Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een provinciale kerkvergadering komt samen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een provinciale kerkvergadering komt samen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Er bestaat aanleiding om, enkele jaren na de invoering van de nieuwe kerkorde, eens te vragen hoe de kerkelijke vergaderingen functionneren. Meer dan honderd jaar heeft de kerk geleefd onder de besturen. Het was echter de bedoeling van de opstellers van de nieuwe kerkorde, dat de kerk nu weer bijeen zou komen in haar meerdere vergaderingen en dat daar de stoffelijke en geestelijke belangen van de kerk zouden worden besproken in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der vaderen. Zoals onze lezers kunnen weten hebben we van meetaf bezwaar gehad tegen deze formulering van artikel 10, daar we niet nauwkeurig de hechte band met de drie belijdenisgeschriften onzer kerk daarin neergelegd zagen.

Overigens zou met dit artikel 10 nog wel goed gewerkt kunnen worden, wanneer de leden van de kerkelijke vergadering in hun hart en geweten gebonden waren aan de belijdenis der kerk, zoals onder de Dordtse Kerkorde iedere predikant en elk lid van een meerdere vergadering zijn instemming moest betuigen met de belijdenis der kerk-, behoudens het recht op beroep, dat ieder had op de Heilige Schrift, wanneer hij meende dat de belijdenis duidelijk met die Schrift in strijd kwam.

Maar in de loop der jaren, toen er geen leertucht was in de kerk en toen ieder vrij zijn eigen particuliere meningen verkondigen mocht, is de kerk zozeer ontzonken aan haar belijdenis, dat men zijn hart wel vast moet houden wanneer er belijdeniskwesties op de tafel van een meerdere vergadering komen. Bovendien hebben we een kerk met verschillende modaliteiten. die alle meer of minder door de leidende personen erkend worden en die alle weer hun eigen interpretatie hebben van artikel 10. Door de generale synode is destijds beslist afgewezen een voorstel van de zijde van de gereformeerde bond om in artikel 10 duidelijker de band met de belijdenis tot uitdrukking te brengen door daar te lezen, dat de kerk heeft te spreken en te leren in gemeenschap met en in overeenstemming met de belijdenis der kerk.

Toen eenmaal de nieuwe kerkorde aangenomen was hebben we er op gewezen, dat het nu de taak was van de gereformeerde belijders om te getuigen op de meerdere vergaderingen tegen alles wat in strijd was met Gods Woord en de kerk op te roepen tot bekering. Sommige mensen menen, dat men niet in een meerdere vergadering zitting moet nemen als gereformeerd belijder omdat er toch niets te bereiken is. Ze houden zich geheel afzijdig van het kerkelijk leven. Deze houding moeten we echter beslist afwijzen. Waar we ook geroepen worden om mede leiding te geven, zullen we aan deze roepstem gehoor moeten geven, al ontveinzen we ons niet, dat men daardoor dikwijls in 'n moeilijke situatie komt, daar men menigmaal zal moeten getuigen tegen verschillende voorstellen, die door de meerderheid toch worden doorgezet. Het valt niet mee om vele malen neen te moeten zeggen om des beginsels wil. En we mogen wel telkens vragen om de leiding van de Heilige Geest om niet alleen te getuigen vanuit een negatieve houding, maar bovenal met een getuigenis te komen op grond van de Heilige Schrift. Sommige maken zich van dit alles gemakkelijk af door te zeggen, dat het och niets helpt. Maar we zullen begrijpen,

dat men daardoor zijn roeping verzaakt. En we weten niet wat helpt of niet helpt. Wij hebben te komen met de eis van Gods Woord en die neer te leggen in het midden van de vergadering.

Een grote nood is echter, dat ook de gereformeerde belijders zo menigmaal ontzonken zijn aan de belijdenis. O zeker, velen kennen die belijdenis nog wel, maar alleen verstandelijk. Anderen roemen zelfs in de belijdenis zonder haar te kennen. We moeten echter de belijdenis niet alleen kennen met het verstand, we moeten haar beleven. De belijdenis moet in ons leven. Wij geloven met het hart en belijden met de mond

Maar laten we terugkeren tot ons uitgangspunt. We zouden immers willen onderzoeken hoe de kerkelijke vergaderingen onder de nieuwe kerkorde functionneren. Toen destijds in 1951 de provinciale kerkbesturen haar bevoegdheden overdroegen aan de provinciale kerkvergaderingen, heeft de bekende Ds P. de Bruin van Driebergen, die vele jaren voorzitter is geweest van de Algemene Synode der kerk, als voorzitter van het provinciaal kerkbestuur van Utrecht een waardig woord gesproken. Hij wees er op dat de oude besturen de taak hadden de rust en de orde te handhaven in de kerk en dat ze zich over het algemeen zeer ijverig en gewetensvol aan die taak hebben gewijd, maar dat ze niet hebben kunnen verhinderen, dat er scheuringen in de Hervormde Kerk zijn ontstaan en afscheidingen hebben plaatsgevonden. Hij wees er bovendien op, dat de kerkelijke vergaderingen zich nu zullen moeten bezighouden met de waarheidsvraag. Hij ontveinsde zich niet, dat de nieuwe kerkorde niet de redding betekende voor de kerk, maar dat nodig is, dat de Heilige Geest de kerkelijke hof zou doorwaaien.

Over de provinciale kerkvergadering merkte hij op, dat ze een zeer beperkte taak had en dat het gevaar groot was, dat het een „lege" vergadering zou blijken te zijn, aangezien zij een groot deel van de werkzaamheden van de provinciale kerkbesturen niet meer te vervullen zou hebben, daar deze gesteld waren in de handen van diverse commissies en organen.

Daar we zelf lid zijn van de provinciale kerkvergadering van Utrecht zouden we hierbij willen aanknopen en ons afvragen of de voorspelling van Ds de Bruin uitgekomen is. Men heeft wel eens opgemerkt, dat een vergadering zoveel betekent als de leden er van maken. Dat is ten dele waar en dat mag ook niet uit het oog verloren worden bij de vraag die we gesteld hebben. Maar aan de andere kant kunnen de taken van een kerkelijke vergadering toch wel zo beperkt wezen, dat er niets van te maken is. Enkele jaren is de provinciale kerkvergadering van Utrecht een betrekkelijk „lege" vergadering gebleven, hoewel het moderamen getracht heeft er toch iets van te maken. Op conferenties werden belangrijke vragen in verband met de belijdenis besproken en er kwam openbaar dat er toch een andere geest heerste en dat er andere mogelijkheden waren dan onder de besturen.

Maar toch heeft de provinciale kerkvergadering van Utrecht pas goed gestalte gekregen in de laatste maanden toen er een gravamen ter tafel lag tegen de Dordtse Leerregels, waaraan drie vergaderingen zijn gewijd waarop deze zaak zeer diepgaand en indringend is besproken. En om u iets van het werk van de provinciale kerkvergadering te laten zien, willen u vertellen van de behandeling van dat gravamen. waarvan we nu alvast willen zeggen, dat we dankbaar zijn. dat we dit hebben meegemaakt. We hebben in de loop der jaren al op verschillende wijze kritiek moeten uiten, we zijn blij dat we nu ook dit^ens ronduit kunnen zeggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Een provinciale kerkvergadering komt samen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's