Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ALGEMENE VERZOENING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ALGEMENE VERZOENING

8 minuten leestijd

In de pers circuleerde enige maanden geleden een vraag, die ds. R. B. Evenhuis gesteld had in Hervormd Amsterdam. Hij klaagt daarin over de rust, die in de kerk heerst. Hij zou zo graag willen, dat er vanuit de gemeente meer vragen, werden gesteld aan de kerkeraad. Zelf geeft hij dan enige voorbeelden van de vragen, die, naar hij meent, gesield zouden kunnen worden.

Als ik hem goed begrijp, wil hij dat vragen niet helemaal al te ernstig nemen, maar meer als vragen op een bijbelkring, vrijblijvend. Zo zou hij zich voor kunnen stellen, dat er een brief bij de kerkeraad binnenkwam: Komt in de prediking van ds. Evenhuis de eis tot bekering wel voldoende tot haar recht? !k kan mij niet anders voorstellen dan dat hij deze bijbelkringvraag (aan tucht is toch blijkbaar niet gedacht, want dat is een te ernstige zaak om zo over te schrijven) van harte zou aangrijpen om met klem van redenen te betogen, dat hij de bekering en haar eis recht predikt. Wanneer wij de evangeliën lezen blijkt ons, dat de bekering in de prediking van Jezus een voorname plaats inneemt. Hij is gekomen om te roepen tot bekering. Ik neem dus aan, dat ds. Evenhuis, naar zijn mening, de eis der bekering predikt. Hij zou de vraag aangrijpen om dat duidelijk te maken.

Voor mij blijft dan echter de vraag over of de kerk klaar is, wanneer zij ergens een gesprek over gevoerd heeft. Is het niet zo, dat de kerk beslissingen moet nemen overeenkomstig Schrift en Belijdenis? Ik vraag mij ook af of de kerk van vandaag niet in een zodanige verwarring is en in een zodanig verval van geestelijke krachten, dat zij gemakkelijk verkeerde beslissingen neemt. Doch over dit alles wou ik het nu niet hebben. Ik wens ds. Evenhuis van harte toe, dat hij in waarheid de eis der bekéring recht predikt en dat hij nog fit genoeg is om zelf deze vraag bij de kerkeraad in te dienen.

Hij heeft nog een ander voorbeeld. Hij

vraagt zich af, waarom er geen gemeenteleden zijn, die aan de kerkeraad vragen stellen in deze geest: „Wij horen ds. van Ginkel graag. Wij krijgen echter de indruk, dat hij de leer van de algemene verzoening aanhangt. Doet hij dat? En als hij dat doet, is dat volgens de Schrift? "

Ik ga er niet over schrijven of ds. van Ginkel deze predikt. Misschien dat ds. Evenhuis die vraag zelf bij de kerkeraad van Amsterdam aanhangig, maakt. Maar ik vond de vraag wel belangrijk, wat bedoeld wordt met de leer der algemene verzoening. Bij deze leer is de vraag in geding voor wie Christus gestorven is: voor alle mensen hoofd voor hoofd of alleen voor de uitverkorenen? Het is opmerkelijk hoeveel tegenstand dit laatste vindt. De hoogmoedige mens kan de gedachte niet verdragen, dat God zou beslissen. Men kan gerust zeggen, dat van alle kanten schier de leer der algemene verzoening in onze dagen wordt gepredikt. Dit is een evangelie naar de mens.

Op een classicale vergadering, waar de ouderlingen in grote getale aanwezig waren, verdedigde een predikant de stelling, dat Christus voor alle mensen gestorven is en dat wij dat nu maar hebben aan te nemen. Wie dat niet geloofde had voor deze predikant geen bestaan. Dat was voor hem zo vanzelfsprekend, dat men haast de indruk zou krijgen, dat de Bijbel zulks ook leert. Met zo'n stelligheid sprak hij. En de ouderlingen vonden het allemaal best. Daarom vraag ik me af, als de ouderlingen deze leer goed vinden, waarom dan uit de gemeente nog vragen zouden komen? Zijn niet de allermeeste kerkgangers op een evangelie gesteld, waarin de scherpe kanten van Gods Woord zijn afgeslepen? Is men niet uit op een prediking, die aannemelijk is voor de natuurlijke mens?

Wat leren de voorstanders der algemene verzoening? Leren zij, dat alle mensen zalig worden door Christus? Neen, dat leren zij niet. In dit opzicht blijven zij bij de Catechismus, die in zondag 7 vraagt: „Worden dan alle mensen door Christus zalig, gelijk zij door Adam zijn verdoemd geworden? " Deze vraag wordt met neen beantwoord. Slechts enkelen beantwoorden ze met ja. Origenes is daarvan in de oudheid de grote man geweest. Hij leerde: Wie op aarde de Christus niet heeft leren navolgen, komt in de hel. Maar dat is slechts een tijdelijke louteringsplaats. Want de zielen hebben goddelijke natuur en kunnen niet eeuwig verloren gaan. Het eind is de wederoprichting aller dingen. Ook de duivelen zullen zalig worden. Deze wederherstelling aller dingen wil zelfs Karl Barth niet leren. Hij komt er echter praktisch zeer dicht bij. Alle mensen schijnen bij hem verzoend en ook uitverkoren. Het is haast niet mogelijk, stelt hij, verloren te gaan. Dat deze leer de ernst van de prediking wegneemt, hoef ik niet te zeggen. De bekende ds. J. B. Netelenbos is ook bij deze alverzoening terecht gekomen. Het zal zover komen, dat de verlorene geen verlorene meer is en de duivel geen duivel meer. Dat vindt hij in de Schrift. Maar deze alverzoening, dat tenslotte alle schepselen zalig worden, is niet de leer der algemene verzoening. Wel leren zij, dat Christus voor allen hoofd voor hoofd gestorven is. Maar zij leren niet, dat allen zalig worden, voor wie de Heiland is gestorven.

Nu iets anders. Christus is gestorven voor zijn volk. Dat is de bijbelse leer, zoals zij in de Belijdenis der Kerk is uiteengezet. Betekent dit nu, dat de Heere Jezus slechts zoveel geleden heeft als precies nodig was en in overeenstemming was met de zonden der uitverkorenen? Neen. Hoofdstuk II, art. 3 van de Leerregels zegt: , , De dood des Zoons Gods is de enige en volmaakte offerande en genoegdoening van de zonden; van oneindige kracht en waardigheid, overvloediglijk genoegzaam tot verzoening van de zonden der ganse wereld." Het is dus niet zo, dat een Calvinist belijdt of een goed Hervormde en daar versta ik onder elk, die zich aan de belijdenis der Hervormde Kerk houdt, dat Christus zoveel heeft geleden als noodzakelijk was om te voldoen voor de zonden van de zijnen, terwijl een voorstander van de algemene verzoening leert, dat Zijn offer voldoende was om allen te redden. Dit laatste geloven ook wij. De waardij van het offer van Christus was oneindig en zo ook de daardoor aangebrachte gerechtigheid van Christus. Als het dus Gods bedoeling was geweest, dat Christus zou lijden en sterven om alle zondaren van de gehele aardbodem te redden door zijn offer, had Hij daartoe niet meer behoeven te lijden dan Hij nu geleden heeft en gedaan. Dus nu wordt het zo, dat voor-en tegenstanders van de algemene verzoening geen geschil hebben over de uitwerking van het werk van Christus. Geen van beide leren, dat alle mensen zalig worden. Het geschil gaat ook niet over de waardij van het werk van Christus. Het offer was van een oneindige waardij. Het gaat echter in deze strijd over de bedoeling, die God heeft gehad toen Hij Zijn Zoon overgaf in de dood.

Is het de bedoeling des Drieënigen God geweest, dat alle mensen zalig zouden worden en mislukt dit nu door de houding der mensen? Was het misschien mogelijk geweest, dat alle mensen verloren zouden gaan, hoewel Christus geleden had voor de zonden? Als het aan de mens ligt en als God niet de beslissende factor is in het komen tot Christus, geloof ik, dat er niemand behouden zou worden. Een voorstander van de algemene verzoening zal toe moeten geven, dat bij zijn leer iedereen verloren zou kunnen gaan. Bij de bijbelse leer niet. Daar heeft God een volk en aan dat volk rekent Hij dat offer van Golgotha toe. Neen, zegt de man der algemene verzoening, God rekent dit offer aan iedere zondaar toe. De schuld van alle mensen is verzoend. Aan alle mensen mag gepredikt worden, dat hun zonden vergeven zijn. Zo spreken de predikers der algemene verzoening. Worden dan allen zalig? Neen, maar dat ligt aan henzelf. God heeft Zijn Zoon gegeven. Het geloof moeten de mensen zelf geven. Zij gaan verloren als zij niet aannemen wat God hun biedt. Dus de schuld van allen is verzoend op Golgotha. God biedt allen deze verzoening en vergeving aan. Wie weigert. gaat verloren. Wie deze dingen belijdt is een voorstander van de leer der algemene verzoening. Zij biedt dus geen waarborg, dat er ook maar één zalig wordt.

Aan de andere zijde is de belijdenis, dat het offer van Christus niet met het oog op allen is gebracht. God rekent de verzoening en vergeving allen toe aan die geloven zullen of aan de uitverkorenen. Maar dezen brengt Hij ook zonder uitzondering tot het geloof. De Heere Zelf breekt elke tegenstand der mensen. Hier staat de zaligheid van iedere uitverkorene vast. Bij de leer der algemene verzoening staat niets vast. Wel komt bij beiden het algemene aanbod tot allen. Waarom moeten wij deze leer der algemene verzoening bestrijden?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 januari 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE ALGEMENE VERZOENING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 januari 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's