Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET PAD DES LEVENS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET PAD DES LEVENS

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk.

Psalm 16 : 11.

De vorige week mochten wij met elkander mediteren over het pad des levens door het leven, en wij deden dit in onze overdenkingen geleid door deze woorden uit Psalm 16 : 11: Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht". Ja, dat was het voor de levende Verlosser, Die door de Vader was opgewekt uit de doden, omdat de lijdende Verlosser volkomen genoeg had gedaan voor Zijn duurgekochte volk aan de eisen van de Goddelijke gerechtigheid. Nu mocht Hij als Borg en Middelaar, Die Zijn werk tenvolle had volbracht, delen in het welbehagen Zijns Vaders, en Zich daarin als de levende Verlosser verheugen in de rijke ervaring: Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht." De Zoon was ingegaan in de vreugde Zijns Vaders, en mocht Zich nu verblijden in de vreugde, die Hem was voorgesteld, waarvoor Hij het kruis heeft verdragen en schande veracht. Mijn lezer, wat is dat een ondoorgrondelijke, een rijke gedachte: od de Vader en God de Zoon verheugen zich met God de Heilige Geest in volkomen harmonie en met Goddelijke vreugde in de verlossing, in de zaligmaking van zondaren, die van God waren afgevallen, en de duivel toegevallen.

Dit wonder van ontferming en genade kunnen wij niet doorgronden. Als wij, bij het licht van Gods Woord en onder de leiding van de Heilige Geest, daar iets van te zien krijgen, dan zinken wij weg in verwondering, en knielen in de geest in aanbidding neer bij het geopende, ledige graf in de hof van Jozef van Arimathea.

Verzadiging der vreugde in het hart van de levende Verlosser, van de Heere Jezus Christus. Het was Hem geen last, maar een lust op te zoeken en terecht te brengen Zijn discipelen en discipelinnen, een Petrus, een Thomas, een Maria Magdalena, en al de anderen, tot op onze tijd en in ons midden toe, al die aan Hem geërgerden, al die tragen van hart om te geloven. En als wij dan bepaald worden bij al die ellende in ons eigen hart en in ons eigen leven, dan kunnen wij dat niet op.

Maar, wat geeft de Heere in zulke tijden en ogenblikken dan ook een diepe vreugde in een verbroken hart en in een verslagen geest! Grote droefheid en hoge vreugde zijn dan tezamen in hetzelfde hart. Dat is een raadsel voor degenen, die er geen kennis aan hebben. Doch het is de rijke ervaring van allen, die de Heere vrezen. Het pad des levens door het leven wordt met vele tranen natgemaakt, maar op datzelfde pad mag er ook meermalen zijn een huppelen van zielevreugd.

De dienst des Heeren is geen ongelukkige dienst. Neen! het is een liefdedienst, die zoveel blijdschap geeft, dat gezongen mag worden:

Wat vreê heeft elk, die Uwe Wet bemint! Zij zullen aan geen hinderpaal zich stoten. Ik, Heer', die al mijn blijdschap in U vind, Hoop op Uw heil met al Uw gunstgenoten;

'k Doe Uw geboón oprecht en welgezind; Uw liefdedienst heeft mij nog nooit ver-[droten.

Welk een vreugde is ons deel, als wij op het ziekbed, als wij in tijden van diepe teleurstelling en tegenspoed, door de God van alle vertroosting, opgezocht, ondersteund en vertroost worden, als Hij zo liefdevol onze tranen komt afwissen! Welk een vreugde vooral, als de goede Herder Zijn schapen, die zo telkens afdwalen, weer in grote trouw opzoekt, als na lange tijden van duisternis en geestelijke verlatingen door ons gedurig struikelen en vallen, de Vader der barmhartigheid Zijn vriendelijk aangezicht weer over ons verheft, als het begint te lichten, doordat de Zonne der gerechtigheid over ons opgaat. Welk een vreugde ook, als wij eens dieper ingeleid mogen worden door de Heilige Geest in de waarheid, als wij ons hart in het gebed uit mogen storten aan de troon van Gods genade, als wij anderen met liefde op mogen wekken tot het vragen naar de Heere Jezus als Zaligmaker, Hem aanprijzend uit de volheid van ons gemoed, als wij onder de prediking van Gods Woord, in het gezelschap van Gods volk, het zo goed mogen hebben!

Ja, er zijn tijden en ogenblikken gedurende de pelgrimsreis op het pad des levens door het leven, waarin het in waarheid mag zijn: „Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht". In Gods nabijheid, in Gods verborgen omgang wordt een blijdschap gesmaakt, die niet onder woorden is te brengen. De dichter van Psalm 4 zong er van:

Gij hebt m'in 't hart meer vreugd gegeven, Dan and'ren smaken in een tijd, Als zij, door aards geluk verheven, Bij koorn en most wellustig leven, In hunne overvloed verblijd.

En de christen in onze Heidelbergse Catechismus geeft op de vraag: „Wat is de opstanding van de nieuwe mens? " dit antwoord: „Het is een hartelijke vreugde in God door Christus, en lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven".

Welgelukzalig zijn zij, die deze vreugde door genade mogen kennen! Zij hebben reeds hier de hemel wel eens in hun hart. Delen wij, mijn lezer, door en in Christus in deze diepe en hoge vreugde?

En nu gaat de stof van onze overdenking na het: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht", aldus voort: liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk". Ook dat is in de eerste plaats en in de diepste betekenis vervuld in de Heere Jezus Christus. Hier wordt beschreven, hoe Hem het pad des levens uit het leven, uit het leven op aarde, is bekend gemaakt. Hier hebben wij dus een profetisch getuigenis aangaande Zijn hemelvaart, en de genotvolle nuttigheid daarvan. Na Zijn opwekking en opstanding uit de doden heeft de verhoogde, de levende Verlosser de aarde verlaten in Zijn hemelvaart. Toen is Hij verheerlijkt met de heerlijkheid, die Hij bij de Vader had, eer de wereld was. De Evangelist Marcus schrijft daarvan: „De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in de hemel, en is gezeten aan de rechterhand

Gods." En als in ons schatboek, de Catechismus, gevraagd wordt: „Wat nuttigheid brengt ons de heerlijkheid van ons Hoofd Christus? " dan antwoordt de christen daarop ook dit: „Dat Hij door Zijn Heilige Geest in ons, Zijn lidmaten, de hemelse gaven uitgiet." Hij heeft deze gaven verworven, verdiend, van de Vader ontvangen. Liefelijkheden, wonderlijke, dierbare gaven, die de Vader in Zijn rechterhand heeft, heeft Hij geschonken en schenkt Hij tot in alle eeuwigheid aan Zijn eniggeboren Zoon, tot Wie Hij heeft gesproken: „Zit aan Mijn rechterhand." De Vader geeft de liefelijkheden, die in Zijn rechterhand zijn, aan Zijn Zoon, in Wie Hij ook als Middelaar en Verlosser Zijn welbehagen heeft, om ze door Zijn Eniggeborene uit te delen aan zondaren, die er behoefte aan hebben gekregen in de weg der ontdekking, en die er om hebben leren vragen en bedelen in de weg van bidden en smeken.

„Liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk." — Dat geldt van God de Vader. Dat geldt dus ook van God de Zoon. Bij en in Hem is een volheid van genade, van liefelijkheden, want o! zij worden een zondaar zo onmisbaar, van zo groot nut, zo kostelijk, als hij zich in zijn ledigheid en armoede leert kennen. Zo leren wij er naar verlangen, naar de vergeving van onze zonden, naar de gerechtigheid en het leven van Christus, naar Zijn wijze leiding, naar Zijn zalige gemeenschap, naar Zijn bescherming en bewaring, naar al Zijn schatten en gaven, die ter zaligheid van node zijn. Deze liefelijkheden in Zijn rechterhand, deze hemelse gaven, giet de verhoogde Middelaar door Zijn Heilige Geest uit in Zijn lidmaten. Als dit geschiedt, dan kan de strijdende Kerk aldus roemen in haar volkomen Zaligmaker: „Uit Zijne volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade." Arm in onszelf, maar rijk in Hem, mag dan gezongen worden tot verheerlijking van Hem, die is gezeten aan de rechterhand Zijns Vaders:

Gij voert ten hemel op, vol eer; De kerker werd Uw buit, o Heer'! Gij zaagt Uw strijd bekronen Met gaven, tot der mensen troost, Opdat zelfs 't wederhorig kroost Altijd bij U zou wonen.

Zo is het reeds bij tijden en ogenblikken in het léven van Gods volk. Er komen in dat leven tijden en toestanden van zalig genot, van zoete zieleweelde, van deelgenootschap door het geloof aan Christus, en aan al Zijn schatten en gaven. Wij hopen, dat dit onze lezers, die hier nog vreemdelingen van zijn, met een heilige jaloersheid zal vervullen en opwekken tot begeren, tot hongeren en dorsten, tot bidden en smeken, tot aanhouden aan de troon der genade, om ook enigermate deel te mogen krijgen aan de liefelijkheden, die Hij heeft in Zijn rechterhand.

Wat ligt er een bron van rijke vertroosting voor Gods arme en ellendige volk in de hemelvaart van Christus in dat: liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk." Daardoor hebben zij een voorgestelde hoop, een blij vooruitzicht, dat hen streelt. Wij lezen daarvan in Hebreën 6 : 19 en 20: Welke (nl. die voorgestelde hoop) wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel, waar de Voorloper voor ons is ingegaan, nl. Jezus, naar de ordening van Melchizedek een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid."

Achter de Voorloper, de Heere Christus, aan bewandelen zij niet alleen het pad des levens uit de dood in de opstanding der ziel, en niet alleen ook het pad des levens door het leven, nl. de weg der zaligheid. Neen! achter hun Voorloper aan zullen zij ten slotte ook bewandelen het pad des levens uit het leven. De dood is voor hen niet een betaling voor hun zonden, maar een afsterving van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven. Daarbij bepaalt ons onze stof van overdenking ook met nadruk, als wij daarin lezen: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk." Gods kinderen hebben door en in Christus een blij vooruitzicht. Met hun dood is niet alles uit en weg. Het sterven is hun gewin. Het pad des levens loopt door de dood. Het pad des levens leidt naar de hemel. Daar is de rijkste ontplooiing van het eeuwige leven, dat in de wedergeboorte door de Heilige Geest is begonnen.

Bij de volkomen Zaligmaker, Die volkomenlijk zalig kan en zal maken degenen die door Hem tot God gaan, bij de enige en drieënige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, is het een meevallen, een eeuwig meevallen, voor arme zondaren, die alles hebben verbeurd. Welgelukzalig zijn allen, die mogen geloven: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk."

Wij kunnen ons geen voorstelling maken van de hemel en van het hemelleven. Dat zal al onze verwachtingen verre te boven gaan. Wat zal dat niet zijn: verenigd te worden met allen uit de strijdende Kerk, die ons zijn voorgegaan, en alzo toegedaan te worden tot de triumferende Kerk, om met elkander en met de engelen eeuwig te zingen tot verheerlijking van God de Vader, van God de Zoon, en van God de Heilige Geest! Dan zal het zijn: God alles en in allen. Nooit geen zonde meer. Nooit geen ziekte, geen moeite en verdriet meer. Nooit geen aanvechting en verleiding meer. Nooit geen bezorgdheid en geen ongeloof meer. Alle, alle ellende te boven. Dan zal het in al zijn rijkdom ervaren worden: „Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht, liefelijkheden zijn in Uw rechterhand eeuwiglijk." Niet maar bij tijden en ogenblikken, maar: , , 'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên." - — Ja, dat zal het nimmer eindigend einde, of het eeuwige begin zijn van het bekend gemaakt worden met het pad des levens: „Wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, dat heeft God bereid voor degenen, die Hem liefhebben."

Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht geven? < — O, mijn lezer, de Heilige Geest make u, mediterend en biddend, werkzaam met deze ernstige vraag!

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 mei 1959

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

HET PAD DES LEVENS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 mei 1959

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's