Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONEEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verdriet

Wat zegt u van de overgang van prinses Irene naar de roomse kerk? , zo vroeg mij een gemeentelid. Ik kon alleen maar zeggen: ik heb verdriet! Wanneer men het huis van Oranje liefheeft, wanneer men weet, dat de geschiedenis van Nederland zo nauw is samengeweven met het Oranjehuis, wanneer men weet dat de band tussen Nederland . en Oranje gelegd is in de worstelstrijd om de vrijheid om de Heere te mogen dienen naar zijn Woord, wanneer men niet vergeet dat daardoor het Oranjehuis en de reformatie bij elkaar behoren, dan kan men alleen maar verdriet hebben. Verdriet omdat we niet anders kunnen zien dan dat hier de weg der waarheid openlijk wordt verlaten. Wanneer men breekt met een kerk, waarin men gedoopt is en waarin men belijdenis gedaan heeft, wanneer men daarmee een traditie van eeuwen verbreekt, dan moeten er toch wel belangwekkende redenen geweest zijn om deze stap te doen. Wonderlijk doet daarbij de mededeling aan , , dat de overgang in verband moet worden gezien met haar interesse voor de oecumenische toenadering en dat haar voorkeur is uitgegaan naar het rooms-katholiek christendom in oecumenisch licht gezien".
Ik heb mijn mening steeds naar voren gebracht, hoe gevaarlijk een dergelijke oecumenische toenadering is wanneer het niet in de eerste plaats gaat om de waarheid, maar wanneer de eenheid boven alles staat. Daarbij kan ik met de beste wil van de wereld niet begrijpen hoe deze stap de oecumenische toenadering kan dienen, vooral als men weet dat de overgang naar de roomse kerk lange tijd voor ons volk verborgen is gehouden. Doordat een spaans journalist haar knielend voor een altaar in een roomse kerk in Spanje aantrof, moest wel een verklaring worden uitgegeven. Als zoon der reformatie, die tegenover de roomse kerk de drie wachtwoorden van de reformatie — door de Schrift alleen, door genade alleen, door geloof alleen —-wil handhaven, kan ik alleen maar mijn grote verdriet uitspreken tegenover deze stap van prinses Irene. We zien dit alles als een teken van verval van het godsdienstig en kerkelijk leven in ons land. We kunnen vooralsnog niet aannemen, dat er andere redenen zijn die tot deze stap hebben geleid — men fluistert immers over een a.s. verloving met een rooms-katholiek edelman — want dat is door de verschillende officiële instanties zo pertinent tegengesproken dat men dit eenvoudig niet mag aannemen. Maar het feit op zichzelf is al erg genoeg. Toen het bericht kwam kon ik het eerst niet geloven en daarna had ik een brok in de keel. Ik heb verdriet over deze zaak. Maar tegelijk wil ik vorstenhuis en volk oproepen tot waarachtige bekering en tot trouw aan de waarheid Gods, zoals die in het Woord tot ons komt en zoals onze kerk die door de eeuwen heen beleden heeft.

Vele vragen komen bij me op. Vragen als: door welke invloeden is de prinses tot deze stap gekomen? Waarom heeft men dit zo lang verborgen gehouden als het toch een eerlijke zaak is, zoals nu is voorgesteld? Heeft prinses Irene ook toen ze rooms geworden was toch ingeschreven gestaan in de lidmatenboeken van de Hervormde Kerk? En wanneer dit het geval is geweest, hoe moet men dan daarover oordelen? Al deze vragen kunnen het verdriet alleen maar groter maken.

Prins Willem van Oranje

Onze gedachten gaan in deze dagen ook als vanzelf uit naar Prins Willem van Oranje, de vader des vaderlands, die juist de omgekeerde stap heeft gedaan: hij heeft de roomse kerk verlaten en is overgekomen tot de reformatie. Dat zijn moeder, de vrome Juliana van Stolberg, hierbij een middel is geweest in de hand van God, is algemeen bekend. Toen hij nog deelnam aan de roomse eredienst aan het hof van de keizer, ontving hij verschillende brieven van zijn moeder. Ze drong hem het geloof in haar brieven nooit op, maar zij beleed haar reformatorisch geloof op een rustige maar vastberaden wijze. Door een diepe weg is Prins Willem tenslotte geleid, waarin hij heeft leren zien de genade Gods en waardoor hij zich van ganser harte aansloot bij de kerkhervorming. Hoe zwaar is daarop zijn worstelstrijd geweest tegen het roomse Spanje. Hoe heeft de roomse kerk onze vaderen te vuur en te zwaard vervolgd om het zuivere geloof. In dit verband kan het wel niet ongelukkiger treffen, dat juist in dat roomse Spanje, dat tot op deze dag de protestanten vervolgd heeft, de prinses knielende voor een altaar werd aangetroffen en dat van daaruit het bericht noodgedwongen bekend is gemaakt, welk een droeve stap ze genomen had.

Prins Willem van Oranje heeft zijn goed en bloed gegeven in de strijd tegen dat roomse Spanje en als een overtuigd belijder van de waarheid Gods heeft hij alles geofferd voor ons volk. Het is niet te zeggen hoeveel deze vader des vaderlands, die gevallen is door laffe roomse moordenaarshand, geleden en gestreden heeft voor ons volk. In zijn worstelstrijd tegen Spanje en de roomse inquisitie heeft Prins Willem geweldige offers gebracht. In die strijd waren er dieptepunten zoals de val van Haarlem in 1573. Toen velen in die tijd wanhoopten aan de uitslag van de strijd, schreef hij een heerlijke brief, waarin zijn geloof zo duidelijk uitkwam. Ik wil enkele citaten uit deze brief doorgeven om te laten zien uit welke geest de Prins leefde:

„En nu het, ondanks dit alles, de almachtige God behaagd heeft over de stad Haarlem naar zijn Goddelijke wil te beslissen en haar aan onze handen te onttrekken, zullen wij Hem en zijn Goddelijk Woord daarom verlaten? Is daarom de sterke hand Gods enigszins verzwakt? En is zijn Kerk en gemeente ten ondergang gebracht? Voorzeker, onze christelijke liefde doet ons medelijden gevoelen met hetgeen onze broederen aldaar is overkomen. Maar aangezien te allen tijde het bloed der martelaren het zaad der kerk is geweest, behoren wij ook des te meer geestdrift te gevoelen om onze rechtvaardige zaak te verdedigen en onze vijand tot het alleruiterste te weerstaan... Gij schrijft ons u te laten weten of wij soms met een grote machtige potentaat in een nauw verbond staan, teneinde door enige doeltreffende bijstand, die grote en geweldige macht van de vijand te kunnen weerstaan? Wij willen niet nalaten u hierop ten antwoord te geven, dat wij, aleer wij ooit met deze zaak en de bescherming der Christenen en andere verdrukten in deze gewesten begonnen zijn, met de alleropperste Potentaat der potentaten een zo nauw verbond gesloten hebben, dat wij geheel verzekerd zijn, dat wij en al degenen die hier vast op vertrouwen, door zijn geweldige en machtige hand, ten laatste < — al Zijn en onze vijanden ten spijt — nog bevrijd zullen worden..."

Dat is geloofstaal, die in ons hart aanslaat en waar een mens stil van wordt.

Eén ding is nodig

Door alles heen blijft echter één ding nodig: dat we vast houden aan de waarheid van Gods Woord. De vraag is gerezen hoe het mogelijk is dat een prinses uit het huis van Oranje het geloof van haar vaderen verlaat en overgaat naar de roomse kerk? En ook is gevraagd: wat heeft zij gemist in de eigen kerk? Zou het niet nodig zijn, dat we ook als kerk onszelf onderzoeken? Is dat tegenwoordig niet de leuze, die ook in de kerken opgang doet: ieder moet maar proberen op zijn eigen wijze zalig te worden? Ook als kerk moeten we wederkeren tot de waarheid van Gods Woord en die waarheid ook precies en duidelijk durven stellen. Dergelijke dingen als nu zijn voorgekomen, vloeien ook daaruit voort, dat de kerk als een baar der zee gelijk is en niet meer staat voor de waarheid van Gods Woord, zoals die beleden wordt in de reformatorische belijdenisgeschriften. Daar ligt de oorzaak van veel kerkelijke ellende van onze tijd. Wij moeten wederkeren tot de wet en de getuigenis naar het woord van de profeet. De kerk zelf heeft grote schuld, omdat ze niet vastberaden en onomwonden belijdt. En de verantwoordelijkheid die de kerk hiermee op zich laadt, is zeer groot. Want het bloed der zielen zal van haar hand worden geëist.

Daarom is ook één ding nodig: dat we levende christenen zijn, die leven uit de waarheid, leven uit Hem, Die de Waarheid is. We moeten zoeken het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid en we moeten als burgers van dat Koninkrijk op deze aarde leven. Laten we ons daarom ook als reformatorische kerk verootmoedigen, dat we zelf aanleiding geven tot dergelijke overgangen, omdat we zelf menigmaal de waarheid niet vasthouden en doordat we ook als kerk zijn afgeweken. En laten we dan schuld belijden en wederkeren tot de Heere. Zo zal de kerk weer worden, wat ze behoort te zijn: een pilaar der vastigheid en waarheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONEEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's