Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met heerlijkheid en eer gekroond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met heerlijkheid en eer gekroond

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond...

Aan alles hier op aarde komt een einde. Men zegt weieens: de tijd verslijt. En daarom kunnen we ook op de duur bij de tijd niet leven. En eerst de eeuwigheid brengt de storeloze zaligheid. De zaligste genietingen duren hier slechts ogenblikken. Maar straks zal er geen tijd meer zijn.

Zolang er echter nog tijd is komt aan alles een einde. Dat hebben ook de discipelen ondervonden. Veertig heerlijke dagen hebben ze gehad na de opstanding van Christus. Geregeld openbaarde Hij zich aan hen in zijn opstandingsheerlijkheid. Maar nu is de dag gekomen, waarop Hij deze aarde verlaat en van zijn discipelen afscheid moet nemen. Daartoe gaat Hij met zijn discipelen naar de Olijfberg. Vanaf deze berg heeft Hij zijn intocht gehouden in Jeruzalem, toen Hij naar die stad ging om te lijden en te sterven en voor zijn volk verzoening teweeg te brengen. Vanaf deze zelfde Olijfberg zal Hij nu na volbrachte strijd zijn intocht houden in het hemels Jeruzalem. Uit lijden komt de heerlijkheid en voor het kruis kcmt nu de kroon.

De Heere Jezus geeft aan zijn discipelen nog enkele aanwijzingen voor hun taak, die wacht: zij moeten immers predi»kers worden van het Koninkrijk Gods en van de genade van de Heere Jezus Christus in de kracht van de Heilige Geest.

En terwijl Hij met hen aan het spreken is vaart Hij ten hemel op. Zijn discipelen zien het met grote verwondering hoe Hij zegenend de handen over hen uitbreidt en opvaart ten hemel:

Verhoogt o poorten nu de boog Rijst, eeuwige deuren, rijst omhoog, Opdat g' uw Koning moogt ontvangen!

En op de vraag, die dan gesteld (wordt:

Wie is die Vorst, zo groot in kracht? luidt het heerlijk antwoord:

't Is 't Hoofd Van 's hemels legermacht Hem eren wij met lofgezangen.

Maar daarom roept de schijver van de Hebreënbrief ook de woorden van onze tekst uit: Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond...

Dit is een aanhaling uit de achtste psalm. Daar wordt de mens getekend zoals hij eenmaal was. De dichter roept uit: „Gij hebt hem een weinig minder dan de engelen gemaakt en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond". Maar ach, wij zijn gevallen en wij zijn alle eer en heerlijkheid kwijtgeraakt, wij zijn geworden ellendige, verdorven, onreine zondaren.

Maar nu is de Heere Jezus gekomen. Hij is ons in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Hij heeft echter de zonde en de schuld van zijn volk op zich genomen. Daardoor werd Hij vernederd tot in de diepten van dood en graf.

Maar voor Hem was het graf het einde niet. Op de derde dag is Hij opgestaan van de doden en op de veertigste dag na zijn opstanding is Hij uitermate verhoogd: Hij is opgevaren ten hemel en Hij zit ter rechterhand Gods des Vaders, verheven in de hoogste heerlijkheid.

Wanneer wij nu zien op onze vernedering, op onze dood, op ons graf, op onze hel, dan moeten we zeggen: Ik ellendig mens, wie zal mij toch verlossen?

En ons antwoord is: De Heere Jezus, want Hij is een Verlosser en Zaligmaker.

Maar onze zonde, onze schuld en onze dood en ons oordeel?

Dat alles heeft Hij gedragen en weggedragen: Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.

En welk een troost ligt er dan in die hemelvaart van Christus voor een ieder die gelooft! Van nature liggen we in de banden van zonde en dood. Wanneer we bij het licht van de Heilige Geest op onszelf zien, op onze zonden en ongerechtigheden op onze ellende, dan moeten we uitroepen: Ik ben verloren, o Heere! Maar Hij zegt: Zie op mijn Zoon, hoe Hij met heerlijkheid en eer gekroond werd ten teteken dat Hij alles volbracht heeft, hoe Hij de zonde en satan en dood en hel overwonnen heeft om ook u te brengen in de heerlijkheid des hemels.

O armen en ellendigen, zie toch op die Koning, Die u verlossen kan en ook brengen zal in de heerlijkheid met Hem. Hij voer ten hemel op om ook zijn volk daar te brengen.

Maar Hij is niet werkeloos in de hemel. Hij zit niet alleen op zijn troon om zich door de engelen lof te laten toebrengen. Hij is bezig om zich door Zijn Woord en Geest een gemeente te vergaderen, een gemeente die verkoren is tot de eeuwige zaligheid en heerlijkheid. Hij is bezig om voor zijin volk te bidden. Om hen een plaats te bereiden in het Koninkrijk. Om zijn zegeningen uit te storten over zijn kerk en volk. Hij is immers met zegenende handen opgevaren om ons te doen zien dat Hij een zegenende Heiland is. Waar wij ook zijn, waar wij ook snikken of klagen, waar wij ook strijden en lijden, waar wij ook juichen of danken, leven of sterven, — overal zweven die zegenende handen over ons. Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij ons zijn zegenende genade zou kunnen schenken. Het is geen machteloze Christus, die ten hemel is opgevaren, maar Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Voorwaar, we zijn veilig onder zijn zegenende han. den. En door zijn Geest en Woord leidt Hij ons in alle waarheid, opdat we hier al zouden kunnen getuigen: Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook onze Zaligmaker verwachten.

Ja, dan kan het verlangen zo groot worden om ook bij Hem te wezen. Zeker, van nature zijn we aards, zo gebonden aan de vergankelijke dingen van deze wereld. Maar de Heere bereidt zich een volk, dat Hem liefheeft en naar Hem verlangt. Een volk, dat zich hier vreemdeling leert kennen, dat hier het leven niet vinden kan. Een volk, dat hier moet omkomen, daar het belijden moet alleen maar verderf en oordeel verdiend te hebben. Een volk dat verlangt naar de vrede met God, naar de rust bij Hem. En de Heere Jezus is bezig die plaats te bereiden. Eerst maakt Hij plaats voor zichzelf in ons hart en dan maakt Hij plaats voor zijn volk in de hemel. En Hij brengt al zijn kinderen in die heerlijkheid.

Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond...

Het hemelvaartsfeest is het kroningsfeest van Christus.

En hoelang zal deze Koning regeren? Ons antwoord is: tot in alle eeuwigheid. Maar eeuwig bloeit de gloriekroon, op 't hoofd van Davids grote Zoon. Wanneer we dan ook eenmaal onder zijn heerschappij gekomen zijn, zullen we daar eeuwig onder blijven. En gewillig zullen we ons onder die Koningsheerschappij schikken.

Soms kan het verlangen groot worden om zo de Heere volkomen te dienen en zonder vlek en rimpel als een reine bruid voor zijn aangezicht te staan. We hebben hier immers geen blijvende stad, maar we zoeken de toekomende. Zalig dan allen, die heimwee hebben naar dat betere vaderland. Zalig allen, die geloven mogen, die vandaag hun Heere en Heiland zien met heerlijkheid en eer gekroond. Zij zullen verlangen om bij Hem te mogen zijn in die storeloze vrede en vreugde. Hoe dichter ik nader, tot het huis van mijn Vader, hoe sterker ik hijg, naar die eeuwige woning, naar dat feest van mijn kroning, naar het eind van de krijg.

Zalige hemelvaartsgedachten, wanneer we mogen weten, dat we horen bij die gemeente, die zalig wordt, bij die kudde, die door zijn hand zal worden geweid.

Eenmaal komt deze Koning der ere weder op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden.

Dat zal een vreselijke ure zijn voor allen, die Hem verworpen hebben als Borg en Middelaar, die niet hebben willen weten van hun zonde en schuld, die niet hebben leren vragen om genade voor recht. Want zij zullen verworpen worden, voor eeuwig.

Maar we zijn nog in het heden der genade. Daarom roepen we u toe: Buig nog heden uw knieën voor de Koning, die met heerlijkheid en eer gekroond werd. De Heere wil u zijn genade en goedertierenheid nog schenken. Hij heeft geen lust in de dood van de zondaar, maar Hij heeft lust in zijn bekering en leven.

De dag van zijn wederkomst zal echter een heerlijke ure zijn voor zijn volk.

Hier wordt immers Gods volk gesmaad en gelasterd en vervolgd en verdrukt.

Hier is de aanvechting en de strijd, het ongeloof en de twijfel, de struikeling en de val. Maar straks komt aan dat alles een einde. Straks komt de Bruidegom zijn bruid thuishalen.

Die bruid moet ook leren luisteren naar

de voetstappen van de komende Bruidegom.

Die bruid moet leren wachten en verlangen.

Straks komt Hij om zijn bruid eeuwig thuis te brengen.

Dan zullen we Hem eeuwig zien met heerlijkheid en eer gekroond.

Dan zullen we eeuwig bij Hem wonen en van zijn gemeenschap genieten.

Dan zullen we eeuwig bij de Heere wezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Met heerlijkheid en eer gekroond

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's