Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alle dingen onderworpen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alle dingen onderworpen

11 minuten leestijd

Doch wij zien nu nog• niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn, maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond.

Hebr. 2 : 8c en 9a.

Schrift moeten wij met Schrift vergelijken. De beste, oudste en nieuwste commentaar op de bijbel is de bijbel zelf. Het valt op, dat met elk heilsgebeuren, ook dat van de hemelvaart, de Schrift ter hand genomen is, om dat gebeuren te bevestigen en te verklaren. Wonderlijk is dat, terwijl men doorgaans zegt, dat het Nieuwe Testament openbaart wat het Oude verborgen hield, dat juist het Oude Testament allerwege ter hand genomen wordt om het Nieuw-Testamentische gebeuren duidelijk te maken. Dat wij er dan maar uit leren het ene niet boven het andere te stellen en de beide Testamenten als het ene ongedeelde Woord Gods te beschouwen. Ook en vooral de Psalmen hebben bijzonder hun licht geworpen op de hemelvaart van Christus. Met name en onder andere is het de achtste Psalm, die dit gedaan heeft. Door het vergrootglas van Psalm 8 willen wij het hemelvaartevangelie lezen, in onze tekst Hebreën 2 : 8c en 9a.

De belofte over de mens.

Vers 6 zegt: , , Maar iemand heeft ergens betuigd..." Die iemand is David en de plaats waar het betuigd wordt is Psalm 8. In Psalm 8 heet het dan: , , Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt? Of wat is des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt." Zeer heerlijke dingen worden over de mens geprofeteerd, die wij u heden bekend willen maken. Laat mij maar beginnen met deze dingen, dat God zijner gedenkt. Was dit niet de bede van de moordenaar aan het kruis? Wat is dat groot als God aan een zondaar gedenkt. Dan gedenkt Hij hem tot wedergeboorte en geloof, dan gedenkt Hij hem tot geloof en bekering. Dan gedenkt Hij hem tot rechtvaardigmaking en heiligmaking. Dat zijn alles de weldaden Gods, maar het tweede is veel meer, nl. dat God de mens bezoekt. Al ontvingen wij al de weldaden des heils, dat zou onze zaligheid niet uitmaken. God is onze zaligheid. En dat is nu wat de Heere als tweede weldaad geeft, als de schuldvergeving geschonken is, dan bezoekt Hij Zelf de mens, dan wordt God zijn deel. Dan bezoekt hem God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest. Wat is de mens, dat Gij hem gedenkt en des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt? Keurt God die kleine, nietige en schuldige mens zoveel eer en gunst waardig? Lezer (es), al was het dit alleen, dan zou het genoeg zijn voor eeuwig, ja, dat zou de zaligheid uitmaken. Al was er dan geen hemel meer tot loon en al was er dan geen hel meer tot straf, dan zou de mens moeten zeggen: , , Die God is ons een God van volkomen zaligheid."

Maar de belofte Gods over de mens is nog veel groter. Onze tekst zegt het ons, dat nl. alle dingen de mens onderworpen zullen zijn. Met heerlijkheid en eer heeft de Heere hem gekroond en Hij heeft hem gesteld over de werken Zijner handen. En als de Heere alle dingen aan de mens onderworpen heeft, dan heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij. Denkt u in wat dit zeggen wil. De dood zal den mens eens onderworpen zijn, als hij op zal staan uit zijn graf om dan het eeuwige leven te beërven. De zonde zal den mens eens onderworpen zijn, als alle zonde volmaakt zal worden afgelegd en onder de voet zal worden getreden. De hel zal den mens onderworpen zijn, als de angst der hel voorgoed van hem zal wijken en als de poorten der hel hem voor eeuwig zullen worden toegesloten.

Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt? Die kleine, nietige en schuldige mens tot zodanige eer gesteld. Alle dingen onderworpen.

Hem zal onderworpen zijn de gehele schepping. Had God eens in het paradijs de vreze van de mens op de dieren gelegd, hoe zal dat eens ten volle zijn als een jongsken de koe en de berin zal weiden en zijn hand zal uitsteken in de kuil van een basilisk. Had God eens in het paradijs de opdracht gegeven: Onderwerpt het aardrijk, dat zal ten volle waar zijn, als al de werken van Gods handen de mens onderworpen zullen zijn. Nu mag de mens de diepten der zee en de hoogten des hemels trachten te doorvorsen, maar dan eerst zal het de mens onderworpen zijn.

Al de werken van God handen. Ook de hemelen en al wat daarin is zal aan hem onderworpen zijn. Al die heerlijkheid, die de Heere aldaar geschapen heeft, tot en met Zijn troon, zal het wettig eigendom zijn van de mens, die zalig wordt. Onder zijn voeten onderworpen. Dat is een echt oosterse uitdrukking. Als men in Israël een stuk lands kocht, wierp men zijn schoen daarop. Als een vorst een land veroverde, dan wierp men zijn schoen op dat land. Als een volk zich overgaf, dan naderden de oudsten tot de overwinnende vorst, dan zette die zijn voet op de nek van zijn vijanden. Welnu, zo zou al Gods bezit aan de mens worden onderworpen onder zijn voeten. Zelfs de engelen zullen de dienstknechten zijn van die zalig worden.

Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, dat Gij zulke beloften aan hem geeft!

De beloften verhuld.

En nu komt hier onze tekst, die zegt: , , Doch nu zien wij nog niet dat hem alle dingen onderworpen zijn." Gods volk leeft nog maar op de beloften. Zoals Abraham het beloofde land nog maar in de belofte bezeten heeft, zo bezit de kerk het beloofde heil ook nog maar in de belofte. Alleen twee dingen niet, die ontvangt hij niet in de beloften, maar in werkelijkheid. Dat de Heere hem gedenkt, dat Hij hem wederbaart en bekeert, dat Hij hem rechtvaardigt en heiligt, dat ontvangt hij hier. En dat de Heere hem bezoekt, zodat de mens God mag ontmoeten, zo de Vader als de Zoon, als de Heilige Geest, dat ontvangt hij ook hier.

Maar wij zien nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn. De aarde is nog niet het wettig eigendom dergenen die des Heeren zijn, omdat op de aarde nog rust de vloek der zonde. En de hemel is nog niet het wettig eigendom des mensen, omdat de mens nog draagt het lichaam der zonde. De erfenis wordt nog slechts

in de hemelen bewaard, voor hen, die in de kracht Gods voor de erfenis bewaard loos onder kunnen zijn en klagen: , , Ik el-

Wij zien nu nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn. Ook de duivel is den mens nog niet onderworpen. O, wat kan de duivel nog een hinder doen aan hen, wier leven het toch werd om voor God in Christus te leven. Moeten zij niet dagelijks bidden: Verlos ons van de boze en leid ons niet in verzoeking.

Aan de dood is nog alle schepsel onderworpen, want wat mens leeft er, die de slaap des doods niet eens zal slapen en wie redt zijn ziel van 't graf? Hoe kan de dood zijn lange zwarte schaduw ver vooruit werpen, op de levensweg van de mens. Ja, is het niet zoals Hebr. 2:15 zegt, dat Gods volk met vreze des doods, door al hun leven, der dienstbaarheid onderworpen zijn?

Zelfs aan de zonde zijn zij nog altijd dienstbaar. Nooit komen zij het kwaad te boven, zodat zij er wel eens recht moedeloos onder kunnen zijn en klagen: , , Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? "

Neen, wij zien nu nog niet dat hem alle dingen onderworpen zijn. En als de wereld smalend spreekt over een ijdele hoop van een christen, dan is het enige, wat zij er op zeggen kunnen: „De hoop beschaamt niet." En als het ongeloof vraagt naar de dag Zijner toekomst, en alle dingen alzo blijven, ja zelfs nog slechter en minder schijnen te worden, dan is het enige wat zij zeggen kunnen: Ik geloof. Dat is het enige wat Gods volk heeft en zonder dat waren zij de ellendigste van alle mensen en kwamen zij het leven niet door en de ziekte niet door en de zorg niet door en de dood niet door. Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt.

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed [gebleven?

Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op de Heer', godvruchte schaar, houd moed; Hij is getrouw, de bron van alle goed; Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer; Wacht dan, ja wacht; verlaat u op de Heer'.

De belofte vervuld

Dat is een volk, arm nochtans rijk, rijk nochtans arm. Arm is het wat het op aarde bezit aan tijdelijk en geestelijk goed. Nochtans is het rijk in de belofte. Maar het bezit meer dan de belofte. „Maar..." zegt onze tekst. Tegen alles wat nu nog niet gezien wordt, volgt een maar...

Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond. Lezer(es), de kerk heeft een geestelijk gezichtsvermogen. Wat Stefanus zag, nl. Jezus staande aan de rechterhand Gods, dat mag in zekere zin, nl. door het geloof, de ganse kerk zien. Zij zien Jezus opvaren ten hemel, nadat Hij doorgegaan was door dood en hel, zittende ter rechterhand der kracht Gods. Dat is toch het voorrecht, dat al dat volk heeft, dat ze Hem mogen zien. Hem, Die de mens gedenkt, Hem, Die de mens bezoekt, Hem die zij kennen, mogen zij nu ook zien. O, als een mens eens waarlijk mag geloven: Ik geloof in Jezus Christus, Die is opgestaan uit de doden, opgevaren ten hemel, dan ziet hij dat ook. Dan ziet hij de heerlijkheid en de eer, waarmee de Heere gekroond is. Wat een heerlijkheid, dat Hij mag zitten aan de rechterhand der kracht Gods. Wat een eer, dat Hem metterdaad reeds nu alle dingen onderworpen zijn, dat Hem gegeven is alle macht in de hemel en op de aarde. Hij, Die gesteld was een weinig tijds onder de engelen, nu gesteld boven alle overheid, macht en kracht. Hem zijn reeds ilu alle dingen onderworpen.

En waar nu het Hoofd der kerk verheerlijkt is, daar heeft de kerk een zekere garantie, dat, al wordt dat nu van haar nog niet gezien, straks ook dit haar deel zal zijn. Nu nog niet, maar...

Lezer (es), zal dit ook uw deel zijn? Zal ook u alle ding onderworpen worden? Gij kunt dit wel weten. Laat mij uit het verband van de tekst u een duidelijk bewijs geven. Het is dit: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt? Psalm 8 geeft u de sleutel op de schatten van de hemelvaart. Zie, dit is een volk, dat het niet waard is, en dat een Zaligmaker nodig heeft, om aldaar zijner te gedenken. Of hebt ge nog waardigheid in uzelf? Dan hebt ge Jezus en ook Zijn hemelvaart niet nodig. De mensen, die zo goed zijn in hun oog, die zoveel deugd hebben, die zoveel vroomheid hebben, die zoveel godsdienst hebben, die zoveel geloof hebben, die zoveel hebben, dat zij verontwaardigd zouden zijn als zij niet toegelaten worden, die gaan niet in.

Wat is de mens? Die dit gevoelt, dat hem alles onderworpen moet worden, omdat hij zichzelf onderworpen gevoelt aan de zonde en daarom aan de dood en aan de satan, die mens mag hopen op het volkomen werk van de Zaligmaker.

Weet u wie ten hemel ingaan achter de Zaligmaker? Het zijn zij, die hier door die Zaligmaker bezocht zijn met al Zijn heil. Gods volk mag dan een arm volk zijn, en wij zien dan hier nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn, maar zij ontvangen door het geloof hier toch de voorsmaak van de hemel. In hen en voor hen wordt hier dan toch in beginsel de zonde onderworpen en de dood en de duivel. En als zij op Gods aardbodem gaan en staan, mogen zij als Abraham in Kanaan dan toch wel eens voelen, dat dit land eens hun wettig bezit zal zijn. Want de zachtmoedigen zullen het aardrijk erfelijk bezitten. En evenals de kinderen Israëls vanuit de woestijn de blauwende bergen van Kanaan mochten zien en van de vruchten smaken, zo mag Gods kerk ook in dit leven wel eens de voorsmaak genieten van het eeuwig zalig leven. Al zien wij dan nu nog niet, dat de mensen alle dingen onderworpen zijn, wij zien toch Jezus met heerlijkheid en eer gekroond. En Hij is onze eeuwige hoop, Hij is onze enige verwachting.

K.a.Z.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Alle dingen onderworpen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's