Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Timotheüs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Timotheüs

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij kwam te Derbe en Lystre. En zie, aldaar was een zeker discipel, met name Timotheüs, zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader: welken goed getuigenis gegeven werd van de broederen te Lystre en Ikonium. Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen: en hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was.

Hand. 16:1-3.

Wij krijgen een blik in het familieleven van Timotheüs.

Dat is een oude bekende voor ons, Timotheüs. Knapen-en Jongelingsverenigingen zijn naar hem genoemd. Of men echter het goede beeld van hem heeft, dat is de vraag! Veelal meent mert dat Timotheüs zonder bekering, door opvoeding alleen, tot het geloof gekomen is. Zelfs leiden velen daaruit af, dat men zonder bekering evengoed een gelovige kan zijn. Het is daarom goed, dat wij eens nader kennis maken met hem, met zijn familie en met zijn leven. Timotheüs dan kwam waarschijnlijk uit Lystre, een stad gelegen in Lycaonië of Zuid-Galatië, wat de apostel Paulus aangedaan heeft op zijn eerste zendingsreis en wat hij nu weer vindt op zijn tweede zendingsreis. Op de eerste zendingsreis had Paulus hem niet ontmoet, hoewel Timotheüs toen wel onder Paulus' gehoor geweest moet zijn.

Zijn moeder was een Joodse vrouw en heette Eunice. Zijn vader was een Griek en is ons bij name niet bekend. Als hij nog geleefd heeft hier, dan blijft hij helemaal op de achtergrond. Het huwelijk van deze twee was dus een gemengd huwelijk, gemengd niet slechts van twee kerken, maar van geloof en ongeloof. Griek wil hier zeggen: ongelovige, heiden. Zo'n huwelijk was bij de Joden verboden, zo'n huwelijk is in de bijbel verboden. Al zou zo'n meisje redeneren, dat zij door zo'n huwelijk haar man voor het geloof zou kunnen winnen, dan gaat toch de bijbel voor zo'n redenering niet op zij. Als dat waar was, dan zouden wij eigenlijk allemaal met heidenen moeten trouwen. Dat dit echter een drogrede is, dat blijkt wel uit dit geval. Deze man had tot het Joodse geloof kunnen overgaan, hij had proseliet kunnen worden, maar hij deed het niet. Hij zou dan welkom geweest zijn in de gemeente van Israël. Ik weet niet of er in dat gezin meer kinderen geweest zijn, maar in elk geval de geboorte van deze zoon heeft daaraan niets veranderd. Vaak verwacht men dan nog wel, dat wat het huwelijk niet kan doen, de geboorte van een kind nog wel doet. Kinderhanden en ook een vroom kinderlijk gemoed kunnen nog wel eens een man vermurwen en tot andere gedachten brengen. Dat is hier echter niet gebeurd: heiden was hij en heiden bleef hij. Zij hebben dit kind nog wel een mooie Griekse naam gegeven: „Timotheüs", van God bemind, of: die God bemint, maar als iemand de naam van God noemt, dan kan hij van alles bedoelen, de God van Israël of de goden der Grieken. U zult de ongelovigen tellen, die prachtige Christelijke namen dragen! Zozeer zelfs stond deze vader op zijn stukken, dat zijn zoon niet eens besneden werd, en dit terwijl toch de moeder het Joodse geloof aanhing, niet maar zo langs de kant. Het was die moeder niet onverschillig, want God zeide, dat als een kind niet besneden werd in Israël, dan zou die ziel uitgeroeid worden uit zijn volken, want hij had het verbond verbroken. En een moeder kon niet haar kind laten besnijden, dat mocht alleen de vader, de moeder mocht dat niet dan in zeer bijzondere omstandigheden. En het kind Timotheüs bleef onbesneden. Hier zien wij dus achter de schermen in een heel stuk gezinsnood, huwelijksnood, kerkelijke nood. Voelt u dat, wat dit voor deze ernstige vrouw betekend moet hebben? Wat dit ook voor deze man betekend moet hebben? Dat is de eenzaamheid, die het ongeloof moet gevoelen tegenover het geloof. Dat doet het ongeloof wel zelf, maar zij staan er dan toch maar buiten en zij stellen anderen er buiten. Deze man stelde èn zichzelf èn zijn vrouw èn zijn zoon praktisch buiten de kerk. Laat toch de Schrift u waarschuwen tegen het gemengde huwelijk en tegen het ongeloof.

Wij krijgen een blik in het geloofsleven van Timotheüs.

En zie, daar was een zeker discipel, zoon van een gelovige Joodse vrouw, welke goed getuigenis gegeven werd van de broederen te Lystre en te Ikonium.

Timotheüs wordt hier een discipel genoemd, die bekend was te goeder naam als discipel in zijn woonplaats Lystre, maar ook in het veel verder gelegen Ikonium. En hem werd getuigenis gegeven van de broederen. Niet van die buiten zijn, maar van die binnen zijn, van ware christenen. Dat kan ook van belang zijn als de buitenwacht goed spreekt van een christen, maar die kunnen daarover ten diepste toch niet oordelen. Christenen alleen kennen het christenleven, die kennen het van binnen uit. Dat zo'n jonge man als jong christen reeds bekend was tot in vergelegen gemeenten, dat zegt toch wel wat. En dat die mensen hem als geschikt oordelen, om hem met Paulus en Silas mee te geven op de preektochten, dat zegt zeker heel wat.

Wat had die Timotheüs dan? Wat was dat met die jonge man? Hoe was hij dan een discipel van de Heere Christus geworden? Hoe werd hij dat en hoe worden wij dat? Dat zat hem in vroeger door Paulus daar gehouden preken. Daar had die jonge Timotheüs als jongen onder gezeten en dat was niet langs hem heengegaan. Deze jonge Jood-heiden, die geen Jood was, die niet eens besneden was, had het Evangelie van de Messias van zijn volk gehoord en het had hem gegrepen. Paulus zegt er van, dat hij hem geteeld had door zijn Evangelie en hij noemt hem zijn zoon. Het Evangelie doet iemand geboren worden, doet hem opnieuw geboren worden. Wezenlijk het Evangelie horen, dat is een nieuwe geboorte, dat is van boven geboren worden. Dan wordt men een discipel, een leerjongen van Christus. En waar Christus toen al in de hemel was gegaan, wordt Timotheüs een leerling, een discipel van de Heilige Geest. Dat was dus voor enige tijd, misschien voor enige jaren geschied met Timotheüs. Daar ligt zijn bekering. Daar ligt het wezenlijke begin.

Alles wat wij nu nog verder gaan zeggen, dat neemt dit niet weg: geteeld door Paulus' Evangelie. Maar daar was een voorbereidend werk der genade. En dat lag in de opvoeding, die hij gehad had van zijn moeder Eunice, en ook van zijn grootmoeder Loïs. Was dan dat huwelijk van Eunice en haar man niet zo'n harmonisch huwelijk, dat nam niet weg, dat

Timotheüs een goede moeder en eveneens een goede grootmoeder gehad heeft. De vader stond hier buiten. Wat is dat erg, als een man buiten de wezenlijke opvoeding van een kind staat, als een vader heenleeft langs de diepste behoeften van zijn kind, als een vader zijn kind niet begrijpt. Die moeder en grootmoeder waren gelovige mensen. Sommigen denken dat zij ernst maakten met het O. Testament, als goede Joden. Dat zal zeker waar zijn. Dan zullen zij de Messias verwacht hebben. Zij kenden in elk geval de Schriften goed, want zij onderwijzen Timotheüs er in. Dat is ook nog mogelijk, goed de Schriften kennen en toch dingen doen, die tegen de Schriften ingaan! Waarschijnlijk zijn zij ook reeds spoedig N. Testamentische christenen geworden, zodat zij gelovige mensen mochten heten. Paulus zegt, dat er een ongeveinsd geloof in die twee vrouwen leefde. Genade is geen erfgoed, maar het valt toch wel op, dat dit ware geloof hier woont in een moeder, ook in haar dochter, ook in haar kleinzoon. En van kinds af hebben zij Timotheüs in de Schriften onderwezen, 't Garandeert ons de genade niet, maar 't is wel een buitengewone zegen, 't Is zo'n voorbereiding voor de genade. Dat geeft zulke geoefende christenen! Daar werd de bijbel niet alleen gelezen, daar werd over de bijbel gesproken, daar werd de bijbel uitgelegd door grootmoeder en door moeder aan een kleinkind, aan een kind. Zo heeft dit kind leren luisteren in de kerk, zodat hij met vrucht de preek van Paulus kon volgen. Waar dit kind buiten de gemeente van Israël stond, daar zal het de bijzondere zorg van de moeder hebben gehad, 't Was toch haar schuld, dat hij eigenlijk er buiten stond. Dat komt wel eens meer voor, dat een kind, dat de zonden der ouders moet dragen, aan de andere kant de teerste zorg van een ouder mag hebben. Het verboden, het afgesloten goed wordt vaak het meest begeerd. Hij was niet in het verbond, niet in Israël ingelijfd en hij zou toch in Israël worden ingelijfd.

'k Zal van dc deugd der milde goedheid zingen, Van 't heilig recht der strenge rechtsgedingen: Een psalmgezang, o hooggeduchte Heer', Uw naam ter eer.

'k Zal met verstand de weg betreên der vromen; Wanneer zult Gij, mijn Bondsgod, tot mij komen? Ik zal doen zien in al mijn huisbeleid D' oprechtigheid.

Wij krijgen hier een blik in het ambt van Timotheüs.

Deze wilde Paulus, dat met hem (en met Silas) mede zou reizen. Deze Godvruchtige jongen, getrokken onder Paulus' prediking, bekwaamd aan moeders en grootmoeders tafel, was voorbestemd om met Paulus en Silas de meeste zendingsreizen te maken en omstraks zoveel als Paulus' opvolger te worden. Europa heeft niet alleen aan Paulus, maar ook aan Timotheüs het Evangelie te danken. Hij heeft haast alles meegemaakt. Hij heeft heel Klein-Azië mee doorgereisd, Griekenland, is in Berea geweest, in Corinthe, is Paulus trouw geweest tot in zijn gevangenschap te Rome. Hij heeft belangrijke gezantschappen verricht, is tenslotte zelf in Rome gevangen geweest en is ten slotte in Efeze gedood (misschien).

Maar tot dit alles nu heeft Paulus hem besneden, ter wille van de Joden, die in die plaatsen waren, want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was. Deze besnijdenis is een merkwaardig geval geweest. Als iemand in zijn kinderjaren niet besneden was, dan was het wel mogelijk, dat dat op volwassen leeftijd alsnog geschiedde. Maar dat gebeurde dan op eigen nadrukkelijke wil, niet voor de volwassen leeftijd. Net als bij ons de volwassenendoop. Als bij ons een kind om een of andere reden niet gedoopt is, dan wordt het na het twaalfde jaar doorgaans niet meer gedoopt, totdat het volwassen is en zelf belijdenis des geloofs gedaan heeft. Zo ging het ook in Israël. Timotheüs kón dus wel besneden worden. Maar de besnijdenis was inmiddels door de Christelijke kerk afgeschaft. Nu het offer van Christus gebracht was, hield elk bloedig offer op. Geen bloedige besnijdenis meer, maar de onbloedige doop. Geen bloedig pascha meer, maar het onbloedig Avondmaal. Dat leest u in Handelingen 15. Daar was op de synode te Jeruzalem juist een besluit over gevallen. En nu merkwaardig, dat Paulus met brieven van die synode, het zgn. Apostelconvent, naar de gestichte gemeenten gezonden is, om daar bekend te maken, dat men in de Christelijke gemeenten niet meer besnijden zou, maar dopen. En hier in Hand. 16, onmiddellijk daarna besluit Paulus om Timotheüs te besnijden, terwijl hij Titus geweigerd heeft later te besnijden.

Wat is dat? Waarom was dat nodig voor Timotheüs? Heeft dan Paulus een tactiek gevoerd van ja en neen? Is dat een handigaard geweest, die de kool en de geit wilde sparen? Paulus had met alle macht zich tegen de besnijdenis verzet, had het in Jeruzalem op het Apostelconvent er door gekregen, dat de besnijdenis opgeheven werd en nu heeft hij de brieven in zijn zak en hij is de eerste die wèl besnijdt. Ie. Paulus was tegen degenen, die uit de bloedige besnijdenis nog heil verwachtten. Had Timotheüs daar heil uit verwacht, hij had 't zeker niet gedaan. 2e. Paulus kon mild zijn en wat toegeven, als hij verwachtte, dat het Evangelisch licht in deze zaak langzaam doorbrak. Dan dacht hij: , , Toe dan maar zolang!" En ten derde: Hier wist Paulus: Als ik Timotheüs meeneem, dan zal hij in vele synagogen moeten spreken. Dat zullen zij nooit toelaten, zolang hij onbesneden is en zij weten, dat hij onbesneden is, want zij kennen allemaal zijn vader, dat hij een Griek is. Daarom besloot Paulus, om de Joden te kunnen winnen voor het Evangelie van Christus, om Timotheüs te besnijden.

Paulus heeft het wel goed gezien. Timotheüs heeft ongemeen veel zegen kunnen verspreiden. Hij was zwak van gezondheid, hij was ook, hoewel hij een christen geworden was, vreesachtig van aard. Hij zag op tegen de tegenstand van de Joden, was bang voor vervolgingen, gevangenschap, voor de marteldood. En al deze dingen zouden Timotheüs metterdaad treffen! Heeft Paulus dan verkeerd gedaan, als deze man die nooit water bij de wijn deed, aan de zwakheid van zijn geliefde Timotheüs wat tegemoet kwam? Ik dacht het niet. Het is geen handige kerkpolitiek geweest. Misschien ook nog wel wat. Maar het is zijn begeerte geweest een deur open te krijgen voor het Evangelie. En het is zijn liefde geweest om Timotheüs te sparen. Hier is de liefde die list zoekt. Laat ons toch niet zozeer op de principiën rijden. Enige jaren geleden zei een oud en Godvruchtig man dit wijze woord: , , Wij moeten de zaak ook niet op de spits drijven." Een beetje mildheid, een beetje tact, een beetje de gewetens sparen van die zwak zijn, dat mag toch wel ter wille van een zo goede zaak. Tenslotte heeft Timotheüs, die de besnijdenis des harten deelachtig geworden was, uit dit sacrament een wondere versterking ontvangen van het geloof, dat hij bezat.

Neemt drie dingen mede uit deze overdenking: le. Wacht u dat gij geen juk aantrekt met de ongelovigen. 2e. Merkt op de noodzakelijkheid van de bekering en op de zegen van een opvoeding bij het Woord. 3e. Wij die sterk zijn, zijn gehouden de zwakheden van anderen te dragen.

K.a.Z.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Timotheüs

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's