Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wijze van Doopsbediening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wijze van Doopsbediening

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is zeker niet het belangrijkste stuk van onze godsdienst, maar van zekere zijde wordt er wel grote betekenis aan gehecht. Ik bedoel nog eens de wijze van dopen: egieting of onderdompeling. Ik schreef: et is niet de belangrijkste vraag. Wat is dan wel de belangrijkste vraag? Dat heeft de apostel Paulus ons geleerd in 2 Corinthe 13:5: Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelve niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt." Het geloof is het allerbelangrijkste. Daarvan zegt Johannes 3 : 36: Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem." Daarvan getuigt ook Hand. 16:31, waar de stokbewaarder tot antwoord krijgt: Gelooft in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis."

Wat is geloven? Geloven is: zich met lichaam en ziel laten zinken en zakken op Jezus Christus. Hoe komt men tot het geloof? Door de wedergeboorte. Daarom is de wedergeboorte evenzeer het belangrijkste punt. Zonder geloof in Christus is het onmogelijk Gode te behagen.

Doch dat geloof wordt gewerkt in de wedergeboorte. Daarom sprak de Heere Jezus: „Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." Geen gereformeerd man betwijfelt dan ook of de wedergeboorte wel tot de noodzakelijke punten behoort en of de onmisbaarheid daarvan gepredikt moet worden. Zonder wedergeboorte geen geloof. Men kan ook zeggen: zonder de bekering, die aan het geloof voorafgaat, geen geloof. Want zowel het woord wedergeboorte als het woord bekering wijzen op een radicale ingreep.

De wedergeboorte bestaat in een verlichting van het verstand en een overbuiging van de wil. Het geeft elke herder en leraar een grote vreugde als hij die gang der wedergeboorte bij anderen en bij zichzelf waarneemt. Voor iemand, die door God getrokken wordt tot de Heere Jezus al nader en nader, voor iemand, die in de wedergeboorte al meer en meer gewillig wordt gemaakt, is het onmogelijk daarvan in de prediking te zwijgen.

Is de wedergeboorte dan de grondslag van onze hoop voor de eeuwigheid? Evenmin als het geloof. Het geloof op zichzelf is als een ledige hand. Wie kan zijn honger verzaddigen met een lege hand, met niets? Maar Christus, die door het geloof wordt aangegrepen en die in de wedergeboorte in ons wordt geboren, is de grond onzer hoop. Kohlbrügge schrijft: „Wie echter uit de Geest geboren is, steunt niet op zijn wedergeboorte om vervolgens goddeloosheid en godsdienstigheid, gerechtigheid en ongerechtigheid samen te doen gaan. Hij verlaat zich als een goddeloze op de genade van Jezus Christus; hij gelooft in God en wandelt in Zijn wegen."

Hoe wordt een mens uit de Geest geboren? Kohlbrügge antwoordt: „Het uitwendige middel, de doop van Johannes, deed het op zichzelf niet, ook niet het feit, dat iemand zich uiterlijk aan het middel zou onderwerpen, alsof iemand daardoor tot een kind Gods zou kunnen geboren worden, dat men uitwendig het werk gedaan had, dat God had bevolen; neen, maar er gaat iets gepaard met dit uitwendige werk, wanneer het in God gedaan is, en dat is de Heilige Geest. Deze voegt zich bij de mensen, zodat het hem niet om het middel, maar om God en Zijn gebod te doen is en de Geest voegt zich bij het middel, omdat Hij Zich daaraan verbonden wil weten. Dan werpt Hij het levende zaad in het hart van een mens, nl. het eeuwige en blijvende Woord Gods. Door dit Woord herschept Hij de mens en maakt hem tot een nieuwe mens, die van de dood in het leven overgaat. Dan is daar eerst de ontdekking van schuld en verdoemenis, van verlorenheid, van zonde en ongerechtigheid, van een geheel afgevallen zijn van God. Daar verwekt dan de Geest een smachtend verlangen naar verlossing van schuld en straf, naar vrijmaking van alle heerschappij der zonde. Daar ontvallen de mensen dan ook alle

werken van gerechtigheid, van deugd en heiligheid, die uit het: „Doe dat en gij zult leven" voortgekomen zijn, zodat hij in het geheel niets meer is en niets meer heeft en onder het vreselijke gevoel van Gods toorn ligt. Daar geeft de Geest ook honger en dorst naar die gerechtigheid, welke voor God geldt, een schreien en roepen om genade en ontferming. Zo drijft de Geest tot de middelen; want er gebeurt niets door de middelen op zichzelf, maar ook niets door de Geest zonder de middelen; maar de Geest wil zich voegen bij de middelen, wekt en versterkt door die middelen het geloof, zodat een mens door het geloof wederomgeboren wordt uit dezelfde Geest, waardoor de mens alle vertrouwen op zichzelf laat varen, zichzelf en alles wat in hem is, veroordeelt en slechts de vrije genade prijst."

Het is merkwaardig, dat Kohlbrügge zo geheel in de lijn van de reformatie en de nadere reformatie ligt in de dingen van de wedergeboorte en dat degenen, die zich naar hem vernoemen of hem prijzen daar zo weinig van hebben. Kohlbrügge begint immers niet bij het geloof, maar bij de bekering. Hij begint bij de ontdekking van schuld en verdoemenis, verlorenheid, zonde en ongerechtigheid en wat daar verder volgt. Ook predikt hij, dat de genade enkel en alleen uit God is. „Als de Heere zegt, dat een mens wederom geboren of van bovenaf moet wedergeboren worden, dan neemt de Heere de mens de zaligheid geheel uit handen en legt haar in de hand Gods; want evenmin als een mens iets kan toedoen tot de geboorte uit zijn moeder, evenmin zal een mens er iets toe kunnen bijdragen, dat hij van bovenaf geboren wordt. De wedergeboorte bedoelt niet anders dan in de rechte verhouding te hebben tot de Borg en Middelaar, in Wie alles is."

Dat het niet om de ondervindingen van de wedergeboorte gaat blijkt ook uit die andere opmerking. „Velen houden een levende overtuiging van zonden en een daarop volgende verruiming der ziel voor de wedergeboorte. Hoewel dit ook bij de wedergeboorte behoort, is dit toch de wedergeboorte zelf niet."

Waarin bestaat de wedergeboorte dan wel? „Daarin, dat men uit de Wet en het drijven daarvan overgaat in het geloof in Jezus Christus, als zijn enige Leraar, Koning, Hogepriester, Wetgever, Zaligmaker." Het gaat om Jezus Christus en Zijn verdiensten. Door een waar geloof wordt hij aangenomen. Dat ware geloof ontsteekt de H. Geest in het hart der uitverkorenen in de wedergeboorte. Dan steunen de gelovigen op Christus alleen. Dat is echt reformatorisch.

Immers, wat was de vraag van Luther? Hij leefde in zijn eigen ogen als een onkreukbare monnik, zijnde in de staat van genade. Dat is een echt roomse uitdrukking voor iemand, die zijn zonde beleden heeft en vergeving ontvangen en nu tracht op de juiste wijze te leven. Maar nu leerde hem zijn kerk, dat hij een veel grotere eigengerechtigheid nog moest hebben dan de wet van Mozes eist. Voor het oog was Luther een christen en gelovige. In het klooster was hij toe aan de vraag: hoe houd ik de genade vast. De Scholastiek zei: door de werken van het evangelie te doen. Die werken zijn moeilijker dan de werken der wet, want het Oude Testament legt beslag op onze hand, doch het Nieuwe Testament op de wil. Zo werd Christus aangeprezen als Verlosser, doch ook als Wetgever. Dat was een zware last voor Luther. Maar hij moest die vervullen. Hij voelde het evangelie als een last. Hem was geleerd, dat Christus wel het voornaamste verdiend had, doch niet alles. „Wanneer onze verdiensten er niet bij kwamen, zouden de verdiensten van Christus ontoereikend, ja niets zijn." De mens kreeg wel de gerechtigheid van Christus, maar God eiste meer. Dat meerdere moeten de werken der gelovigen aan de verdiensten van Christus toevoegen.

(Slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juli 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De wijze van Doopsbediening

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juli 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's