Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CORRESPONDENTIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CORRESPONDENTIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. S. te W. U hebt in de lijdensweken zitten nadenken over Matth. 27 : 46: En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani, dat is: ijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? " Uw vraag is nu of hier een uitroepteken achter moet staan, zodat derhalve door de Heere Jezus een feit wordt geconstateerd, dat Hij van God verlaten is, of dat hier een vraagteken moet worden gesteld, zodat hier inderdaad van een vraag sprake is. U kunt dit laatste echter niet zo goed rijmen met het feit dat Christus Gods Zoon is en ook de eeuwige Wijsheid wordt genoemd. Nu moeten we bij deze vragen nimmer vergeten, dat niet de Goddelijke natuur van Christus geleden heeft, maar alleen de menselijke natuur. Zijn Godheid heeft Hem daarbij ondersteund, zodat Hij de last van de toorn Gods tegen de zonde heeft kunnen dragen en ons daarvan verlossen. Als mens is Hij ons in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Daarom moeten we dit kruiswoord naar mijn mening niet zien als het constateren van een feit, nl. dat Hij van God verlaten is. Neen, daar ligt ook de bange vraag in, zoals we die vinden in Psalm 22. Het is immers dit psalmwoord, dat door de Heere Christus hier wordt aangehaald: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens..."

Christus is hier als Borg voor zijn volk op de plaats van de eeuwige straf, op de plaats der rampzaligheid. Hij is hier midden in de vlammen van de hel. De eerste Adam had God verlaten en nu komt de rechtvaardige straf: nu wordt de tweede Adam van God verlaten.

Maar ook nu is de Heere Jezus Christus de gehoorzame Zoon des Vaders gebleven. In deze onuitsprekelijke benauwdheid, smarten, verschrikkingen en helse kwelling waarin Hij van God verlaten is, heeft Hij zijn God niet verlaten. Ook hier is Hij gebleven de gehoorzame Zoon des Vaders. Hier is het menselijk geloof van de Christus wel op de hoogste proef gesteld. Want op dit ogenblik hebben de brandende aanvechtingen van satan en de stemmen van de duivelen Hem toegeschreeuwd, dat Hij nu eindelijk de weg van de geloofsgehoorzaamheid verlaten en zijn werk opgeven zou en niet meer aan God zou vasthouden, die immers ook Hem niet meer vasthield. Zal de mens Jezus — en we laten hier de volle nadruk vallen op mens — nu nog vast blijven houden aan God en aan Gods Woord?

Hoe bang deze weg geweest is voor de Heere Jezus als mens, als Plaatsbekleder voor zijn volk, blijkt nu duidelijk uit dit kruiswoord: Waarom hebt Gij Mij verlaten? Hij is hier volkomen ontbloot van Gods hulp en Hij is overgegeven in de macht van de mensen, die als dierlijke monsters op Hem aanvallen. Maar Hij is niet alleen overgegeven in de macht van de mensen, die hier satans instrumenten zijn, maar ook in de macht van de duivel zelf. Zijn lijden scheen nu te eindigen in een vertwijfeld tasten in geestelijke duisternis. Hier bereikte zijn lijden het dieptepunt. Nu is Hij geheel alleen en nu voelt Hij zich ook van God verlaten, terwijl Hij toch niets anders wil dan die God dienen en gehoorzamen. Nu wordt de weg des lijdens voor Hem onbegrijpelijk. Nog eens gezegd om misverstand te voorkomen: wat zijn menselijke natuur betreft.

En toch houdt Hij ook in deze weg vast aan God. Want uit de diepste diepten der hel komt toch dit woord naar boven: Mijn God, mijn God.

Hij gaat de weg der gehoorzaamheid tot het einde toe, zelfs de bangste weg naar de diepste diepten van de hel der Godverlatenheid. Maar Hij is gehoorzaam aan zijn God.

En zo heeft Hij de zonde van de eerste Adam verzoend en daarom is Hij van God verlaten geweest, opdat allen die in Hem geloven nimmermeer van God verlaten zullen worden.

Redactie.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

CORRESPONDENTIE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's