Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige in het Heiligdom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige in het Heiligdom

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Ik zeg ulieden, deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.

Lucas 18:14.

Wij hebben met elkander gelet op de schijnheilige in het heiligdom. Wij hebben aandachtig gadegeslagen de onheilige in het heiligdom. De een was een Farizeër, en de ander een tollenaar. De overeenkomst tussen die beide tempelgangers hebben wij overdacht, nl. dat zij beiden ménsen worden genoemd, d.w.z. nietige schepselen, maar vooral van God afgevallen zondaren, geschapen goed en naar Gods evenbeeld, maar door de val in het Paradijs uit de vader der leugenen, die moordenaar van den beginne. En deze twee mensen kwamen ook hierin overeen, dat zij beiden opgingen naar de tempel om te bidden. Ge zoudt zeggen: er is weinig verschil tussen die twee.

Maar, wij hebben natuurlijk ook niet vergeten het gróte verschil tusscen deze twee mensen. De een was een Farizeër, streng in leer en leven, met eerbied begroet door het volk. Zulk een werd nu waarlijk geëerd als „een goedheilig man". De ander was een tollenaar, een pachter van de Romeinse belastingen, en die veelal bij het innen daarvan er niet tegenopzag om wat meer te eisen dan hem gezet, dan hem opgedragen was. Zo'n tollenaar was geen gaarne geziene tempelganger. Men sprak immers in één adem van „tollenaren en zondaren". Die tollenaars waren handlangers van de gehate Romeinen en verontreinigden zich door hun omgang met die heidenen.

Er was vooral, zoals wij met elkander overdachten, een groot verschil tussen deze twee mensen, tussen deze twee Israëlieten, tussen deze twee tempelgangers, tussen deze twee bidders, in inwendig en geestelijk opzicht. De een wandelde rustig en vroom, zelfverzekerd en hoogmoedig op de brede weg, die voert naar het eeuwig verderf. Op die weg wandelen immers ook vele godsdienstige, kerkse, stipt levende mensen! De ander was een onrustig gemaakte, een goddeloze vooral in eigen oog, een zoeker, die angstig vroeg: waar is toch de enge weg, die tot het leven leidt? en hoe kom ik er op? waar is de enge poort, die togang geeft tot deze weg des heils?

Maar, zo denkt misschien deze of gene l^zer, maar wij zijn toch geen hartekenners. Neen, dat is inderdaad zo. Wij kunnen ons in twee mensen, in twee kerkgangers, zeer vergissen. En daarom is het maar het beste, het oordeel aan God over te laten. Hij vergist Zich nooit. Dat zijn wij goed eens. Juist echter, omdat de Heere Zich nooit vergist, blijf ik toch bij mijn tekening van het inwendige van de Farizeër en de tollenaar, want zij is ontleend, niet aan ons opmerken, aan onze psychologie, onze zielkunde, maar aan het onderricht van de grote Profeet, onze Heere Jezus Christus. Hij heeft ons een geschilderd portret gegeven van deze beide mensen, waarin hun inwendig leven geopenbaard wordt. Zo kan de beste portretschilder uw beeltenis niet schilderen. Hij maakt u, somtijds lelijker, meestal mooier, dan gij zijt. En, al poogt hij het te doen, en, al schildert hij een zogenaamd lévend portret, toch kan hij de ziel in het geestelijke niet tot openbaring brengen in het oog en in de gelaatstrekken. Neen! in dit opzicht geeft de gelijkenis van de Farizeër en de tollenaar ons een sprekend gelijkend, een levend schilderij van elk van deze twee mensen. Het is een schilderij, zeer getrouw, van twee zielen.

Is uw portret h' "r i~rchilderd? Is uw naam hier genoenu: ^j gelijk aan de Farizeër, die geen j . om te bidden had, die alleen maar zoveel dankensstof vond in zichzelf en in zijn leven. Mijn lezer, vreselijk is het, als een schijnheilige in het heiligdom te verker in!

Of is uw portret als dat van de tollenaar? Zijt gij onder het ontdekkend licht van Gods Woord en Geest gekomen onder het recht van God? Zijt gij zondaar voor God geworden, die alleen maar kan roepen om genade! „O God! wees mij zondaar genadig"? Beeft gij bij de gedachte, dat de Heere Jezus u misschien stelt naast de Farizer? Verontrust u de overlegging: bij alle verschil toch in de grond van die amilie? Of beeft gij diep: ik ben nog veel inder dan die tollenaar. Ach, was bij mij aar dat als een onwaardige van verre taan, dat beschaamd, verlegen, schuldig iet durven opheffen van mijn ogen naar e hemel, dat slaan op mijn borst in zielemart en zelfveroordeling, als een, die de ood verdiend heeft, dat roepen in de dag er benauwdheid: „O God! wees mij zonaar genadig!" — Mocht ik maar als een nheilige in het Heiligdom de toevlucht emen tot de Heere Jezus, de Heilige in et Heiligdom!

Ja, dat is de Middelaar en Verlosser, die ten 40ste dage reeds aan God de Vader mocht worden voorgesteld in het Heiligdom als het Heilige uit de maagd Maria geboren, zonder erfschuld en zonder erfsmet. Hier kan ik niet nalaten met u te lezen die wonderlijke, die onwaardeerbaar schone 14de Zondagsafdeling van onze Heidelbergse Catechismus: „Wat is dat gezegd: Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria?

Dat de eeuwige Zone Gods, Die waarachtig en eeuwig God is en blijft, ware menselijke natuur uit het vlees en bloed der maagd Maria door de werking des Heiligen Geestes aangenomen heeft, opdat Hij ook het ware zaad Davids zij, Zijn broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde.

Wat nuttigheid bekomt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?

Dat Hij onze Middelaar is, en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt."

Zo kwam de Heilige in het Heiligdom reeds in Zijn prille jeugd, nog geen zes weken oud, om God de Vader te worden voorgesteld, Die in Zijn Woord door Zijn dienstknecht Paulus, een bekeerde Farizeër (ja, die kunnen, Gode zij dank, ook bekeerd worden, en in Christus door het geloof ingelijfd), die Heilige in het heilogdom aldus laat prediken: „Waarom Hij

ook volkomenlijk kan zalig maken degenen. d ; e door Hem tot God gaan. alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Want zodanig een Hogepriester betaamde ons. heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden" (Hebr. 7:25 en 26).

Zo kwam deze Heilige in het He : ligdom ook, toen Hij Zichzelf ten offer bracht tot in het vergieten van Zijn b'oed op het altaar des kruises, opdat tollenaren. als Levi en Zacheüs, opdat zelfs Farizeërs, als Nicodemus en Saulus, door God gerechtvaardigd zouden worden door het geloof in Hem. Ja, dat is de weg, door het geloof voor God rechtvaardig, in Hem, de Heilige in het Heiligdom op aarde en in het hemels Heiligdom.

Hij is van God gegeven tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing. Hoe onmisbaar, hoe dierbaar is toch de lijdende Verlosser. Aan tollenaars, die zichzelf als zondaren hebben leren kennen, en die uit de diepte van hun zilenood roepen: „O God! wees mij zondaar genadig", geeft Hij de verzekering van de vergeving van al hun zonden, en van hun rechtvaardigmaking. Dat blijkt uit onze gelijkenis, waarin wij met elkander lezen: „Ik zeg ulieden, deze (d.i. de tollenaar) ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die, want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd orden, en d'e zichzelf vernedert, zal veroogd worden."

Welk een gezaghebbend woord, gesproken door de Heilige in het heiligdom! En Hij heeft recht alzo te spreken, want Hij is het, die de zonden van Zijn volk op Zich heeft genomen, en hun de volkomen gerechtigheid verworven. Hij is het, van Wie de profeet Jeremia reeds zo uitlokkend mocht getuigen: „En dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem noemen zal: De Heere onze gerechtighe'd" (Jer.

23 : 5). Ja, dat is Hij, Die aan Gods gerechtigheid volkomen genoeg gedaan heeft. Die de zaligheid voor rampzaligen in eigen oog niet alleen heeft verdiend door Zijn volbrengen van de Wet des Heeren en door Zijn borgtochtelijk lijden en sterven, maar Die de verworven zaligheid ook schenkt en toepast, opgestaan, ten gevaren, zittende ter rechterhand Gods, en als vrucht daarvan ook Z» ; n Geest uitstortende, opdat deze Geest zou waarmaken de belofte: Maar wa-jneer Die zal gekomen zijn. nl. de Geest der waarheid. Hij zal u in al de waarheid loden, want Hij zal van Zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij zal geho"> rd hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen" (Joh. 16:13 en 14).

Zo leert een zondaar door het onderwijs op de school des Heiligen Geestes de Heilige in het Heiligdom op aarde en in de hemel kennen, hier beneden in beginsel en daarboven in volkomenheid. Dan is het in verbrokenheid des harten en in hartelijk geloofsvertrouwen met Luther: „Ik ben Uw zonde, en Gij zijt mijn gerechtigheid."

Wat is dat een afbrekende, maar ook opbouwende les! Zulk een les hebben wij nodig, zal het wel met ons zijn. Het is een les, wnaraan de leerlingen van deze Hogeschool des Geestes hun ganse leven hebben te leren. Eerst in de hemel zult gij haar volkomen kennen. Bij uw sterven gaat gij verlost van alle schijnheiligheid en van alle onheiligheid, gerechtvaardigd en geheiligd, vernederd en verhoogd naar het hemels Heiligdom, waar de Hogepriester der toekomende goederen is als de Heilige in dat Heiligdom. Daar zullen al de Zijnen delen in Zijn heilioheid, eeuwig delen in de genade van de Heere Jezus Christus, in de liefde van God de Vader, en in de gemeenschap des Heiligen Geestes.

O, welk een blij vooruitzicht! Bij wijlen moogt gij er hier een voorsmaak van genieten in de rechtvaardigmaking door het geloof en in de heiligmaking door de Heilige Geest. Dan is het, van die voorsmaak genietende, met de apostel Paulus. en met alle geliefden Gods en geroepene heiligen, die te Rome waren: Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus; door Welke wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods" (Rom. 5:1 en 2). Welk een veelbelovende hoop voor een gerechtvaardigde zondaar!

Dan is het ook, van die voorsmaak genietende, onder de leiding van de Geest der heiligmaking, met diezelfde Apostel Paulus, en met diezelfde geliefden Gods en geroepene heiligen, die te Rome waren, ja, met de ganse strijdende Kerk van alle eeuwen en van alle plaatsen, de echte, de begeerlijke „Oecumene": Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God. en medeërfgenamen van Christus, zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden" (Rom. 8 : 16 en 17).

Welk een perspectief! Daar zit de eeuwigheid in. Eeuwig met de Vader, met de Zoon, en met de Heilige Geest. Eeuwig in het volle bezit, waarvan hier nog maar de rente wordt genoten (en dat is al zo rijk), van een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u. voor u schuldige, maar gerechtvaardigde tollenaars, voor arme zondaren. Kunt gij wel eens niet met heimwee uitzien naar dat hemels heiligdom, waar gij. verlost van alle schijnheiligheid, en onheiligheid, ook na uw bekering. tot aan uw laatste snik toe. als gerechtvaardigden en als geheiligden zult verkeren, zonder ooit meer te kunnen zondigen, met Christus, de Heilige in het Heiligdom. aan Wie gij dit alles te danken hebt? Dan zal het zijn uit de volheid de3 harten, zonder enige bijgedachte, zonder enige wanklank, met dat kleine, maar wonderrijke versje in uw kinderjaren al geleerd en gezongen: Zingt nu blij te moe 't Machtig Opperwezen Ene lofzang toe; Om ons heilgenot Worde Jakobs God Met gejuich geprezen.

Ongetwijfeld heeft de tollenaar hiervan ook een voorsmaak ontvangen, toen hij afging gerechtvaardigd in zijn huis, toen hij als een vernederde mocht delen niet in de verhoging door mensen, maar in de verhoging Gods. Ja. zo was het, want de mond der waarheid Zelf getuigt het: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis. Het bewustzijn van de vergeving van zonden, van het vrijgesproken zijn van schuld en van straf, en van een recht op het eeuwige leven mocht hij in zich omdragen. Hij kwam wel heel anders in zijn huis dan hij er uitgegaan was. Er kan door Gods genade in korte tijd zoveel gebeuren. Nu was zijn huis geen tolhuis meer met veel geldzucht, afzetterij en allerlei zonden. Hij was gegaan onder de leiding van Gods Geest van het tolhuis naar de tempel, een moeilijke weg, een weg door de diepte. Zie hem daar maar van verre staan in de tempel, met beschaamd gezicht, slaande op zijn borst, en hoor hem snikkend bidden: „O God! wees mij zondaar genadig!" Maar het was ook een zalige weg. De Heere Zelf zegt het: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis. En nu was dat huis geworden van een tolhuis een huis des gebeds. Alles anders! In beginsel, zeer zeker! Een klein beginsel. Maar toch alles in wezen nieuw. Een nieuw schepsel in een nieuw huis!

Hebt gij daar kennis aan? Vergeet het toch niet, er zijn in de grond maar twee soorten van mensen Zijt gij nog vervreemd van het levei Gods, dan past ook op u de bedreiging van het oordeel van Christus over de Farizeër, dat doorklinkt in Zijn zaligspreking van de tollenaar: „Ik zeg ulieden, deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelf vernedert, zal verhoogd worden." Beproef uzelf!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De Heilige in het Heiligdom

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's