Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de christelijke levensstijl

Er wordt in de laatste jaren een strijd gevoerd om de christelijke levensstijl. De levensgewoonten van de wereld zijn al maar meer ook onder de kerkmensen doorgedrongen. Daar is b.v. de dans. Het is tegenwoordig heel gewoon, dat er christelijke dansclubjes zijn en verschillende personen in de Gerefomeerde Kerken zijn er voor, dat ook de dans binnengehaald wordt in het christelijk leven. Zo lezen we in Enigheid des Geloofs over deze zaak in verband met de uitspraak van de classis Den Haag van de Gereformeerde Kerken, die we in ons blad hebben kunnen lezen:

Heeft de classis Den Haag zich afwijzend getoond tegenover de moderne parendans, in het Centraal Weekblad van 9 november wordt aangehaald een artikel van dr. P. J. Richel van Heemstede, die schrijft: „Ik ben ervan overtuigd, dat dit dansen het gereformeerde leven een wending zal geven. Indien wij, deze generatie dus, in staat zijn dit te aanvaarden, dus iets te vertonen van seigneuraal christendom, zonder schade te lijden aan ons geloof, aan onze verhouding tot God, dan heeft onze generatie iets unieks gedaan. Noodwendig komen wij allen voor dit probleem te staan. Ondanks alle gekheid, die wij erover maken, vind ik het probleem zeer belangrijk. Ik vraag mij telkens af: Wat heeft God met zijn kerk voor? Het is ontzaglijk mooi om nu te mogen leven en nu te mogen preken. Zonder elkander te verketteren willen wij naar elkander luisteren. Ik acht dit een winstpunt ten opzichte van een tiental jaren geleden." Als ik dr. Richel goed begrepen heb, is hij er dus voor. dat in Gereformeerde kring het dansen wordt aanvaard.

In diezelfde richting gaat prof. dr. R. Schippers in zijn boek: De Gereformeerde Zede. Hij zegt, pag. 224: „De oude gereformeerde zede heeft het dansen verboden, omdat daarin de partners elkander naar de overgave toeschoven. Zulk dansen is voor geen heiliging vatbaar. Integendeel, het verontreinigt spoedig de zedelijke band der partners, zodat de heiligheid van hun hart, indien zij daaraan in het verbond van God deel hebben ontvangen, doorlopend bedreigd wordt."

Hij stelt dan voor om een type van dansen te kiezen, waarbij het erotische een waardige stijl ontvangt. Dan komt hij voor de vraag te staan: Is er een stilering van de erotiek te geven, die de onkuisheidsneigingen zo weinig rumte geeft en misschien zelfs zo ver wegschuift uit het spel, dat de heiliging van het hart niet bedreigd wordt? Deze vraag mag, naar de gedachte van prof. Schippers, bevestigend worden beantwoord. Als er goede typen van dansen kunnen worden gevonden, zullen zij het erotische verkeer eerder zuiveren dan bederven. „De hoop mag niet sterven om de dans op te richten uit zijn tegenwoordige vernedering en verwording in balzalen en kroegen. Het zou een goed ding zijn, indien de gereformeerde zede ten aanzien van de dans aan de ene kant een pertinente veroordeling bleef van ieder, met geestelijk gescherpte ogen ontdekt verwordingsverschijnsel en aan de andere kant ging vragen om een verheffing en veredeling van de dans, waardoor hij in dagen van vreugde weer metgezel kan worden van muziek en poëzie, die zuiver en schoon zijn."

Staan deze twee personen op het standpunt, dat de dans toch wel binnengehaald kan worden, anderen schrikken ervoor terug of oordelen in elk geval toch wel voorzichtiger. Zo haalt de schrijver van dit artikel Dr. H. F. von Meijenfeldt aan, die in zijn boek „De christelijke levenswandel' o.a. schreef:

„Er bestaat op het ogenblik vrij algemeen een neiging om alles te versimpelen. Dit hangt ongetwijfeld samen met het zo vaak reeds gesignaleerde streven naar nivellering. Al het bijzondere wordt gladgeschaafd en complicaties worden niet geduld. Heel het leven moet tot de eenvoudigste formules worden teruggebracht. In die lijn ligt ook het oordeel van vele christenen over de dans als louter ritmische vreugde-uiting. Dans zou niet meer zijn dan een onschuldig vermaak. Wel stemt men dan toe, dat het tegenwoordig door de massa veelal bedorven is. Maar in net gezelschap, of, zoals sommigen het stellen, in een christelijke club zou het zich kunnen losmaken van de gangbare corrupte ontwikkelingen. Men zou dus een fatsoenlijke of christelijke enclave kunnen stichten in het rijk van de moderne dans. In zo'n enclave zou het dansen dan alleen beoefend worden als een puur sociaal genoegen. Er zijn er zelfs die het in dat geval slechts zien als een kwestie van een paar dansleraren en een verantwoorde keus uit de reeks van bestaande dansvormen.

Dit is voor mij een duidelijk voorbeeld van simplificatie: een cultuurverschijnsel van grote diepgang wordt alleen beoordeeld op wat aan de oppervlakte ervan te zien is. Men zegt, dat ijsbergen boven water veel minder omvangrijk zijn dan daaronder. Een deskundig kapitein zal daarom, wanneer hij zulk een gevaarte tegenkomt niet denken: als ik die ijsuitwas daar maar even omzeil, ben ik veilig. Hij zal daarentegen rekenen met de ijsmassa onder water en een wijde boog om de berg beschrijven. Zo is het ook met de moderne dans. De dans is een primaire levensuiting. Hij is niet slechts een kunstvorm of een amusement. De mens beleeft daarin iets dat uit de diepte van zijn persoonlijkheid opwelt. Oorspronkelijk is hij niet alleen minnedans, maar de dans begeleidt alle levensuitingen. De moderne dans is ontaard in de toespitsing op de „prikkeling van de zinnen". Hier wordt dus de elementaire bewegingsdrang van de mens geconcentreerd op de erotische toenadering.

Daarbij is de moderne dans geen spel meer. De distantie wordt opgeheven in de parendans.

De dans is de expressie van een oerdrang in de mens. Als zodanig spreekt ook de bijbel met kennelijke instemming ervan bij Mirjam. David en de andere bekende figuren. Zulk dansen moest onder christenen hun levenswandel voortdurend begeleiden. Het versnelt de pas op het smalle pad. Laten onze artiesten op het gebied van muziek en ritme hun beste krachten aan de vormgeving daarvan wijden! De moderne paardans is echter kennelijk een ontaarding: de elementaire bewegingsdrang van de mens wordt door de tot erotiek versmalde bedding van de paardans geleid, waardoor de spanningen in dit rayon onverantwoordelijk verhoogd worden. Het past geheel in de huidige instelling tegenover de sexualiteit: men licht eerst de geslachtsdrift uit zijn verbanden — nl. die van het huwelijk — om vervolgens aan deze „uitgeprepareerde wellust" de hem toekomende uitlaten te geven. Elementaire expressiedrangen worden daarom gedegradeerd tot erotische spuigaten.

Enigheid des geloofs wijst dan op het feit dat er verschil van mening bestaat onder de theologen. Maar ondertussen gaat de jeugd haar gang:

Zo is er dus in de kring van de Gereformeerden verschil van inzicht ten aanzien van de kwestie van het dansen. En het moeilijke van het geval is dit, dat intussen vele jongeren zijn overgegaan tot de orde van de dag. Zij beoefenen met of zonder weten van hun ouders het dansen. In bepaalde studentenkringen is het dansen de kwestie van de dag. En dan is het zo, dat men deze vraag als zovele als een categorische krijgt gesteld: mogen we nu dansen of niet? Met onze vele theologische distinguo's heeft men niet veel op. Men wil ronduit een antwoord. En de situatie onder ons is zo, dat we in deze vragen niet meer zo vierkant een weigerend antwoord durven geven als Kuyper het in zijn dagen heeft gedaan.

Hier ligt juist de nood van onze tijd, zo meent de Persschouwei-, Men wil twee heren dienen: de wereld en God. De wereldgelijkvormigheid neemt zulke schrikbarende vormen aan, dat we ons moeten afvragen of er in deze weg van de kerk nog wel iets zal over schieten.

En hoe opmerkelijk is het, dat met de ernstige prediking van de noodzakelijkheid van de wedergeboorte en bekering, van een ingelijfd worden in Christus, van een leven met Hem ook het ernstige leven meer en meer verdwijnt. Want de oppervlakkige prediking van onze tijd brengt tegeljjk een oppervlakkig leven mee. En de Persschouwer kan niet anders oordelen dan dat in deze weg de mens al maar meer rijp gemaakt wordt voor de dienst der wereld. Laat men toch naar andere landen zien, waar de ontwikkeling die we nu in ons land ook onder Gereformeerden signaleren een steeds verder afglijden naar de wereld heeft teweeg gebracht. De bioscopen en danszalen vol. maar de kerken leeg.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1957

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1957

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's