Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Kerstgebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Kerstgebed

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mattheüs 6 : 9.

Kerstfeest vieren, dat willen tegenwoordig bijna alle mensen. Zelfs die mensen, die nog nooit een voet in de kerk gezet hebben, die naar het Kindeke Jezus de handen niet uitstrekken, die integendeel in woord en daad tonen het eens te zijn met degenen, die leven uit de vreselijke gedachte, reeds van oude tijden af: „Wij willen niet, dat deze Koning over ons zij."

Kerstfeest wil men tegenwoordig vieren tot in de winkels toe, waar het alleen er om te doen is, om ook met het Kerstfeest geld te verdienen. Ja, zelfs in herbergen en dergelijke denkt men er nog op wereldse wijze aan, dat het Kerstfeest is en men zet een kerstboom neer met al die lokkende lichtjes. Wat is dat toch alles grof en goddeloos!

Er zou van dit alles nog veel zijn te zeggen, maar dit is genoeg tot waarschuwing ook van ouderen, maar vooral van de jongeren, die de wereld ook op deze wijze zoekt te bekoren en in haar mooie strikken te vangen.

Liever is het mij met elkander eens even te letten op de schoonheid, de vreugde, die er ligt in het rechte Kerstfeest vieren. Moge dat ons jaloers maken en in ons hart de begeerte wekken, of versterken, om daaraan deel te mogen hebben, daarvan te mogen genieten. Dat geeft een zuiver en rein genot. Dat mogen wij ook onze jongeren aanprijzen met alle vrijmoedigheid. Uit mijn eigen jeugd mag ik mij herinneren: Dat valt niet tegen; dat geeft veel meer dan wij er van hadden verwacht.

Tot het rechte Kerstfeest vieren behoort, om maar eenvoudig te beginnen, de voorbereiding, b.v. door nog eens te repeteren de Messiaanse 'beloften, die wij kennen en door ze weer eens op te zoeken, als ze ons niet meer helder voor de geest staan, en door thuis in het verband na te lezen de stof, die wij hoorden behandelen in het huis des Heeren. Daarbij kan ik er niet genoeg op aandringen, om ook na te lezen de betrouwbare Kanttekeningen van onze Staten-Bijbel. Als die in uw huis ontbreekt, dan ontbreekt er een schat, die ge, gezien de onschatbare waarde, voor een luttele prijs kunt bekomen. En als gij dat waardevolle boek in huis hebt, bewaar het dan niet als een antiquiteit, maar raadpleeg het naarstig, natuurlijk met de gelijkluidende teksten. Het mocht u onde r de bedauwing des Geestes ten zegen zijn!

Bij het rechte Kerstfeest vieren < — ik moet een keuze doen bij het noemen van enkele middelen en zaken behoort zeer zeker ook de meditatie. Dat geldt allereerst de prediker, want zonder meditatie komt er geen goede preek. De stof van behandeling moet door ons heen gegaan zijn, door ons hoofd, geen naschrijverij!, maar vooral door ons hart. Wat zijn de uren van onderzoek en overdenking profijtelijk voor onszelf en voor de gemeente.

Doch de gemeenteleden hebben ook zelf te mediteren voor, en op, en na de Kerstprediking. De tijd daaraan besteed is geen verloren tijd. Wij prijzen de gemeente gelukkig, waar door Gods genade iets mag gevonden worden van deze werkzaamheid van hoofd en hart. De Heere zegt immers in Zijn dierbaar Woord, dat toch teer en liefdevol moet worden behandeld: , Wie zijn weg wel aanstelt, dien zal ik Gods heil doen zien" (Psalm 50 : 23).

Bij de Kerstmeditatie behoort als vanzelf het Kerstlied. Kersttijd is toch de tijd van de lofzangen. Wie zou hier niet denken aan de lofzang van Zacharias, ook van Elisabeth, van Maria, van Simeon en het Kerstlied was ongetwijfeld ook in het hart van de herders, al waren zij geen dichters, en van Anna en van de wijzen uit het Oosten, en van de stille, nadenkende Jozef, ja, van allen, die de Vertroosting Israëls verwachten mochten.

Hoe zullen zij gezongen hebben, de dichterlijk begaafden een eigen lofzang, onder de inspiratie van de Heilige Geest, en de anderen van Gods levende volk, want dat volk is een zingend volk. Zij zingen bij beurte, maar de anderen een of meerdere Psalmen, b.v. de Psalm, die ook nu op het Kerstfeest wel overal gezongen zal worden. Zelfs de kinderen raden het wel en zij zingen deze Psalm gaarne mee, in huis, op school, op de Zondagsschool, in de kerk:

Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere, Die grote God, Die wond'ren deed; Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere, Zijn heilig arm wrocht heil na leed.

Dat heil heeft God nu doen verkonden, Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid Zo vlekkeloos en ongeschonden Voor 't heidendom ten toon gespreid.

En het is waarlijk geen gebrek aan stof, want Gods genade in Christus voor arme zondaren is onuitputtelijk, en altijd nieuw, als ik zeg: Wij gaan natuurlijk voort, en wij kunnen niet nalaten ook het tweede vers te zingen tot lof en prijs van Gods wonderlijke en wondervolle werken in het zenden, in de gave van Zijn eigen Zoon, die als het Kindeke Jezus is gelegd in de kribbe van Bethlehem. Wij zingen dus voort:

Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt; Dit slaan al 's aardrijks einden gade, Nu onze God Zijn heil ons schenkt. Juicht dan de Heer' met blijde galmen, Gij ganse wereld, juich van vreugd; Zing vrolijk in verheven psalmen Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt.

Mogen wij op dit Kerstfeest behoren tot dit zingende volk, dat op zijn klacht de hemel ziet scheuren, zodat de Heere Zich ontdekt, en het als de God van Jakob beurt in een hoog vertrek?

Maar zal dit alles ons te beurt vallen, een ieder in de mate door God bepaald, dan mag naast en onder de Kerstmeditatie en het Kerstlied, niet ontbreken het Kerstgebed, dat wij nu in verband zien met het Kerstlied van de engelen in Efratha's velden. Wij vinden, dat gebed,

dat een nauwe overeenkomst vertoont met de engelenzang, en dat wij nu als de stof van onze overdenking hebben, naar het eerste gedeelte in Mattheüs 6 : 9: nze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd.

En deze twee delen van het „Onze Vader", nl. de aanspraak in het gebed en de eerste bede, overdenken wij nu als een Kerstgebed in het licht van de engelenzang bij Jezus' geboorte, die wij lezen in Lukas 2:13 en 14: En van stonde aan was er met de engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God, en zeggende: re zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." En van deze engelenzang nu in het bijzonder het eerste gedeelte.

Voor de Oudejaarsavond bewaren wij dus het tweede deel van de zang der engelen in de nacht van Jezus' geboorte. Het derde of laatste gedeelte van het „Onze Vader", nl. de 3 laatste beden en het Godverheerlijkend slot, bij het licht van het: „In mensen een welbehagen", dat de engelen zongen in heilige verwondering over de vleeswording des Woords in de stal van Bethlehem.

Wij hebben dus 3 punten bij de overdenking van het Kerstgebed in verband met het Kerstlied van de engelen, en wel deze:

1. Het gebed om de heiliging van Gods Naam en de geboorte van Jezus.

2. Het gebed om de komst van het Koninkrijk Gods en de geboorte van Jezus.

3. Het gebed om nooddruft naar lichaam en ziel en de geboorte van Jezus.

De Adventsweken zijn weer voorbij. Wij staan door Gods goedheid vlak voor het Kerstfeest. Heeft de Adventsprediking ons een zegen gebracht, de zegen van de voorbereiding voor de viering van het geboortefeest van het Christuskind? Dat is altijd weer nodig voorbereid te worden voor zulk een hoog en heerlijk feest. Wij kunnen zo maar dit hoogheerlijke feest niet vieren. En dus zijn wij bereid, als God tot ons komt door middel van Zijn Woord met de opwekking: „Vier uw vierdagen"?

Welk een zegen is het, als er iets in waarheid bij ons, in ons gevonden mag worden, voor het eerst of opnieuw, van de gestalte van een Simeon, van een Anna, van wie wij lezen, dat zij waren: „verwachtende de vertroosting Israëls". Zo moet het ook zijn, zullen wij diep in ons hart Kerstfeest vieren. Kerstfeest in de voorwerpelijke zin, dat is groot. Dat is de geboorte van het Kindek.e Jezus in de stal van Bethlehem. Dat is een van de heilsfeiten uit de heilsgeschiedenis Gods. Dat is de bron, waaruit de wateren des heils vlieten, en vloeien over de woestijn van de wereld, menigmaal ook over de woestijn van onze christelijke gezinnen, van onze christelijke scholen, en zelfs van de christelijke kerken.

Ja, als die bron van het levende water zich uitstort over de velden, dan gaat in vervulling de profetie van Jesaja, de Evangelist van het Oude Verbond: „De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos. Zij zal lustig bloeien, ja, met verheuging, en juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven; het sieraad van Karmel en Saron; zij zullen zien de heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes Gods" (Jesaja 35). En in die weg komen wij door de wonderlijke en genadige toepassing van de Heilige Geest tot de viering van het feest van Jezus' geboorte, niet alleen in de oorwerpelijke zin, maar als vrucht daarvan ook in de onderwerpelijke zin. En zo eerst heeft de geboorte van de Zaligmaker haar doel bereikt zo strikt persoonlijk in ons hart en in ons leven. Zo wordt het voor allen, die door Hem, als „het Leven" uit de dood overgaan in het leven: „Ik eef. en gij zult leven."

Als vrucht van de geboorte van het Kindeke Jezus in Bethlehems stal, volgt in de weg van wedergeboorte, bekering en geloof door de Heilige Geest, de geboorte van het Kindeke Jezus in het hart van een zondaar, het nederleggen van dit Kindeke in de ontledigde, en dus ledige kribbe des harten.

En zij, die alzo zijn deelachtig geworden het leven, dat in de Heere Jezus Christus is geopenbaard en in de wereld gekomen, worden om Zijnentwille tot Gods kinderen aangenomen. Alleen door en in Christus worden kinderen des duivels kinderen van de Vader, Die in de hemelen is. Van hen getuigt Hij Zelf, dat Hij ze aanneemt, als Hij zo teer, zo vol van ontferming verzekert: Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en tot dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige" (2 Cor. 6:18). En wederom, zelfs teruggaande tot in de eeuwige Raad des vredes, waarin in verkizende liefde het begin van alle heil ligt, voorwerpelijk en onderwerpelijk, van de geboorte van het Kindeke Jezus in Bethlehems stal, èn van Zijn geboorte in het hart van zondaren, en dus wederom getuigt deze ware Vader: Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom (ja, daarom!) heb Ik u getrokken met goedertierenheid" (Jer. 31 : 2).

Een kind van God, en dat een, die tevoren was door onze val in onze eerste vader Adam, een kind des duivels, een kind des toorns, dat is het grootste wonder van Gods liefde en almacht, maar ook van Zijn gerechtigheid, waaraan door Jezus Christus ten volle is genoeg gedaan. En nu mogen deze aangenomen kinderen, die dit veelal niet durven te geloven, en dus ook niet durven te zeggen, bidden, juist op het Kerstfeest: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd."

„Onze Vader", dat is een Naam, die ons spreekt van grote, onbegrijpelijke liefde. Een liefde voor kinderen, die het er zo slecht hebben afgebracht, die als verloren zonen en dochteren hun Vader hebben verlaten, om weg te reizen naar een vergelegen land en om daar in een verkwistend en zondig leven al wat de Vader ze gegeven had, er door te brengen. En zie, zulke kinderen worden, als ze komen mogen, door Gods Woord en Geest geleid, aan de kribbe van het Kindeke Jezus in de stal van Bethlehem, en als zij door het geloof mogen zien hun Verlosser en Zaligmaker, zulke afkerige kinderen, die in Christus, Die de weg is, wederkeren tot God de Vader, zij mogen aan die kribbe neergezonken, bidden: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd."

In zulk een onuitwonderbaar wonder delend, wordt het de begeerte, om daarmede in God te eindigen. O, wat krijgen die aangenomen kinderen, voor wie zulk een prijs is betaald, nadat zij tot het Kindeke Jezus in de kribbe zijn genaderd, om het door de Heilige Geest te zien, niet alleen de Jezusnaam toch lief, maar ook de Naam van de Vader, van Wie het Kind in de kribbe als 't ware predikt: „Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."

Dan wordt er gebeden in wederliefde tot die heerlijke Naam: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd." En daarin ligt opgesloten, wat de christen in onze Heidelbergse Catechismus er in mag zien met door de Geest verlichte ogen: „Uw Naam worde geheiligd, d.i. geef ons eerstelijk, dat wij U recht kennen, en U in al Uwe werken, in welke Uw almachtigheid, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid klaarlijk schijnt, heiligen, roemen en prijzen; daarna ook, dat wij al ons leven, gedachten, woorden en werken, alzo schikken en richten, dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen worde."

Dit is ook de diepe betekenis van het eerste gedeelte van de Engelenzang: „Ere zij God in de hoogste hemelen!" — Zeer begerig zijn de engelen om in te zien, en om mede te mogen werken in het wonderlijke en Godverheerlijkende werk van de Verlosser en Zaligmaker, de Heere Jezus Christus. Bij Zijn geboorte reeds verheerlijken zij God de Vader in Hem en in Zijn werk. „Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen? "

En dat wordt ook de begeerte van allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben, voor het eerst en telkens opnieuw, in meerdere of in mindere mate. Dat is ook een gave van God, de Vader der lichten. En dus, o volk van God, stijge uit uw hart op dit Kerstgebed: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd."

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 25 december 1961

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's

Het Kerstgebed

Bekijk de hele uitgave van maandag 25 december 1961

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's