Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gravamen tegen de Dordtse Leerregels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gravamen tegen de Dordtse Leerregels

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige week beloofden we nader in te gaan op de teksten, die genoemd worden bij artikel 6, daar collega Duetz meent, dat deze niets zeggen over een eeuwig besluit. Neem eerst maar Efeze 1 : 4. De vaderen halen deze tekst aan in de verwerping der dwalingen: Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem vóór de grondlegging der wereld. Dus de uitverkiezing is geschied vóór de grondlegging der wereld. Efeze 1:11 zegt dan, dat die uitverkiezing vast lag in Gods Raad. Wat wil collega Duetz nog meer? Moet er ergens in de bijbel staan: ollega Duetz heeft ongelijk? Vermoedelijk zou hij trachten dit als een later invoegsel te doen beschouwen. Ik heb over dit alles in het nummer van 3 en 10 Dec. uitvoeriger geschreven, maar collega Duetz handhaaft eenvoudig: de vaderen halen geen enkel woord aan, waaruit blijkt " Dit gaat toch te ver! Wie deze teksten leest in het geheel van de Schrift, kan ze niet zomaar opzij zetten.

En als er van een uitverkiezing sprake is, dan zijn er ook die voorbijgegaan worden. Dan is er Hand. 13 : 48: en er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven". Daarover heeft collega Duetz enkele opmerkingen gemaakt bij artikel 10: at tenslotte de aangehaalde woorden uit Hand. 13 : 48 betreft, waarin men meent een uitspraak van een raadsbesluit Gods te lezen, sla het verband in uw bijbel op en dan bemerkt u dat de werkelijke zin anders is. Er gaat aan vooraf vers 46b: Het was nodig dat eerst tot u het Woord Gods werd gesproken, doch nu gij het verstoot en u het eeuwige leven niet waardig keurt, zie, nu wenden wij ons tot de heidenen. Tegenover de het Woord Gods verstotende Joden, die blijkens vers 45 met nijd vervuld zijn over het feit, dat er zulk een grote schare heidenen naar Paulus en Barnabas is komen luisteren, worden gesteld de heidenen, die het Woord Gods met blijdschap aanhoren en het verheerlijken (vs 48). Tegenover de Joden, die zich het eeuwige leven niet waardig keuren — let op de humor, die er in deze woorden schuilt — worden gesteld allen die bestemd waren ten eeuwigen leven en het woord geloofden. Het Griekse woord wat hier vertaald wordt door bestemd, betekent in zijn meest eenvoudige betekenis ordenen, toebereiden."

Dus als we college Duetz geloven mogen staat er in Hand. 13 : 48 niet meer dan dat zij geloofden, die toebereid waren. Ik vraag mij af, wat dit kan betekenen. Helaas onthoudt hij ons dit. Waren zij erg vroom? Waren zij erg goddeloos in hun eigen oog? Wat waren zij? En wie had hen toebereid Had God ze toebereid? Waarom heeft God de Joden dan niet toebereid? Kan collega Duetz dat wellicht ons verklaren? Ik betreur het, dat de exegese van onze collega nergens op ingaat. Ik ga dus maar verder zoeken. Eerst andere vertalingen.

De Nieuwe Vertaling zegt: die bestemd waren ten eeuwigen leven kwamen tot geloof. Wat heeft collega Duetz hiertegen te zeggen? Heeft hij geen andere vertalingen geraadpleegd? De Canisiusvertaling zegt: en allen die voorbeschikt waren. Prof. A. Brouwer: en zij die voor het leven der komende eeuw beschikt waren. Niet

geschikt maar beschikt. De Leidse Vertaling: ovelen ten eeuwigen leven voorbeschikt waren. Beyer in Das N.T. Deutsch: ie zum ewigen Leben bestimmt waren. H. H. Wendt in de Meyer-Kommentar: et gelovig worden wordt op Goddelijke voorbestemming tot de zaligheid teruggevoerd, om de stand der zaligheid als een stand der genade te kenmerken. Vg. Rom. 8 : 28w. Efeze 1 : 4w, 11; 1 Petr. 1 : lv. Daarin dat hier bij de heidenen de bepaaldheid van 't geloof door de Goddelijke voorverordinering tot de genade, voorheen echter bij de Joden het ongeloof als schuldige zelfbepaling beoordeeld wordt, drukt zich niet een haat tegen de Joden uit". Ik geef dit een weinig uitvoerig om collega Duetz te laten zien, dat men het ongeloof aan de mens en het geloof aan God in de H. Schrift toegeschreven vindt, precies zoals de Leerregels het doen. Ja maar, zal hij zeggen, daar is geen besluit van? Hoe wil men de Raad van zijn wil dan noemen? Ja maar het is niet eeuwig. Wat is dan „voor de grondlegging der wereld"? Dit zijn voor een groot deel mannen, die de uitverkiezing verwerpen. Zij doen echter de Schrift geen geweld aan op dit punt en ik vrees dat collega Duetz dat wei doet. Trouwens volgens prof. Grosheide doet de bekende Zahn dat in hoge mate. Vernietigend is zijn requisitoir: ahn, die Gereformeerd geweest is, doch Luthers is geworden en grote bezwaren had tegen de praedestinatie (men denke aan zijn verklaring van Rom. 9— 11 en zijn daarmee in verband staande mening dat Romeinen aan de Jodenchristenen is gericht), heeft een heel betoog, dat hier niet aan praedestinatie kan worden gedacht. Dat betoog gaat boven het exegetische uit, is dogmatisch van strekking en behoeft daarom hier niet te worden weerlegd... Calvijn merkt terecht op, dat er niet staat tetagmenoi tot het geloof, maar tot het leven en dat daarom de praedestinatie moet zijn bedoeld".

Nu vraag ik mij af hoe collega Duetz dat uitlegt: ij waren toebereid tot het eeuwige leven en daarom geloofden zij. Maar ik hoop in elk geval aangetoond te hebben, dat onze vaderen zich op deze tekst mochten beroepen. Daar is hier sprake van een voorbestemd zijn ten leven. Wie zou deze voorbestemming anders hebben kunnen stellen dan Godzelf? Sommigen bestrijden dit. omdat zij er niet aan willen, maar van vrijzinnig tot rechtzinnig is men tamelijk eenparig in de verklaring van Hand. 13 : 48. Collega Duetz heeft echter nog een grappige tegenwerping. Al deze vertalers hebben ongelijk, want als zij gelijk hadden zouden alle mensen, die geordineerd waren ten eeuwigen leven al geloven. Dan hoefde er geen prediking meer te zijn! Over dit grapje schrijf ik maar niet verder. Misschien wil collega Duetz proberen deze tekst in zijn eigen verband vinden het grote vooroordeel, waar hij mee behept schijnt, te lezen.

Grosheide schrijft dit: Niet allen geloofden, een aantal en wel de tetagmenoi. Er staat niet van wie dit „verordineren' uitgaat. Maar omdat niets minder dan het „eeuwige leven" wordt genoemd en omdat de menselijke daad van het tot geloof komen vooropgesteld wordt en in de bijzin nader wordt omschreven, wil men beperkt, moet wel aan een Goddelijk „verordineren'' worden gedacht. God schenkt het eeuwige leven, Joh. 10 : 28; 17 : 2, en bepaalt ook wien Hij het schenkt. Zo hebben wij hier de gedachte der praedestinatie, vlg Rom. 8 : 29, 30."

Ik hoop van de drie genoemde teksten te hebben aangetoond, dat het niet met de gegeven tekst in tegenspraak is als men ze opvat als woorden uit de Schrift, waaruit blijkt dat Gods eeuwig besluit de wegen der mensen uiteen doet gaan in gelovigen en ongelovigen. Er geloofden er zoveel als er verordineerd waren. Niet meer en niet minder. Voorbeschikt zegt de Leidse vertaling. Voor het leven der komende eeuw beschikt, zegt prof. Brouwer, die waarlijk niet gereformeerd was, dat weet collega Duetz ook wel. Zij bogen voor de Schrift, waar het niet anders kon. Laat onze collega dat ook doen. Deze voorbeschikking van Hand. 13 is de uitverkiezing van Efeze 1 : 4 en behoort tot de Raad van Efeze 1:11 „Zij is van vóór de grondlegging der wereld". Alzo zegt Gods Woord in deze drie teksten en overal.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 januari 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Een gravamen tegen de Dordtse Leerregels

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 januari 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's