DE ENGELEN IN HET GRAF
En zag twee engelen in witte klederen zitten, één aan het hoofd. en één aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. Johannes 20 : 12.
De engelen en hun klederen
Het is Maria Magdalena, die op de eerste dag der week in de morgenvroegte naar het graf ging. Zij zag daar het graf verlaten en twee engelen op de plaats, waar de Heere gelegen heeft. Engelen. Bij het kerstfeest zijn er engelen geweest in menigte. Nu. op het Paasfeest, zijn zij er weer. Nu eens is er spraken van een engel, dan weer van twee engelen, al naar dat de aanschouwers gezien hebben. Op de Goede Vrijdag is er alleen maar die ene engel geweest, die Christus gesterkt heeft in de nacht van Gethsemané.
Nu komen zij daar weer. Op de Pinksterdag ziet gij geen engelen, bij de hemelvaart weer wel. Zij zijn de troongeesten Gods. vurige helden, vlammen des Heeren. Zij zijn Gods legerscharen, die voor Hem strijden. Zij zijn Gods wagenen waarop Hij rijdt. Zij zijn de wachters van Zijn woord, die het woord Gods opmerken, die het bewaren, die het getrouwelijk uitvoeren.
Zo zijn zij hier in 't graf. Eén engel was afgekomen en had in de gedaante als van een bliksem de steen afgewenteld en de wachters waren geweest als doden.
Nu zitten hier deze twee. Hoe hun namen zijn, weten wij niet. God kent hen alle bij name en niet één van die hemelgeesten is werkeloos. Zij hebben allen in volmaakte orde hun werk. Het werk dat zij doen is altijd betrokken op Christus. Hier is het ook tot Zijn eer, dat deze trouwe dienaren verschijnen. Het is om de opstanding niet alleen bekend te maken. maar ook om de heerlijkheid in de opstanding toonbaar en zichtbaar te maken, om daaraan zichtbaar gestalte te geven. De engelen zijn ook uitgezonden om dergenen wil. die het Koninkrijk beërven zullen. Hier is er zo één, die het Koninkrijk beërven zal. Haar naam is Maria Magdalena. En God acht één zón ziel voldoende om er Zijn engelen voor te zenden tot haar vertroosting. Zij zijn boden des Evangelies.
Zij zitten daar. Nooit leest gij dat doorgaans van engelen. Zij vliegen. Zij staan.
Zij gaan. Zij strijden. Zij vinden ons. Altijd vol activiteit. Nu zitten zij, als is er hemelse rust opgetreden na dit grote werk van Christus, dat Hij niet alleen het offer der verzoening bracht, maar dat Hij ook de dood overwon. Christus zal nu zitten ter rechterhand Gods. De engelen dan zitten. En zij zitten in witte klederen. Maria heeft er geen erg in dat dit engelen zijn. Zij hebben mannelijke gestalten aangenomen. Nu dragen de mannen in Israël doorgaans niet witte klederen. Als de engelen in witte klederen verschijnen, dan schittert hemelse reinheid en heerlijkheid. En de kerk mag dit zien. Het graf is doorgaans de plaats van de onreinheid. Treedt nu de hemelse reinheid in de poort des doods, zo wordt het graf als een voorportaal des hemels, waar door een gereinigd, en geheiligd volk in gaat. De mens met vuile klederen.
De engelen en de plaats die zij innamen
Zij zaten één aan het hoofd en één aan de voeten. Verschillende gedachten zijn hier aan ontleend. Daar is door Augustinus gezegd, dat dit verzinnebeeldt, dat Christus van oost naar west gepredikt moet worden. Hoezeer dat op zichzelf waar is. uit de stand van waarin de engelen zaten is dat niet af te lezen. Zij kunnen best noordwest en zuidoost gezeten hebben. Evenmin is waar de veronderstelling, dat Christus west-oost gelegen moet hebben en dat de opstanding met het gezicht naar het oosten moet plaats hebben.
Laat ons onszelf tot zakelijke dingen bepalen. Als zij zitten één aan het hoofd en één aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. dan brengt ons dat in herinnering de twee engelenfiguren. die in het heilige der heiligen van de tabernakel, later in de tempel gestaan hebben met bedekte aangezichten, omdat zij niet konden en mochten inzien in het wonder en in het geheimenis van de verzoening op het verzoendeksel, hoe begerig zij ook geweest mogen zijn. De apostel schrijft daarover in de Hebreeënbrief. Nu staan de engelen niet, en nu zijn zij ook niet met bedekte aangezichten voor dit wonder. De verzoening moest toen nog plaats hebben. Nu heeft zij plaats gehad. Nu werd het in het onbedekte N.T., nu het voorhangsel gescheurd is, openbaar gemaakt. De engelen zelf mogen het verkondigen. Zij zien nu niet alleen in de verzoening, maar ook in het geheimenis van de overwinning van de dood.
Let wel. De engelen hebben niet gezondigd.
De engelen worden niet weer aangenomen.
De dood is niet in deze engelenwereld gekomen, wel in die wereld der gevallen engelen. Maar zij mogen de deelgenoten zijn van de kerk in de triumf over de dood.
Eén aan het hoofd, één aan de voeten. De engelen, die uitgezonden worden tot dienst dergenen, die de zaligheid beërven zullen, krijgen nu de wacht en de zorg over de hele gemeente, het lichaam van Christus. Hier treden zij aan: Maria Magdalena, Maria en de anderen en de engelen vertroosten ze met de eens gesproken woorden des Heeren. Alleen die bevestigen zij.
God is op 't hoogst geducht in Zijner heil'gen raad En vrees lijk boven 't heir, dat om Zijn rijkstroon (staat. Wie is als Gij, o Heer', o God der legerscharen? Wie is aan LI gelijk, wie kan U evenaren? Grootmachtig zijt G', o Heer', ja eindloos in [vermogen. Uw onvcrbreekb'rc trouw omringt U voor elks ogen.
De engelen en het ledige graf
Dit is dan het graf, waar het lichaam van Jezus gelegen had. Maar wat moeten nu deze engelen in dit graf? Alleen maar aanzeggen, dat de Heere was opgestaan? Daarvoor krijgen zij hier in het graf niet eens de gelegenheid. Het enige wat zij hier volgens het Johannes-evangelie zeggen is: „Vrouw, wat weent gij? ' Als Maria daarop antwoordt: „Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben." En dan terstond keert zij zich om en ziet in de hof Jezus staan, zonder dat zij beseft, dat het Jezus is. Als nu Jezus Zelf als de Verrezene buiten het graf staat, wat kan het dan toch voor zin hebben, dat die engelen in dat graf zijn? Dat er een engel afdaalde als een bliksem om de steen af te wentelen, zodat de wachters vloden, dat verstaan wij. Dat zij boodschapten aan sommige vrouwen: „Wat zoekt gij de levende bij de doden. Hij is hier niet, Hij is opgestaan, zie, Hij gaat u voor naar Galilea, gelijk Hij gezegd heeft." Ook dat verstaan wij. Maar dat zij hier alleen maar zijn en dat zij hier alleen maar de vraag stellen: Vrouw, wat weent gij? Dat vraagt om verklaring.
Hier neemt een engelenwacht de wacht over van de gevluchte wachters. Maar dit is een wacht des levens. Dit graf behoeft niet bewaakt te worden, dat het niet opnieuw zijn prooi zou maken. Hier zijn zij om alle machten, die overwonnen waren, machten der duisternis, machten des doods, de triumf van Christus bekend te maken. De dood is verslagen en op de vlucht gedreven. Zo zijn Michaël en zijn engelen meer dan overwinnaars. Tevergeefs zal de satan hier strijden met Michaël om het lichaam van de Middelaar des Nieuwen Verbonds.
De engelen gaan in het graf zitten en vragen alleen maar: „Wat weent gij? " omdat dit graf een voorportaal geworden is van de hemel van Christus en Zijn Kerk. Daar horen voor de kerk geen tranen meer bij. „De Heere zal alle tranen van hunne ogen afwissen. Daar zal geen rouw meer zijn. geen gekrijt." De engelen zijn in het graf om de kerk troostend tc leren, dat ook dit een deel van de weg uitmaakt, die ten leven leidt, een deel van de weg naar de zaligheid. Dan kan men zonder ziekelijk apathisme aan het graf denken met verlangen. „Ook zal mijn vlees in de grafkuil zeker wonen." De Borg ging voor en de kerk mag volgen.
De engelen zijn hier, om de kerk te leren, dat zij ook een taak hebben bij het graf, bij de dood der kerk. Zij zullen de heiligen dragen, htm zielen zullen zij dragen in Abrahams schoot. Maar ook bij de opstanding der doden kunnen zij en zullen zij een taak hebben. Zij zullen de uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve. En daarom zijn zij troostend voor de vrouw Maria en in haar voor de hele kerk in het graf. En hun enige vraag is: Wat weent
Zw.
W. L. T.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1965
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1965
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's