Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johans Kerstfeest in het ziekenhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johans Kerstfeest in het ziekenhuis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR DE JEUGD

Ik denk, dat er onder jullie, jongens en meisjes, wel zullen zijn, die hoe jong nog, al langer of korter in het ziekenhuis hebben moeten doorbrengen. Soms was dat niet eens zo'n erg-nare tijd. Want als je niet veel pijn had, en het ook niet al te lang duurde, werd je maar fijn verwend. Je ouders, ooms en tantes, broers en zusjes, ja, zelfs oma en opa, en niet te vergeten: je vriendjes of vriendinnen, kwamen telkens weer bij je op bezoek, en niet met lege handen. Na het bezoek kon je blij en trots heel wat lekkers in je nachtkastje bergen. Bovendien mooie boeken of extra speelgoed, dat je anders alleen maar op een verjaardag krijgt.

Maar ben je wel eens, toen het Kerstfeest werd in het ziekenhuis opgenomen, zodat je helemaal alleen die vierdagen daar door moest brengen? Alles ontging je. Geen gezelligheid thuis, geen kerstviering met de Zondagsschool, of je vereniging. Nu ja, je kreeg natuurlijk je kerstboekje, en de versnapering — was het geen sinaasappel, wat noten en een zakje kransjes •— door de meester of juffrouw van de Zondagsschool in het ziekenhuis bezorgd. Maar nee, het 'echte', waar je elk jaar zo van genieten kunt, was dat toch niet.

Zo dacht ook onze Johan er over, wiens achternaam we nu maar zullen verzwijgen. Want wat we nu vertellen, is 'n echte kerstgeschiedenis, dus waar gebeurd, en niet gefantaseerd.

Johan lag — al weer wat jaartjes gele-den — juist met de kerstdagen in een heel groot ziekenhuis. Het was nog een nieuw gebouw, met vele verdiepingen. In een lift kwam je helemaal boven in het gebouw, waar in een uithoek de grote kinderzaal lag. Van alle kanten stroomden er licht en zon binnen. Maar rondom de kerst kan het immers zo erg donker zijn? Nu, daaraan was gedacht. Daarom was de zaal al voor het kerstfeest werd, versierd met dennegroen en rode kerstklokken. Het gaf wel wat sfeer aan de zo ruime kinderzaal, met kleinere en grotere bedden. Wat lagen er veel kinderen, sommigen met een gebroken arm of been, anderen weer hadden dikke zwachtels om hun hoofd.

Johan had een zware operatie ondergaan. Daar had ie wel niets van gevoeld, maar na die operatie, o, wat een pijn, als sneed men hem nog voortdurend met een scherp mes, gevoelde hij dagen-lang.

Natuurlijk stond er, want het was een grote-stads-ziekenhuis waar hij lag, ook een flinke kerstboom. Ik zal maar niet proberen te schilderen, hoe die er wel fraaiversierd uit-zag. Want wat vroeger nog uitzondering was in onze dorpen en kleinere steden, dat zie je vandaag aan de dag overal. Een kerstboom was in Johans jeugd een uitzonderlijke versiering, waar men op de Zondagsschool toen heel niet van gediend was, en zo is het mogelijk nog op menig dorp, en in menig huisgezin. Johan vond het wel aardig naar al die brandende kaarsen te kijken, en naar die schitterende ballen en dan dat engelen-'haar'... Van zó dichtbij had hij nog nooit een kerstboom kunnen zien.

Maar veel 'deed' hem die boom toch ook weer niet. Waar maken veel mensen zich toch zo druk mee, om zo'n dennetje in huis te krijgen en op te sieren, alsof je leven ervan afhangt?

Intussen was het kerstfeest geworden. Op de gangen zong het zusterkoor op plechtige toon in de vroege kerstmorgen een aantal kerstliederen, en dat vond Johan erg fijn. Want hij hield veel van muziek, en die zusters zongen zo prachtig met hun heldere stemmen. Wat heerlijk, als je op de grote feestdagen, ja al is het maar op een gewone zondag, in een chr. ziekenhuis mag liggen, en je hoort de zusters de psalmen en geestelijke liederen daar zingen. Onvergetelijk, zo'n diepe indruk geeft dat.

Maar er gebeurde nog meer. Terwijl des avonds de kerstboom in al haar pracht brandde kwam de directrice in eigen persoon, met enkele heren van het ziekenhuisbestuur bij de kinderen op bezoek. Allerlei teksten en plaatwerk werden uitgedeeld. De kinderen mochten nu zelf ook samen zingen. En toen ging de hoofdzuster tal van vragen stellen. O, wat waren veel kinderen goed thuis in de Bijbel. De éne advents-tekst na de andere werd vlot opgezegd. Ja, hele stukken uit het Kerstevangelie van Lukas 2 waren van buiten geleerd. Telkens weer zei de zuster: Goed zo Piet; of: keurig, Ineke, dat heb je mooi opgezegd. Arme Johan, toen hij aan de beurt was, kon hij zich geen enkele adventstekst meer herinneren. Hij had al dagen lang, veel te veel pijn geleden, om ook maar iets van buiten te leren, en ook was — dat bleek nu wel — zijn Bijbelkennis

maar heel gering. Beschaamd knikte hij van 'neen'. Hij kon niets bijdragen tot het welslagen van het kinderkerst feest in die mooi verlichte en versierde zaal in het Diakonessenhuis te U.

Johan gevoelde er zich o, zo verdrietig onder. Waarom mocht hij ook niet van zijn ouders naar de School met de Bijbel? , zoals andere kinderen uit de buurt. En waarom had hij de voorzeggingen van de Heere Jezus ook niet beter onthouden van het vorige Zondagsschool-kerstfeest? Ja, daarvoor was het nu veel te laat. Berouw komt altijd te laat, zegt men wel.

Maar... inééns wordt hij uit zijn wat sombere gepeins gewekt, want daar stelde de hoofdzuster een vraag, waarop al die andere, zo knappe en geleerde kinderen het antwoord schuldig moesten blijven. Hoorde Johan dat goed? Vroeg de zuster dat, wat toch zo eenvoudig is, om te beantwoorden, namelijk: W a a r o m is de Heere Jezus nu in Bethlehem geboren? Want dat wist Johan terdege. Dat had hij uit de zondagse preek goed onthouden. Want trouw kwam Johan elke zondag weer in de dorpskerk van zijn geboorteplaats. O. nu kon hij de vinger wèl opsteken, en zij het ook met hoog-rode kleur van verlegenheid. omdat de hele zaal en ook die deftige bestuursleden naar hem keken, kwam het er wat hakkelend uit: Zuster, de Heere Jezus is op aarde gekomen, om zondaren zalig te maken! En daarmee had Johan precies in de roos geschoten. Dit woord van Paulus diende tot bevestiging: Het is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken (1 Tim. 1). En de rijkdom van dit woord, de betekenis van dit blijde Evangelie vond ook in Johans hart een goede ingang, door Gods genade. Zo werd het toch nog een blij en gezegend Kerst-(dat is: Christus) feest, juist in het ziekenhuis. God zegene alle (zieke) kinderen!

Johan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1966

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Johans Kerstfeest in het ziekenhuis

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1966

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's