Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEVINDING EN MYSTIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEVINDING EN MYSTIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

De Apostel Paulus verklaart in zijn brieven: Dezelfde dingen aan u te schrijven is mij niet verdrietig en het is zo nuttig. Dat moet u ook maar denken, lezer, als u eens iets van mijn hand leest, waarvan u denkt, dat is een oud onderwerp.

Een lezer had in een artikel van enige maanden geleden gelezen: , , Bevinding en mystiek is niet hetzelfde". En nu schrijft hij: „Ik dacht dat mystiek een weinig gebruikt woord was voor hetzelfde wat met bevinding bedoeld wordt. Is het erg veel gevraagd om dit verschil toe te lichten in het Gereformeerd Weekblad? " Natuurlijk wil ik dat gaarne proberen toe te lichten. Maar dan wil ik voorop zetten, dat woorden hun betekenis krijgen in het gebruik. De oude Romeinen plachten te zeggen: verba valent usu. Dat drukt hetzelfde uit. Het wordt echter moeilijker als de een het woord paard gebruikt voor een koe en de ander een koe gewoon een koe noemt. En zo is het met mystiek ook. Daar is al dit verschil in deze twee woorden, dat mystiek een wereldwoord is en bevinding echt Nederlands. Het zou mij niet verwonderen of het was moeilijk het woord bevinding in Duits of Engels of Frans of welke taal ook over te zetten.

Mystiek is 'n woord, dat al lang gebruikt werd, voordat er een Nederlandse taal was. Het woord komt zo regelrecht uit de Griekse taal gelopen. Het komt van een werkwoord dat betekent de ogen sluiten of ook de mond sluiten. Deze betekenis van het woord is een mooi aanknopingspunt. Bij de mystiek heeft men te doen met ervaringen, waarbij alles zich afspeelt in de ziel, en verborgene dingen in het verborgene worden aanschouwd. Maar bij de bevinding heeft men te doen met het geopenbaarde woord. Bij de mystiek moet men de ogen sluiten voor alles wat met de uitwendige ogen — om zo te zeggen — waarneembaar is. Bij de bevinding opent de H. Geest voor wat zintuigelijk-waarneembaar in de H. Schrift geschreven staat en in de mens te vinden is.

De mystieken onder de heidenen hadden allerlei gebruiken en oefeningen en middelen, waaronder ook muziek en dans en stil zitten staren, om een mens tot mystieke ervaringen te brengen. De bedoeling was om onmiddellijk met God in aanraking te komen. Hier hebt ge weer zo'n tegenstelling met de bevinding. De man der bevinding kent God uit en door Zijn Woord. De man der mystiek uit aanschouwing. Daarom hadden de Grieken wel mystiek, doch geen bevinding, want zij hadden het Woord Gods niet. Dat was aan Israël toebetrouwd. En dan is er nog wat. Mystiek leidt tot de gedachte dat God en mens één zijn. Bevinding bewaart altijd het onderscheid. God blijft daar God en de mens blijft daar schepsel. Wat echter wel mogelijk is, is dit, dat in de taal der bevinding mystieke termen worden gebruikt. Schortinghuis heeft daar in der tijd nog al wat over moeten horen. De bezwaren tegen zijn boek „Het innige Christendom" hingen samen o.a. met enkele mystiek-klinkende termen. De theologische faculteit, die het boek moest beoordelen koesterde „vrees voor mysticisme, waarbij de ziel in het Al vervloeit".

Hier hebt ge die eenheid van God en mens, die de mystiek leert. Laat ik even iets mogen aanhalen van meester Eckhart uit de Middeleeuwen: Het oog, waarin ik God zie, is hetzelfde oog, waarin God mij ziet. Mjjn oog en Gods oog is één oog en één gezicht en één kennen en één liefde. Van deze Eckhart zegt Dr Berkhof in zijn „Geschiedenis der Kerk": „Door Eckhart is God, het enige in alle werkzame zijn. De mens heeft in de „zielegrond" een „vonkje" van dat zijn. De zaligheid bestaat daarin, dat de ziel van haar eenheid met de Godheid bewust wordt. Dat is de geboorte Gods in de ziel". Het verschil met de bevinding springt hier wel duidelijk in het oog. Daar wordt de ziel zich bewust van haar gescheidenheid van God. Zij vindt tenslotte in de ziel niets dan een grote ledigheid en verdorvenheid, wat de mens er toe brengt de noodzakelijkheid van Christus te zien. Om u te laten zien wat mystiek is volgt hier nog een zin uit Berkhof: „De grondovertuiging der mystiek van alle tijden is, dat het diepst van 's mensen ziel een stuk der Godheid is, en dat de mens door een trapsgewijze voortschrijdende verinnerlijking tot éénwording met het goddelijke moet geraken".

Nu nog even Schortinghuis. Hij had gesproken van een „versmelten der ziel in de gloed der uitnemende liefde van Christus". Daar vreesden de professoren een mystieke gedachte te zien. Doch Schortinghuis antwoordt: Helemaal niet. Van een eenheid met het wezen Gods wil ik niet weten. Met versmelten bedoel ik: „dat heilig verwonderen, aanbidden, eerbiedigen, hartelijk week, aangedaan en smeLtende worden over die onuitsprekelijke volle oceaan een fontein van de liefde van Christus". Men ziet, dat het probleem van de mystiek aan de orde geweest is en dat mystiek wat anders is dan bevinding. In deze geest heeft Schortinghuis ook zijn vijf nieten verdedigd. Ds N. Hartman van Zwolle had hem verweten: „Schortinghuis is een mystiek". De laatste gaat daar fel tegen in. Hij is geen bedorven mystiek. Als hij leert, dat een mens niet weet en niet kan en niet wil en niet heeft en niet deugt, bedoelt hij geen lijdelijkheid, welke in geestelijke luiheid en noodlotsleer onder gaat. Hij wil daarmee slechts dit uitspreken: „ook de gelovige blijft, evenals de onwedergeborene, in de geestelijke strijd een nederlaag lijden in zichzelf". Maar dan heeft Schortinghuis tot zijn tegenstander dit te zeggen: „Ik verwonder mij gans niet, dat deze vijf nieten, die gene zo vreemd voorkomen, die zulke hoogvliegers zijn, die naar klare verbeelding alles weten, alles kunnen, alles willen, alles hebben en tot alles vaardig en bekwaam zijn". Men zou kunnen vragen wat het verschil is tussen de man van bevinding, de mystiek en b.v. Ds Hartman. Wel, de laatste komt op voor de waarde van de letterkennis. Daar is op zichzelf niets tegen, als wij er maar niet bij blijven staan. Dat is het juist, waar de bevinding voor opkomt, dat we aan de letterkennis niet genoeg hebben. Schortinghuis zegt: De Heilige Schrift is het middel om door het geloof in Christus zalig te maken. Maar de letters als zodanig baten niet, tenzij de verlichting door de Heilige Geest en geloof in Christus zij.

Nu komen wij nog eens op het woord mystiek. Ik heb er iets van laten zien, wat het in z'n oorspronkelijk wezen betekent. Dan drukt het uit de beleving van een éénzijn met het goddelijke. Deze eenheid is er altijd geweest. De mystieke ervaring is dan, dat de mystieke mens zich van die eenheid bewust wordt. Hij vindt haar in zijn ziel als altijd daar aanwezig en aanwezig geweest. Van deze mystiek willen wij niets weten en van deze vereniging met de godheid evenmin. Deze eenheid is in onze ogen een inbeelding. Maar wel willen wij spreken van een andere vereniging met God door Christus en in het geloof. Dat wordt dan een persoonlijke geloofsvereniging met God. Die wordt in de tijd gegeven en is niet van nature aanwezig. Als men dit mystiek wil noemen, omdat het ook over een verborgen vereniging spreekt mag dat wel, doch dit is m.i. niet van gevaar ontbloot. Dat oude heidense woord mystiek is net als een vat, waarvan de vorige inhoud zich meedeelt aan de nieuwe inhoud.

Ik heb een andere vraag in dit verband. Zijn onder de Christenen mystieke ervaringen, die we kunnen en moeten onderscheiden van de bevinding? Het komt mij voor van wel. Ik denk hierbij aan 2 Gor. 12 : 1—4. Daar verhaalt de Apostel Paulus, dat hij is opgetrokken geweest in de derde hemel. Hier is dus een onmiddellijke ervaring en aanschouwen van de dingen Gods. Hier moet ook gezwegen worden, want de Apostel ziet onuitsprekelijke dingen. Het is een geweldig stuk voor de Apostel geweest. Maar welke waarde heeft Hij er aan toegekend voor de zaligheid? Ik meen te mogen zeggen, dat deze en andere dergelijke ervaringen voor hem geen grond of fundament zijner zaligheid zijn geweest. Hij had de vaste grond en zijn nieuwe leven in Christus gevonden. Dat moge voor deze of gene een onderwijzing zijn. Het komt nog wel eens voor, dat iemand iets bijzonders ondervindt, iets mystiekachtigs, als ik het zo zeggen mag. Daar komt een bijzonder licht in zijn ziel. Hij ziet of hoort hemelse gezichten of klanken. Hij wordt overstelpt van liefde, zonder dat zij voortvloeit uit een opening der Schriften of een gezicht op de Borg. Nu zeg ik niet, dat deze dingen niet bestaan. Ik zeg alleen dat zij tot een andere groep van dingen behoren als de bevinding. Zij zijn niet met het Woord Gods verbonden en alleen op dit fundament der Profeten en Apostelen is de Gemeente Gods gebouwd.

Wat zou ik dan onder bevinding willen verstaan? Dat kunnen we misschien het

beste omschrijven als wij beginnen met de tegenstelling van bevinding. Die is gemakkelijk te vinden, want wij plegen te zeggen: Verstandelijke kennis is niet genoeg, het moet bevindelijke kennis zijn. Dus de tegenstelling van de bevinding is bloot verstandelijke kennis of letterkennis, waarvan de vrucht is een historieel geloof. Bloot verstandelijke kennis is algemeen, bevindelijke kennis is persoonlijk. Waar gaat het dus om in de bevinding? Ik zou het zo willen zeggen: het gaat hierom, dat de mens de waarheid van de letter en van God in de letter ondervindt.

De Schrift zegt b.v.: „Door de Wet is de kennis der zonde". Bevindelijke kennis van deze uitspraak der Schrift is nu, dat wij onze zonde in het licht van de eis der wet Gods leren kennen. Wij zien de eis der Wet. Mogelijk is deze eis in een plotselinge verlichting van het verstand tot ons gekomen. We zien innerlijk, dat deze Wet en deze eis van God is. Wij zien God met waarschuwende en dreigende vinger in de woorden der Wet. De letter is er, doch de ondervinding dat het Gods eis is, komt in die letter op de betrokkene af. Zo is het ook met het evangelie. Daar staat in, dat Jezus Christus gekomen is om zondaren zalig te maken, het verlorene te zoeken en al deze dingen.

Toen Luther dit evangelie las, zei hij echter, wat is het mooi, maar ik heb er niets aan, zolang ik niet weet of het voor mij is. In de bevinding komt in het evangelie God tot de mens als liefde. Hij opent de Schrift. De mens ziet wat er staat. Hij ziet ook wie hij is. Hij ziet, dat hij die zondaar is, die daar genoemd wordt. Hij is de goddeloze, de machteloze, de verdorvene en voor hem is Christus. Nu gebeurt wat in 1 Corinthe 12 staat. Hij kan zeggen, dat Jezus de Heere is door de Heilige Geest. Nu geschiedt wat in 2 Cor. 4 staat: God schijnt in het hart. in het aangezicht van de Christus der Schriften. Zo kan iedere tekst een tekst worden, die men bevindelijk leert kennen. „Wie bidt ontvangt" staat er. Het bidden doen wij, maar het ontvangen veronderstelt een geven dat door God geschiedt.

Bevinding is de ondervinding van dat ontvangen. Ik hoef hier niet veel aan toe te voegen. Ieder kan het verder aanvullen. Maar wij moeten de kern van de zaak in het oog houden. Bij de bevinding gaat het om iets, dat rechtstreeks met het Woord

Gods in verband staat en daardoor bemiddeld wordt. Bij de mystiek gaat het om iets buiten het Woord om. Dit laatste is tenminste de echte mystiek gerekend vanaf haar oorsprong.

We willen het verschil tussen mystiek en bevinding nader toelichten en verduidelijken door iets te vertellen uit het leven van Theodorus a Brakel. Maar dat bewaren we voor de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

BEVINDING EN MYSTIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's