Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD VAART OP MET GEJUICH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD VAART OP MET GEJUICH

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

God vaart op met gejuich; de Heere met geklank der bazuin.

Psalm 47 : 6.

Hemelvaart was ook onder de oude bedeling reeds bekend. Tot logenstraffing van hen. die leren dat althans in het Oude Testament de gestorvenen gingen in het zgn. dodenrijk, staan daar de voorbeelden van Henoch en Elia, wier lichamen niet gevonden werden, al werden zij ook naarstig gezocht. Oud Israël heeft geweten van een opvaart naar de hemel. En dat heeft het niet alleen geweten van enkele vromen, maar het heeft ook geweten, dat de Heere Jezus in de volheid des tijds zou opvaren. Abraham heeft Zijn dag gezien en hij is verblijd geweest, maar ook al het geloof heeft door de nevelen en door de schemer heen mogen zien ook dit heilsfeit. Zij hebben Zijn geboorte uit de maagd geloofd, zij hebben Zijn lijden en sterven aanschouwd en zij hebben ook Zijn hemelvaart gezien van verre en zij zijn verblijd geweest. Psalmzingt Gode, psalmzingt. Psalmzingt onze Koning, psalmzingt. Zo hebben zij elkander toegeroepen bij dit heerlijk gebeuren. Van een Oud-Testamentisch getuigenis over Zijn hemelvaart willen wij horen.

God vaart op

Het zal alles wel zijn betekenis hebben wat er staat in deze tekst. Wij willen er naar speuren. Deze psalm is waarschijnlijk gemaakt bij de opvaart van de ark naar de Sion. Gij weet hoe koning David een hoge plek in de stad had gekocht van een zekere Arauna, om daar eens de tempel te doen verrijzen. Arauna had daar een dorsvloer. Die plaats nu achtte David uitermate geschikt voor een later te bouwen tempel. Voorlopig kon daar de tabernakel worden opgericht. De ark nu werd naar Jeruzalem gevoerd, als symbool van Gods tegenwoordigheid en tevens als symbool der verzoening, want het deksel der verzoening droeg het bloed der verzoening.

Als nu de Heere Christus ten hemel vaart op de Olijfberg, dan geschiedt in veel heerlijker zin datgene, waarvan de opvaart van de ark maar een schaduw was. Daar werd de ark opgevoerd door een aardse koning, die als theocratisch vorst, de stedehouder, de plaatsvervanger Gods op aarde was. Hier wordt de Heere Jezus door niemand minder dan door Davids God en Koning verheven in de hoogste heerlijkheid. Want vergeet het toch niet, dat hier ook een daad Gods des Vaders was in de hemelvaart. Het is de Koning van het heelal. Die Christus de hoogste eer geeft. Daar werd de ark eerst op een ossewagen gezet, wat niet mocht, omdat dit een heidense gewoonte was. Het kostte dan ook Uzzia's leven. Daar werd de ark gedragen door de levieten op de handbomen. Hier wordt de Heere Jezus opgeheven op engelenhanden. Daar werd de ark, die het bloed der verzoening droeg, omhooggevoerd, maar het was slechts het bloed van stieren en bokken. Hier wordt Hij opgenomen, die met Zijn eigen bloed voor God verschijnt, om op grond van dit bloed aanneming bij God te eisen van een schuldig volk. Daar werd de ark gebracht in de tabernakel, die met handen gemaakt was door last van engelen, hier gaat Hij in in de eeuwige tabernakel, maar waarvan de aardse slechts een afbeelding was, naar die eeuwige tabernakel, die niet een mens, maar God gemaakt had.

Daar voer God op om de heerlijkheid van de tabernakel uit te maken, maar hier vaart Jezus op om weer de hemel met zichzelf te vervullen en om van daar uit heel Israël, al Zijn volk te regeren en te besturen. Christus vaart hier op als de rechthebbende op de hemel en op de troon. Nu al het welbehagen des Vaders vervuld is, nu aan het recht Gods voldaan is, nu mag de Zoon voor de poorten des hemels verschijnen en nu moet de hemel Hem ontvangen tot de tijd van de wederoprichting aller dingen. Hij gaat in met een vol recht. De poorten des hemels moeten voor Hem opengaan en zij moeten de boog verheffen, want als Triumphator gaat Hij in. De hel en de dood en de zonde heeft Hij overwonnen en Hij heeft Zichzelf bewezen God te zijn.

God vaart op. Hij is de God van gerechtigheid, Die recht gedaan heeft aan de satan en aan de dood, door ze de kop te vermorzelen. Hij is de God van gerechtigheid, Die recht gedaan heeft aan de Vader, door Hem Zijn eer en Zijn schepsel en Zijn schepping weder te geven. Hij is de God van gerechtigheid, want Hij heeft recht gedaan aan Zijn uitverkoren kerk. Die had toch naar het voornemen Gods van eeuwigheid een recht gekregen op het eeuwige leven.

Als de God van genade baant Hij de weg naar de hemel voor een schuldig volk, dat nooit in der eeuwigheid vanwege zonde en schuld in kon gaan in de heerlijkheid. Had de Heere het gelaten bij Golgotha of zelfs bij de opstanding, het werk zou niet af geweest zijn. Maar nu baant Hij op grond van Zijn offer en rechtvaardigmakende opstanding de weg, opdat een gereinigd en gerechtvaardigd volk mag ingaan. Let er dan ook wel op, dat niet een schuldig volk zonder meer in kan gaan in de hemel, maar alleen een verzoend en gerechtvaardigd volk.

Als de God van trouw vaart Hij op. Al wat Hij doet is daad. Ook Zijn hemelvaart. Hij doet hier dit. Ten nutte van Zijn volk gaat Hij hier het werk afmaken voor Zijn volk. Hij laat niet varen het werk Zijner handen. Hij laat het werk niet half afgemaakt liggen. Nu gaat Hij heen om plaats te bereiden voor al Zijn volk in het Vaderhuis met zijn vele woningen. Denk er aan, dat dat bereide woningen zullen zijn en voor elk apart bereid. Het is niet voor niets, dat Zijn wederkomst zo lang op zich laat wachten. Het is niet voor niets, dat Hij de wereld zo geduldig en vol respijt draagt en verdraagt. Daar gebeurt een werk in de hemel, dat al eeuwen bezig is. Dit is niet Zijn enige werk, dat Hij op aarde Zijn gemeente vergadert. Hij doet óók wat in de hemel.

Als God vaart Hij op.

God vaart op met gejuich

Toen de ark opvoer naar Jeruzalem, danste de koning, was Michaël vergramd en juichte het volk. Maar als Jezus ten hemel vaart, dan zien de discipelen verbaasd-zwijgend op naar de hemel en de engelen spraken tot hen. Daar was dan

geen gejuich. Maar het staat hier wel. En Psalm 24 spreekt ook van het zingen bij beurte door de engelen.

Als nu de aardse theocratische koning gehuppeld heeft van zielevreugd bij de komst van de schaduwachtige ark (onwaardig gedoe om hier aardse en wereldse dansen mee goed te praten) hoe moet dan Hij, Die David verving, van vreugde zijn opgesprongen toen de Zoon ten hemel voer. Als de Heere de zonde bezoekt, leest ge van Hem in Jesaja 42 : 11: .Ik zal uitschreeuwen als een. die baart." Zou de Heere. Die in Zijn heiligheid op Sinaï de stem des donders gegeven heeft, nu stille zijn. nu de Zoon wederkeert? De Vader Zelf moet wel al Zijn vreugde geuit hebben bij de wederkomst van Zijn Zoon. Als nu Zijn ingewanden rommelen van barmhartigheid over een zondaar, zal dan niet al wat in Hem is geluid geven over de Zoon Zijns schoots? Ja, God vaart op met gejuich.

En als het volk van Jeruzalem juichte bij de intrede van de ark, hoeveel te meer moet dan al het volk van de hemel, beide dat der engelen en gezaligden. gezongen hebben bij de blijde inkomste des Zoons. God vaart op met gejuich.

De discipelen hebben niet gezongen, maar als ge in de brieven leest van 's Heeren hemelvaart, dan wordt hun schrijven poëzie, het wordt een lied op de Koning. En al het volk, dat een levende band aan de Heere Jezus krijgt, dat gunt Hem nu die eer zo.

Dat volk gevoelt in zijn hart een innige vreugde over deze Vorst der aard. En nu behoeft gij mij niet te vertellen, hoe gij staat voor de eeuwigheid. Geef nu alleen maar een antwoord op deze vraag, of op Zijn kroningsfeest ook uw hart opspringt van vreugde en of dit voor u aan dovemansoren gesproken is: , , Psalmzingt Gode. psalmzingt; psalmzingt onze Koning, psalmzingt." O. als dat volk aan die Koning denkt en aan Zijn kroning, dan kan het soms voor David niet onder doen. Dan huppelen ze van zielevreugd, in God verblijd. Dan zingen ze boven de engelen uit:

Looft, looft den Heer', gij Zijne legerscharen. Wier lust het is, op Zijne wenk te staren. Dat hemel, aard en zee en berg en dal. Hoever men ook Zijn schepter ziet regeren, Nu Zijne naam en grote deugden eren; En gij, mijn ziel, loof gij Hem bovenal.

God vaart op met bazuingeklank

De hemel heeft ook muziekinstrumenten. Al zal er grote verscheidenheid in de hemel zijn, geloof ik toch, dat ze er allemaal muzikaal zullen zijn. Daar zal geen mens kunnen zwijgen. En die muziekinstrumenten zijn gebruikt bij de inkomste Jesu. De engelen zeggen zelf: , , Deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henenvaren." En als Hij wederkomt op de wolken in de jongste dag. dan zal de engel slaan met een bazuin. Gij leest in de hemel van gouden cithers, van bazuinen, van harpen. Al de instrumenten, trommelen, luiten, pauken en cymbalen in de tempel zijn maar afschaduwing van wat in de hemel is. De duivel heeft niets of hij heeft het afgezien van de hemel en hij vervormt en misvormt alles. Daarom laat de satan de aarde op de meest schrijnende en schreeuwende wijze dreunen van de muziek. God zegt daarvan: „Doet het getier van uw liederen van Mij." Maar dat zegt Hij niet van het gerei van de hemel.

, , „Juicht den Heere, gij ganse aarde! Roept uit uw vreugde, en zingt vrolijk, psalmzingt. Psalmzingt den Heere mct de harp, met de harp en met de stem des gezangs. Met trompetten en bazuingeklank: juicht voor het aangezicht des Konings, des Heeren"."

Zie, dit is ook een stuk van de heerlijkheid van Christus op de dag van Zijn hemelvaart. God vaart op met gejuich, de Heere met het geklank der bazuin.

Of dit ook ons iets te zeggen heeft? Voorzeker. Heeft de Heere alles tot Zijn eer geschapen, dan moet Hem ook alles wat adem heeft geven de eer Zijns naams, zeker op de dag van Zijn kroning. En nu kan de mens dat niet meer. Dat ligt niet meer in zijn hart en dat ligt niet meer in zijn hand. Maar — nu heeft die ten hemel gevaren koning de eer Gods gered en hersteld en nu leeft Hij daar boven niet alleen als een biddende, maar ook als een dankende Hogepriester. Gaf de Vader Hem eer. Hij geeft de Vader eer. En als Hij nu voor u werkzaam is, dan wordt op aarde de trekking gevoeld. Dan wordt Gods eer en Christus eer de lust en de begeerte van uw leven. En als de grote heilsfeiten, ook Zijn Hemelvaart, gevierd worden in de kerk, en vooral als die toegepast worden in uw hart, dan gebeurt er in uw ziel iets, wat op de Hemelvaartsdag in de hemel gebeurd is. Dan gaat ge Hem de ere geven. En dan moet het speeltuig wel eens die toon vervangen. Dat is wat anders dan wat de wereld doet. Die zang zal wel verstommen en de muziek van de wereld ook. Maar Gods volk wordt voorbereid om straks eeuwig te zingen en dat mogen zij hier al leren.

Laat dan geen stilzwijgen bij u gevonden worden. De Heere is het zo waard. En nu weet ik het wel, gij hebt altijd geen stof tot zingen. Wij weten het wel. dat Sion vaak in het klaaghuis zit. Wij weten het ook wel, dat de harp vaak aan de wilgen moet hangen. Ja, wij weten het wel. dat er dagen zijn, dat men tevergeefs de woorden eens lieds van u begeert. Maar dat kan toch niet altijd zo zijn. „Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen." En nu kunt ge het altijd met praten niet af. Laat dan Zijn lof in uw samenkomsten zijn. laat Zijn lof in uw woningen zijn, zodat men der vromen tent hoort weergalmen van hulp en heil ons aangebracht. Daar zingt men blij met dankb're psalmen: Gods rechterhand doet grote kracht.

Zw.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 mei 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

GOD VAART OP MET GEJUICH

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 mei 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's