Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets over het gezag der Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over het gezag der Heilige Schrift

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

In het nummer van 10 februari j.1. stond het eerste artikel. We hebben daarin verteld over de gedachten van Augustinus, doch zijn daarmee niet klaar gekomen. Dit ene zullen we er zeker uit begrepen hebben, dat de problemen van nu ook toen niet onbekend waren. Men heeft echter altijd vastgehouden aan het goddelijk gezag der Heilige Schrift en dan van de gehele Schrift, terwijl men tegenwoordig nog wel van gezag wil spreken, doch niet van goddelijk gezag. Het natuurlijk verstand en het natuurlijk waarheidsgevoel moet er eerst zijn goedkeuring aan geven. Het gevolg is, dat de mens met zijn verstand of met zijn ingeboren waarheidsgevoel of met wat ook van hemzelf, boven de Schrift komt te staan. Maar dat betekent, dat de mens zich aan zichzelf moet vasthouden als het gaat om de vraag wat zijn enige troost is in leven en in sterven. De echte Godzoekers kunnen het hier niet mee doen. In de ware godsdienst dienen wij te weten, dat de Schrift het woord en de waarheid Gods is, ook buiten onze toestemming of erkenning om. Soms zijn wij vijanden van dat Woord, soms trachten we er van los te komen, maar als het goed is weten we: en toch is het Gods Woord. Zonder deze zekerheid is er geen troost in het leven en in het sterven.

En niet alleen heeft ieder christen aan deze zekerheid behoefte, maar ook de kerk zelf kan als de predikster der waarheid deze zekerheid niet ontberen. Zij moet niet hoeven te vragen wat de professoren willen of de predikanten of de gemeenten. Daar moet een zekerheid zijn bij de kerk in haar geheel, dat zij onder Gods Woord staat en bij iedere prediker, dat hij een goddelijke waarheid te verkondigen heeft. Want indien een prediker de overtuiging mist van de goddelijke waarheid van het Woord, dat hij verkondigt, verliest zijn prediking alle gezag en invloed en kracht. Dan wordt hij een maatschappelijk werker, die zorgt dat de industriearbeider en

de ambtenaar aangepast leeft en die helpt bouwen aan het koninkrijk dezer aarde. Indien de prediker geen goddelijke boodschap heeft te brengen, wie geeft hem dan het recht om met zulke woorden als de eisen van Gods wet, de dreiging van Gods straf, de verkondiging van het verzoenend bloed van de Zoon Gods. de toezegging van Gods heilrijk handelen in Christus, de rechtvaardigmaking nota bene van de goddeloze op te treden voor mensen, die de eisen verwerpen of de beloften niet kunnen aannemen. Waar grondt hij zijn volmacht op? Wie heeft hem macht gegeven? Wie geeft hem vrijheid om zich op de kansel boven hen te plaatsen, hen bezig te houden over de hoogste belangen der ziel en des levens en zelfs hun aan te kondigen een eeuwig wel en een eeuwig wee? Wie durft of wie kan dat anders doen dan die een woord Gods te verkondigen heeft?

En omgekeerd, als iemand de schijn aanneemt een evangeliedienaar te zijn en hij snijdt het hart uit de prediking, zodat hij het bloed der verzoening en de onwederstandelijke roeping en de verlorenheid van de mens en de noodzakelijkheid van de wedergeboorte en de onmisbaarheid van de krachtdadige bekering en de verkiezing Gods van hemelhoge realiteiten in vage begrippen verandert, wie geeft hem het recht om Gods Woord tot op tienduizendsten te verdunnen en de mensen, die voor een eeuwigheid geschapen zijn, te misleiden? Wie geeft hem het recht om op die plaats te staan, waar alleen Gods knechten staan mogen? Het christelijk geloof en de christelijke prediking eisen beide een goddelijke autoriteit, waarop zij steunen.

Men zegt graag, dat de aard van het gezag der Schrift zedelijk is. Kranten, die door ondervinding betrouwbaar gebleken schijnen te zijn, hebben dit zedelijk gezag. Zo zou ook de Bijbel zijn gezag bij een mens verkrijgen. Maar in de grote nood, waarin een zondaar kan komen te verkeren, komt het er juist op aan, dat Gods Woord toch gezag voor hem heeft, al blijkt van de 'waarheid van dat Woord hele tijden niets.

Een zedelijk gezag, niet een goddelijk. Lessing heeft reeds in deze richting gewezen, toen hij zeide, dat iets niet waar is, wijl het in de Bijbel staat, maar dat het in de Bijbel staat, omdat het waar is. De vorige eeuw is door de ethische richting bij monde .o.a. van haar voorman Chantepie de la Saussaye sr. gesteld, dat men de waarheid niet gelooft op gezag, maar dat de waarheid in zichzelf gezag heeft, het recht dus kan opeisen, dat men haar gehoorzaamt. Wie zal dit ontkennen?

De vraag is niet of de waarheid gezag heeft, maar wat op godsdienstig gebied waarheid is en waar zij te vinden is. Hierop zijn slechts twee antwoorden mogelijk. Of aan de ene zijde: wat waarheid is, dat zeggen ons de profeten en de apostelen, dat zegt ons de Schrift; of aan de andere zijde: dit wordt uitgemaakt door het eigen oordeel, door de rede of het geweten van ieder mens voor zichzelf. In het laatste geval is er geen gezag en geen autoriteit der Schrift meer. De Schrift is dan geheel aan de kritiek van de mens onderworpen. Wil men nog tegenwerpen, dat men liever over de Waarheid spreekt met een hoofdletter, dan verandert daar niets aan. Dat vind ik heel best. De zin gaat dan luiden: Wat Waarheid is, d.w.z. wie Christus is. dat zeggen ons de profeten en apostelen, dat zegt ons de Schrift; of aan de andere zijde: dit wordt uitgemaakt door het eigen oordeel, door de rede of het geweten van ieder mens voor zichzelf. Er is maar één grond, waarop het gezag der Schrift kan rusten. Die grond is niet onze rede of ons geweten. Deze grond is alleen haar ingeving.

Is de ganse Schrift niet door God ingegeven, zoals we in 2 Tim. 3:16 lezen, dan is het met het gezag der Schrift gedaan. De Bijbel bevat dan alleen menselijke geschriften, die als zodanig geen enkele aanspraak kunnen laten gelden, om richtsnoer en norm te zijn voor ons geloof en leven. En met de Schrift valt voor de man van de reformatie alle gezag in de zaak van de godsdienst. Alle pogingen om dan nog weer een gezag terug te vinden, b.v. in de persoon van Christus (hoe zouden wij Hem kennen buiten de Bijbel om), in de kerk. in de godsdienstige ervaringen in rede of geweten, lopen op teleurstelling uit. In de ware godsdienst is een menselijk getuigenis en een menselijk geloof onvoldoende. Hier hebben we behoefte aan een getuigenis Gods. waarop wij ons verlaten kunnen in leven en in sterven.

Daarom is van ouds in de kerk beleden: het gezag der Heilige Schrift. Wat de apostelen geschreven hebben moet worden aangenomen, alsof Christus zelf het geschreven had, want zij waren zijn handen. Maar tegelijk werd de zelfbewustheid der schrijvers bij de ingeving zo sterk mogelijk benadrukt. Daar was bij de schrijvers voorafgaand onderzoek, onderscheid in ontwikkeling, gebruik van bronnen en van de herinnering, verschil in taal en stijl. Maar dit alles deed aan het geloof aangaande de goddelijke oorsprong en de goddelijke autoriteit der Heilige Schrift geen afbreuk. Deze stonden algemeen vast in de vroege kerk of de oude kerk van de eerste eeuwen. Zo heb ik de vorige keer van Augustinus kunnen stellen: De Bijbel is voor hem geheel het werk van de Heilige Geest en tegelijk geheel het werk van de Bijbelschrijvers.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Iets over het gezag der Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's