Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troost in druk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troost in druk

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden; dezelfde strijd hebbende, hoedanigen gij in mij gezien hebt, en nu in mij hoort. Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is deiliefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke bewegingen en ontfermingen zijn, zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde. Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf. Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie óók op hetgeen, dat der anderen is. Fil. 1 : 29—2 : 4.

Lijden en strijden uit genade.

, , Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden; dezelfde strijd gestreden hebbende, hoedanigen gij in mij gezien hebt, en nu in mij hoort."

Het geloof is een gave Gods, en het lijden om Christus' wil is een gave Gods daar boven, en het strijden is een gave Gods daar boven. Het voorwerp des geloofs is een gave Gods. De Heere Jezus Christus is , , de" gave Gods; de zaligheid, die Hij verwierf, is de gave Gods, die Hij geeft en toerekent aan zondaren; maar ook het geloven zelf is een gave van God. Dit is een gave, een drieënige gave, die God vrijmachtig geeft, opdat niemand roeme dan in Hem. Maar dit is ook een gave, die geaccepteerd wil worden, zodat niemand de verantwoordelijkheid van een zondaar over het hoofd mag zien. Dat wordt een mens gegeven, en wat gegeven wordt, dat is doorgaans een geschenk van grote waarde. Er is geen groter gunstbewijs, geen waardevoller ding dan te geloven; te geloven in Hem, Die zondaren rechtvaardigt, te geloven in de rechtvaardiging door Zijn bloed, en die weldaad met een gelovig hart aan te nemen. Dit geloof nu is een persoonlijke zaak. Het , , u" uit de tekst wordt nadrukkelijk en persoonlijk tot de gelovigen gericht. Het geven Gods geschiedt altijd persoonlijk aan iemand. Het geschenk en de gevende hand wordt altijd door hem, die het aangeboden wordt, in het oog gevat. En het aanvaarden van deze vrije gift Gods wordt eveneens bewust gedaan door de ontvanger. En hoewel de zondaar de gave Gods in Christus ontvangt, in ontvangst neemt, aanvaardt, zo zal hij toch geheel de eer aan God geven, omdat ook het geloof, waardoor hij Christus en Zijn heil aanneemt, een gave Gods was.

Nu gaat dit geloof altijd gepaard met lijden, min of meer, en met strijd. Deze gaan altijd hand in hand, omdat zij bij de Voorloper des geloofs, Christus, hand in hand gingen. Doorgaans zien de mensen in lijden, en zeker in lijden om Christus' wil, niet een voorrecht. Dat ziet men niet als een gave. Toch is het dat wel degelijk! Het is een eer, die de wereld aandoet, omdat de wereld daarmee uitspreekt, dat zij zo iemand voor een echte christen houdt. Een namaak-christen vindt de wereld niet de moeite waard om te bestrijden, om te doen lijden. Die valt de wereld niet zo gauw aan, omdat zij wel weet, dat zo iemand innerlijk aan haar kant staat.

Aan het lijden van christenen zitten ook allerlei voordelen: Het eerste voordeel is, dat de wereld daardoor aan een christen de vuige lusten van het leven onthoudt, zodat die christen daarmede niet besmet wordt. Het tweede voordeel van het lijden is, dat de wereld daardoor een christen nog verder in het Koninkrijk duwt, en ook nog dichter bij zijn Koning duwt. Het derde voordeel van het lijden is dit, dat Christus daardoor verheerlijkt wordt, want als de christenen een Meester dienen, om Wiens wille zij lijden moeten, hoezeer zullen zij Hem dan dienen, als zij van Hem gezegend worden. Het vierde voordeel van het lijden is dit, dat christenen door lijden geheiligd worden. Het vijfde voordeel is, dat zij naar de mate van hun lijden gekroond en verheerlijkt zullen worden. Dit vijfderlei nut, dat gemakkelijk te vermeerderen is, is echter alleen verbonden aan dat lijden, dat betrekking heeft op de zaak van Christus. Dat is wat anders dan het lijden, dat om onzer zonden wil over ons komt, of om onszelf, om onze zelfzucht, om ons zelfbedoelen. De zaak van Christus, die omvat de naam en de eer van Christus, Zijn kerk, Zijn dienaren, Zijn leden, het woord en de leer van Christus. Het lijden om Christus' wil is dan ook als gave Gods nauw verbonden met het geloof in Christus. Het is een dubbele gave, waarin het geloof nummer één is en het lijden nummer twee.

En deze beide gaan nu ook gepaard met strijd. „Dezelfde strijd hebbende, hoedanige gij in mij gezien hebt en nu in mij hoort." Bij de strijd, die de Filippenzen in Paulus gezien hebben, tekenen de Kanttekenaren aan Handelingen 16 : 19 en volgende verzen. Daar leest gij de geschiedenis van het waarzeggende meisje, dat haar heren groot gewin toebracht. Deze gave van het waarzeggen was een boze geest, welke Paulus uit haar uitwierp. Daarover werden Paulus en Silas gegrepen en gesleurd voor de marktoversten. Door leugenachtige voorstelling, alsof Paulus zeden verkondigde, die tegen de Romeinse zeden ingingen, werden Paulus en Silas met vele slagen gegeseld en daarna in de binnenste kerker geworpen en verzekerd bewaard in de stok. Dit hadden de Filippenzen van Paulus gezien, want het was in hun stad gebeurd. En nu hoorden zij van Epaproditus, hoe het Paulus in Rome vergaan was in zijn gevangenschap. Dit nu noemt Paulus hier een strijd. Dit was het ook, slag tegen slag. De slag, die Paulus toebracht in Filippi, was de verlossing van een arm kind uit de banden van een waarzeggende geest en uit de handen van haar souteneurs. De slag, die hem toegebracht werd, was geseling en gevangenschap. Soortgelijk verging het Paulus te Rome. En nu zegt hij van de Filippenzen, dat zij dezelfde strijd te voeren hadden, die hij voerde. Het is een strijd voor Evangeliedienaars en het is ook een strijd voor particuliere gelovigen, om zondaren te rukken uit de zonde, uit het verderf der zonde, uit de plaatsen der zonde. Doorgaans hebben wij dan met tegenstribbelende zondaren te maken, en althans hebben wij dan te doen met een tegenstribbelende wereld. Die geeft voor elke Evangeliedaad een slag en vele slagen weder. Dit is gelijk bij allen en in alle plaatsen en ook in alle tijden.

Innerlijke vertroostingen.

„Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is der liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke bewegingen en ontfermingen zijn, zo vervult mijn blijdschap." Het woord „enige" wordt in dit vers viermaal genoemd. Paulus doet dit niet om het geringe, het zeldzame, het spaarzamelijke van Christus' genadegaven aan te duiden. De Heere immers is rijk in barmhartigheden. Alleen wij, mensen, zijn niet zo rijk in die barmhartigheden. Nu zegt de apostel: Als er dan maar iets van deze dingen in u is door het geloof, laat dan dat althans mij vertroosten, laat dat mijn blijdschap volmaken. De apostel noemt vier dingen, die in de harten der Filippenzen kunnen zijn, waarmee Paulus ook zelf vertroost kan worden, als hij namelijk merkt, dat dat bij hen is. Daar is in de eerste plaats de vertroosting in Christus, de objectieve troost, die er in Hem is. Dan is er de troost der liefde, de troost, de subjectieve troost, die de gelovigen vanuit hun hart, vanuit hun liefde bewijzen kunnen. Daarna noemt de apostel de gemeenschap des Geestes, de geestelijke band, die er onderling is, de gemeenschap der heiligen, die zo trekken kan over verre tijden en over verre afstanden. En ten slotte noemt hij de innerlijke bewegingen en ontfermingen, die er in het diepste innerlijk, in het hart van Gods kinderen kunnen ontstaan, de diepste en teerste gevoelens, die men voor elkander kan koesteren, waaruit gebedeft voortkomen, vertroostingen en bemoedigende woorden. Deze hartelijke genegenheid vervult de blijdschap van de apostel, die er toch zich al over verheugde, dat het Evangelie zijn loop had dwars door zijn gevangenschap en banden heen en dat het ook zoveel vrucht geoogst had in de gemeente van Filippi. Liefdeblijken, blijken van hartelijk medeleven doen zoveel goed in het lijden, dat Gods knechten meemaken.

't Hovaardig volk heeft mij op 't felst bespot; 'k Ben echter niet van Uwe wet geweken; Ik dacht, o Heer', aan hun rampzalig lot En Uw gericht, van ouds af reeds gebleken.

Hoe kort van duur is al het aards genot! 'k Heb mij getroost, mijn ziel is niet bezweken.

Daar ik moet zien, hoe snodaards Uwe wet Verlaten, heeft beroering mij bevangen; Maar van het recht, dat Gij hebt ingezet, Heb ik gemaakt mijn blijde lofgezangen; In vreemdlingschap heeft niets die vreugd belet, Wat nijpend leed daar mijn gemoed mocht prangen.

Eensgezindheid tot vreugde van de apostel.

„Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde."

Van een rechtgeaard prediker, zoals Paulus was, is de enige blijdschap als de gemeente welvaart, welvaart in het geloof, welvaart in de vrede met God. Dit is toch het echte geloofsleven als er is een vredesleven met God, in Christus, door de Heilige Geest. Dat is dat ingaan en uitgaan en weide vinden. Het leven met God is niet het leven tot bekering, maar veel meer het leven uit de bekering. Daar is de verborgen omgang met God, die is voor degenen, die de Heere vrezen. Van een rechtgeaard prediker, zoals Paulus was, is dit de vervulling, de completering van zijn vreugde, als de gemeente is één van zin, één in liefde, één van hart en één van bedoelen. Er is zoveel eenheidsstreven in deze tientallen van jaren, waarin men maar bij elkander wil brengen, wat onderling nogal wat verschilt. En men is dan ook nog wel bereid, om hier wat weg te laten, daar wat toe te voegen in de ideeën van de groepen, die men samen wil voegen. Maar men vindt er zo weinig in het werk van de Heilige Geest. En men vindt er zo weinig in de eenheid van het ware geloof, die niet gemaakt behoeft te worden, maar die er is, die er naar de natuur der genade is. Dit bijeenvergaderen is een werk van Christus, die Zich een gemeente vergadert. Dit bijeenvergaderen is een werk van de Heilige Geest. Niettemin is het ook een roeping der christenen, om die eenheid te openbaren, om haar te zoeken en om haar te bewaren. En dat gebeurt niet om een tafel, ook niet om een avondmaalstafel, dat gebeurt niet op een conferentie of op een concilie. Dat gij „moogt" eensgezind zijn. Het is een genade, het is een genadegave, als gij dit zijt. Van één zinnen, denken, op dezelfde manier het geloof verstaan, in uw wilsleven het op dezelfde manier beleven en in uw zielsleven daar dezelfde genegenheid voor hebbend. Als daar een geestelijke eenheid is, bij alle verscheidenheid, die landsaard, karakter, ontwikkelingsgraad met zich brengt, zo wil de apostel zeggen, dan zal dit mijn vreugde volmaken. En achter Paulus mogen dan nog wel meer Evangeliedienaars gaan staan, die hopen en begeren mogen op een diep en levend geloof in de gemeente, opdat zij, die God vrezen, als een opgerichte banier der waarheid voor hun Koning mogen zijn.

Zien op dat der anderen is.

„Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf. Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is." Twist en hoogmoed zijn de twee grote vijanden van de kerk, van het christendom. Twist heeft enige verwant-schap met het woord twee. Het betekent uiteengaan. Twisten is lelijk werk, dat hoort bij mindersoortig volk. Twist en gekijf is beneden de stand van christenmensen. Daarachter zit doorgaans hoogmoed. Het zoeken van zichzelf, van eigen eer, die nergens aan beantwoordt, ] is ook eer, [en dat is altijd een ijdele (een lege) altijd een ijdel bedrijf, het levert niets op. Nu staat er niet, dat wij niet moeten twisten of ijdele eer zoeken, maar dat wij geen ding moeten doen door twisting of ijdele eer. Wij kunnen ook de beste dingen doen, bidden, preken enzovoorts, en er tweespalt of eigen roem mee bedoelen. Tegenover dit lage werk stelt de apostel een zeer hoog werk, namelijk: „door ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf." Dit hoge werk kan alleen door de edelste eigenschap van een waar christen geschieden, namelijk door ootmoed. Dat wordt op Jezus' school geleerd: klein denken van zichzelf, klein tegenover de Heere, klein tegenover de mensen. En die ootmoed leert eigen gebreken en zonden niet over het hoofd zien, die van anderen gaarne over het hoofd zien en vergeven; zij leert anderer bekwaamheden zien en achten en eigen bekwaamheden zeker niet te overschatten.

Hier wordt zelfs geleerd zich te verheugen over de goede karaktereigenschappen, gaven en bekwaamheden van anderen. Het woord uitnemender doet ons zien, dat de apostel ook weer nuchter genoeg is, om de mensen niet voor te schrijven een minderwaardigheidsgevoel te hebben. Men mag zijn naaste liefhebben als zichzelf, dus ook zichzelf als zijn naaste.

„Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen, dat der anderen is." Het is zo'n goed ding, als men belang stelt in een ander, als men zo eens denkt aan een anders goede naam, aan zijn gezondheid, aan zijn welstand, aan zijn werk, aan zijn geestelijke staat en vorderingen. Als men dat doet, zal men heel wat zorg voor eigen naam en eer en zaak en vermogen verliezen. Veel mensen worden niet rijk, omdat zij te veel aan hun werk en aan hun bezit denken. Als zij dat eens wat meer vergaten, zouden zij ervaren, dat God het Zijn beminden als in de slaap geeft. Aangezien je niet altijd kunt slapen, is een best middel: zien op wat der anderen is!

K.a.Z.

W.L.T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 augustus 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Troost in druk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 augustus 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's