Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK DANIËL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK DANIËL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(15)

DE STEEN EN HET BEELD

Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen en teniet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.

Daarom hebt gij gezien, dat uit de berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote God heeft de koning bekend gemaakt wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis en zijn uitlegging is zeker. Daniël 2 : 44^-45.

Koning Nebukadnezar heeft dus in zijn droom dat schitterende beeld in zijn volle hoogte voor zich zien oprijzen. En bijna alles w^at hij er aan ziet spreekt van onverzettelijke kracht. Het zwakke punt van het beeld schuilt echter in de voeten. O zeker, wij letten allermeest op dat gouden hoofd. Dat maakt het voor ons zo aantrekkelijk. Maar wanneer w r e het nauwkeuriger opnemen moet onze geestdrift voor dat beeld wel iets bekoelen. Eigenlijk is da t beeld niet alleen een teken van de wereldmachten, maar ook van ons eigen leven. Want de mens ziet ook het meest naar de gouden schittering van het leven. Maar we moeten eens op het fundament letten. Ook ons leven rust op lemen voeten, zolang we nog met de wereld leven. De gouden pracht en de ijzeren kracht van ons leven hebben maar een zwak fundament. We zijn tenslotte maar zwakke en broze en nietige mensen. Zoals ook de koninkrijken van deze wereld in de grond der zaak nietig zijn. Dat zal openbaar komen wanneer de Heere gaat werken. Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen en teniet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan (vers 44).

Eenmaal zullen derhalve alle koninkrijken van deze wereld teniet gedaan worden. Dan zal de God des hemels het Koninkrijk van zijn Zoon Jezus Christus, brengen. We herkennen die Messias dan ook in die steen, die dat grote beeld verbrijzelt. Hij is van de hoge hemel nedergekomen om satan de kop te vermorzelen en de wereld die tegen God opstaat te verderven en zijn volk en kerk te behouden, opdat Hij eeuwig over hen regeren zal in zijn Koninkrijk. En het is geen wonder dat koning Nebukadnezar door deze droom zeer verschrikt is. Daar ziet hij immers hoe zich een steen losmaakt van de berghelling en op dat beeld aanrolt. Maar dat beeld kan toch geen kwaad? Wie zou het. nu tegen die wereldmacht op kunnen nemen? Die steen zal door de botsing met het beeld zelf verbrijzeld worden.

Maar wat schrikt de koning dan geweldig. Die wonderbare steen immers botst aan tegen de broze voeten van dat wereldbeeld, juist op het zwakste punt van dat beeld. En dan stort dat hele beeld ineen en het wordt vermalen tot fijn stof en als kaf dat voor de wind wordt weggeblazen.

En wat wordt er van die steen? Wel, die steen gaat groeien en hij wordt een vaste berg die de gehele aarde vervult. En daarmee wordt dan getekend het koninkrijk van Christus. Want wij beven wel voor de machten van deze aarde, maar we kunnen beter beven voor die steen, voor die grote koning Jezus Christus, Die alle macht heeft in hemel en op aarde, Die immers zit aan de rechterhand Gods zijns Vaders.

Het scheen haast onmogelijk toen die steen losgemaakt word zonder handen. Maar God maakte die steen los. En Hij stuurde die steen op dat beeld af. En dat is eigenlijk het Kerstgebeuren, dat we weer spoedig gaan gedenken. Want moet dat Kind in de kribbe van Bethlehem het opnemen tegen die geweldige wereldmachten? Moet deze steen dat grote beeld verbrijzelen? Ja, want die steen is gaan rollen over deze aarde en overal waar Hij dat beeld ontmoet op zijn weg werkt Hij verbrijzelend. En Hij verbrijzelt ook het harde zondaarshart door zijn W'oord en Geest. Vergeet het maar nooit dat er aan het evangelie een harde en hoekige kant zit. Het evangelie is allereerst een steen die op ons afrolt om ook ons koninkrijk te verbrijzelen. Neen, deze steen spaart het beeld van mensenglans en mensenkracht niet. Maar wie zich als een verbrijzelde aan Hem vastklemt, voor die is Hij onveranderlijk en betrouwbaar als een steenrots waarop we rusten kunnen.

We hebben die steen Jezus Christus niet te danken aan ons eigen werk, maar alleen aan Gods genade. Mensenhanden, mensenwijsheid, mensensterkte — zij vermogen veel. Maar een Zaligmaker uit de hemel afbrengen kunnen zij niet. Hij is een steen, losgemaakt zonder handen, Hij is een gave Gods.

Maar zo zal Koning Jezus de koninkrijken van deze wereld verbrijzelen. Daarom hebt gij gezien, dat uit de bergen een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde... (vers 45a). En op de puinhopen van de oude wereld zal Hij dan zijn rijk vestigen. En dat Koninkrijk van de Heere Jezus Christus zal tot in eeuwigheid bestaan en op de nieuwe aarde zullen onder zijn heerschappij leven allen die in het heden der genade de knie voor Hem hebben leren buigen. In dit opzicht zal de ware kerk van God steeds adventskerk zijn; zij zal wachten op en uitzien naar de wederkomst van Christus, Die alle vijanden Gods teniet zal doen, maar alle uitverkorenen tot Zich nemen zal in zijn heerlijkheid.

Daniël heeft eerlijk de boodschap Gods overgebracht aan de koning. Hij legt er aan het slot dan ook nog de nadruk op, dat het eigenlijk genade is, dat de Heere deze droom aan koning Nebukadnezar heeft gegeven: de grote God heeft de koning bekend gemaakt wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis en zijn uitlegging is zeker (vers 45b).

We moeten dankbaar zijn als de Heere ons zijn boodschap door zijn Woord bekend maakt. Daar ligt genade in. Maar wanneer we die boodschap verwerpen dan zal het nog tegen ons getuigen. Laat Nebukadnezar echter weten, dat alles wat hij gedroomd heeft naar de uitlegging van Daniël zal geschieden. Dat druft hij gerust te zeggen, daar hij weet dat de uitlegging door God zelf aan hem is geopenbaard. Maar laten wij dan weten dat alles wat Gods Woord ons leert ook zeker zal geschieden. De Heere is immers een Waarmaker van zijn Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

HET BOEK DANIËL

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's