgebracht had, ja van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God". Openbaring 10 : 16: n Hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid". Bedenk hier ook, dat er onderscheid is tussen eeuwig en eeuwigdurend. God is alleen eeuwig. De engelen en de mensen zijn in de tijd geschapen, maar zij zullen eeuwigdurend bestaan. Zij zijn van de tijd tot de eeuwigheid. God is van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Ja maar, zegt u nu, dat wil ik van de Vader dan nog wel aannemen, doch wat lees ik nu in Openbaring 3:14? Dit is een bekende tekst van de Jehova-getuigen, die hiermee menen aan te kunnen tonen, dat de Heere Jezus niet God maar een schepsel is, zij het dan het eerste schepsel door God geschapen. De Heere Jezus wordt hier immers genoemd: et Begin der schepping Gods. Maar dit betekent iets gans anders dan zij aangeven. Hiermee kan de oude dwaling van Arius, die telkens weer opduikt, niet bewezen worden. Het Begin der Schepping Gods wil zeggen: ie de schepping in het aanzijn riep, haar Bron is, dus ook over haar de volle heerschappij heeft. Door het Woord, door de Zoon Gods, is de wereld geschapen. En Johannes zegt: n den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

De Jehova-getuigen lezen hier: en het Woord was een god. Maar dan mishandelt men toch de oorspronkelijke tekst wel zeer. Eens wilde een aanhanger van deze secte mij overtuigen dat hier werkelijk gelezen moest worden een god en niet God. Zo stond het in de oorspronkelijke Griekse tekst, zo beweerde hij. Hij had dit zelf gelezen. Toen ik hem echter mijn Griekse Nieuwe Testament voorhield, beleed hij dat hij deze taal niet lezen kon.

Ook Colossenzen 1:15 wordt hier door u aangehaald: ewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller creatuur. Het eerste is terstond duidelijk. Christus is het Beeld van de Onzienlijke. De Heere God heeft Zich geopenbaard in Hem. Wanneer Hij dan ook genoemd wordt: e Eerstgeborene aller creatuur, dan wordt de Zoon hier niet gesteld als eerste in de rij van al het geschapene. Dat wordt trouwens door vers 16 duidelijk weersproken: lle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. De Eerstgeborene aller creatuur geeft nu een zekere rangorde aan ten aanzien van de andere schepselen. , , Ten aanzien van al wat schepsel heet", zegt Prof. van Leeuwen in zijn Korte Verklaring op dit vers, „heeft de Zoon de rang en de waardigheid van een eerstgeborene". Het is er de apostel niet om te doen het Wezen van de Zoon te bepalen, maar om zo sterk mogelijk te doen uitkomen wat Christus voor de Zijnen is. Daarom moeten we het volgende vershier nauw bij betrekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen