Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wijsheid van Salomo

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wijsheid van Salomo

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan de oever der zee is. En de wijsheid van Salomo was groter dan de wijsheid van al die van het oosten en dan alle wijsheid der Egyptenaren; ja, hij was wijzer dan alle mensen; dan Ethan, de Ezrahiet, en Heman en Chalcol en Darda de zonen van Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom. En hij sprak drie duizend spreuken, daartoe waren zijn liederen duizend en vijf. Hij sp^ak ook van de bomen, van de cederboom af, die op de Libanon is, tot op de hysop, die aan de wand uitwast; hij sprak ook van het vee en van het gevogelte, en van de kruipende dieren, en van de vissen. En van alle volken kwamen er, om de wijsheid van Salomo te horen, van alle koningen der aarde, die van zijn wijsheid gehoord hadden. 1 Kon. 4 : 29-34.

Salomo's wijsheid

, , En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand, en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan de oever der zee is.

De wijsheid van Salomo is spreekwoordelijk, bij de Joden en ook in ons land — nog. In vele andere landen, waar men bij de bijbel is opgevoed, zal het wel niet veel anders zijn. Toch is onze kennis van die wijsheid doorgaans niet veel meer dan de eerste proeve van rechtspraak, die hij geleverd heeft en dan het feit, dat enkele wijsheidsboeken van zijn hand in de bijbel staan en dan nog het gezantschap, dat met de koningin zelve uit Scheba tot hem gekomen is. Het is dus wel de moeite waard om met zijn wijsheid wat nader en breder kennis te maken.

God heeft hem gegeven wijsheid en zeer veel verstand en een wijd begrip des harten. Onnodig u te vertellen hoe Salomo bij zijn ambtsaanvaarding op Gods eigen vraag begeerd heeft wijsheid, welke God hem toen gegeven heeft. Het is dus niet een quaestie van geboorte geweest, waarbij iemand een gezond stel hersenen meegekregen kan hebben of veel hersenen. Het

is eerder te zoeken in de uitdrukking, die aan Salomo's droom voorafging, als wij namelijk lezen: En Salomo had den Heere lief." Vergeten wij dat door heel Salomo's leven met al zijn afdwalingen toch niet: hij had den Heere lief", en de vreze des Heeren is het beginsel of het begin der wijsheid, allen die ze doen hebben goed verstand. Het vaste geloof in God en het vasthouden aan dat geloof is de vooronderstelling van alle wetenschap. Salomo had van zichzelf, van zijn eigen kennen en kunnen geringe gedachten. Hij zegt: Heere, mijn God, ik ben'een kleine jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan." Dat is de echte Godsvrucht, als iemand groot van God denkt en klein van zichzelf. Wie zijn wij. kleine mensenkinderen toch, nietige mensenkinderen, zondige mensenkinderen, verduisterd in het verstand. Welnu, met déze mens, Salomo, gaf God niet met zijn geboorte mee, maar met zijn ambtsaanvaarding mee, wat hij tot dit ambt over zo'n groot en ontelbaar volk, Góds volk, nodig had. Vergeet dat toch niet dat God aan de ambten, die Hij ingesteld heeft, zoveel bijzondere gaven verbindt, die Hij eerst dan, bij die ambtsaanvaarding, geeft en die Hij aan Zijn knechten geeft, aan Zijn knechten. Hij geeft die gaven niet aan elke willekeurige ambtsdrager, maar aan die ambtsdragers, die dat voor Gód zijn. Jezus belooft aan Zijn discipelen in Lucas 21 : 15 mond en wijsheid. Wij lezen zelfs van Jezus, dat Hij toenam in wijsheid. Het is een gave, die God bijzonder ontwikkelt bij de uitoefening van zulk een ambt, bij het bezig zijn met de dingen en in de dingen, die God oplegde te doen.

Wijsheid is een ding, dat in de eerste plaats het hart raakt en vooral ook het karakter. Ze moet geoefend worden en beoefend worden, ze moet groeien met de jaren. Als er van Salomo staat dat hij zeer veel verstand had, dan is ook dit een zaak, die verkregen wordt door kennisname. Salomo heeft grote en diepe kennis van God gehad en van de mensen gehad. Hij had niet alleen kennis aan de mensen van zijn uitgestrekte rijk, maar ook zo ver daar buiten, door handelsbetrekkingen tot in verre landen en over verre zeeën had hij kennis aan vreemde mensen en volken, hij kende de kennis, de vaardigheden, de kunstvaardigheden van vreemde volken en de producten van de verste landen. Zeer veel verstand. Veel mensen leven in een klein wereldje, hier is een christen die leefde in een zeer ruime wereld, in Gods wereld.

Hij had ook een wijd begrip des harten. Wij noemen dat grootmoedigheid. De Schrift vergelijkt die met het zand, dat aan de oever der zee is. Zo ontelbaar waren de dingen, waarvoor hij belangstelling had als de korrelen zand op het strand. Ook op de kleinste dingen lette hij en die bracht hij in verband met elkander. U kunt het ook anders lezen: Zoals het zand aan de oever der zee een gans zeer grote watervlakte der zee markeert en keert, zo omvatte Salomo's verstand een zee van kennis.

Het is groot om deze gaven van deze Beminde des Heeren — Jedidja — te overdenken, maar hoe groot moet dan het denken en weten van onze God en Zaligmaker niet zijn. Daar is geen doorgronden van Zijn verstand, zegt Jesaja 40. En van deze grote God zingt de kerk: „Onpeilbaar diep zijn Gods gedachten, daar Zijn verstand, nooit af te meten, ver overtreft al wat wij weten." Laat ons dan maar grote eerbied hebben voor God en voor Zijn Woord en laat ons Hem nooit tegenspreken!

Wijzer dan allen

„En de wijsheid van Salomo was groter dan de wijsheid van al die van het oosten en dan alle wijsheid der Egyptenaren; ja hij was wijzer dan alle mensen; dan Ethan, de Ezrahiet, en Heman, en Chalcol en Darda, de zonen van Mahol; en zijn naam was onder alle heidenen rondom."

Dit is geen Joodse grootspraak, geen overdrijving. De Joden kunnen de dingen prachtig zeggen, litterair, ze kunnen ook graag en mooi in de vergrotende trap spreken. De kinderen nu van het oosten moet men niet zoeken bij de Chaldeeën, de Babyloniërs, want die woonden in het noorden, maar bij de Perzen en de Arabieren. Dat waren wijsheidsmensen met veel wijsheidsleraars. Het waren beschouwelijke volken, die veel dachten over de

zin en de achtergronden van het leven, over de verhouding van God en de mensen. Het hele Griekse denken stoelt op deze oosterse wijsheid en onze wat aftakelende beschaving is hier maar een verre vleug van. Salomo wist dat alles, kende het, had het door en overtrof het.

Ook de Egyptenaren waren in de oudheid beroemd om hun wetenschap. Zij waren befaamde sterrekundigen en kenden veel wetenschappen, die daaruit waren afgeleid, zoals de medische wetenschap, wiskundige vakken en scheepvaartkunde. Wij weten van de uitzonderlijk knappe man Mozes, dat hij opgevoed was in al de wetenschap der Egyptenaren. Nu ging Salomo niet te boven de wijsheid van Mozes, zoals de Joden nadrukkelijk stellen, maar wel de wijsheid der Egyptenaren, niet wat wijsheid, niet enige takken van wijsheid, maar alle wijsheid van dat volk. Dit was dus nogal wat.

Salomo was ook wijzer dan alle mensen, bedoeld is dan denkelijk alle mensen van zijn tijd en van zijn land. Genoemd worden enkele merkwaardige voorbeelden, onder anderen Ethan, de Ezrahiet en Heman. Hiermee zijn wij op bekend terrein, want zij zijn de dichters van twee bekende psalmen, n.1. van Psalm 89 en van Psalm 88. Wij wisten toch al uit de Schrift, dat Heman een geleerde van grote naam was en dat Ethan een befaamd dichter, musicus en profeet was laat Psalm 89 duidelijk zien. Die psalm is niet voor niets zo geliefd. Ik ben zo blij met deze Schriftplaats, omdat zij ons doet zien, dat de Godzaligheid tot alle dingen nuttig is en nuttig maakt en ook dat het bevindelijk geloof de vromen niet op een achterafhoekje plaatst in het leven. Men wekt van ons geloof vaak de gedachte, dat wij zoveelste hands-christenen zijn, mensen niet van onze tijd, mensen uit de nachtschuit, wat domperig, wat dweperig, wat ziekelijk. Men meent, dat men overal naast ons minstens wat modernistischer prediking moet stellen en dat men minstens naast onze kerken andere kerken van wat lichter en van wat verlichter soort moet plaatsen. Ik meen werkelijk dat de Godzaligheid van het rechte en van het rechtzinnig geloof er op alle terrein zijn kan. 'k Begrijp goed, dat wij Salomo niet kunnen naasten voor onze kerk of voor onze kerkelijke groep, maar 'k wil toch maar zeggen, dat Salomo zijn wijsheid te danken had aan zijn liefde tot God en aan zijn innige Godsvrucht (ach, dat hij daarbij gebleven ware!) en dat deze man leefde tussen wijzen, die eveneens lieden van innige en bevindelijke Godsvrucht waren. Ik zeg toch niet te veel dat ons geloof ons bij Ethan en Heman in huis gebracht heeft en om zo te zeggen ook wel een beetje aan het hof van Salomo, al willen wij ons aan zijn wijsheid niet meten.

Dan worden genoemd Chalcol en Darda. de zonen van Mahol, over welke mannen ik u niet kan inlichten, daar ik niets over hen gevonden heb. Zij zullen denkelijk toen mannen van geleerde naam geweest zijn. Hoe dit ook zij, Salomo's naam werd onder hen genoemd en ging die allen te boven, hij was wijzer dan zij allen. Wij zingen dan nu het lied van Ethan, Psalm 89 : 1 en 3.

'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên: Uw waarheid t' allen tijd vermelden door mijn reên. Ik weet hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen. Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zo min de hemel ooit uit zijne stand zal wijken, Zo min zal Uwe trouw ooit wank'len of bezwijken.

De hemel looft, o Heer', Uw wond'ren dag en nacht; Uw waarheid wordt op aard' de glorie toegebracht. Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen; Want wie is U gelijk bij al de hemellingen?

En, welke vorsten ooit het aardrijk moog' bevatten, Wie hunner is, o Heer', met U gelijk te schatten?

Salomo's geschriften

, , En hij sprak drieduizend spreuken, daartoe waren zijn liederen duizend en vijf. Hij sprak ook van de bomen, van de cederboom af, die op de Libanon is, tot op de hysop, die aan de wand uitwast; hij sprak ook van het vee en van het gevogelte, en van de kruipende dieren, en van de vissen."

Hier zijn dan al de dingen, waarover Salomo zijn licht heeft laten schijnen. Van de Heere Jezus zijn bekend Zijn tafelredenen of Zijn tafelgesprekken, waarin Hij over allerlei onderwerpen, rakende het geestelijk leven, handelde. Zo zijn er ook tafelgesprekken van Luther bekend, eveneens over allerlei geestelijke onderwerpen. Salomo had de zijne, waarvan vele algemeen bekend en opgetekend en onthouden zijn. Hij kon in korte puntige gezegden lessen geven over het geestelijke leven en ook wijsheidslessen voor het gewone leven, aan koninklijke hoven, in de handel, in het familieleven. Let u er maar op, dat spreuken doorgaans het leven regeren en leiden. Spreuken van ouders en van leermeesters geven leiding op beslissende momenten in ons leven. Hierin nu was Salomo, ik moet haast zeggen, een éénling. In ons land hebben Bredero en Vader Cats enige naam, maar hun levenswijsheid blijft toch maar tot enkele gezegden beperkt. Een deel van deze Salomo's Spreuken heeft de Heilige Geest voor ons bewaard. Er zijn er dus veel meer geweest, want ons Spreukenboek haalt niet meer dan zeshonderd of duizend Spreuken.

Salomo was ook dichter en van hem is één psalm bewaard en bekend, nl. de 127ste. Maar ook het boek Hooglied is van hem en de Heilige Geest heeft dit boek, dat de verhouding bezingt tussen Christus en Zijn gemeente, bewaard. Het is wel het diepste en innigste boek van de bijbel, dit Hoge lied, waard om naast Spreuken 8, het hoofdstuk van de Opperste wijsheid, vermeld te worden als de binnenkameren van het verbond Gods, dat de Heere met Zijn volk opricht. Zo heeft Salomo niet alleen het volk Israël aan zich verplicht, maar bijzonder het volk des Heeren, de kerk van Christus. Hij is een bedienaar des heiligdoms geweest, door de wijsheid, die hier op het allerhelderst geblonken heeft. Hij wist van bomen, grote en kleine, hij wist van alle dieren, op de aarde, in de aarde en in de zee. Het is Salomo, die in de schepping rondgewandeld heeft en zijn volk daarin rondgeleid heeft als weinig anderen. Twee vind ik er in de bijbel, die na Mozes, naast Salomo zo de schepping gezien hebben, n.1. Job en de dichter van de psalmen 19 en 104. Hier is de man, die in praktijk gebracht heeft, wat de Schrift aanbeveelt: , , Gedenk aan uw Schepper!" Wat wandelen wij toch als blinden door de schepping heen, en wat gedenken wij weinig aan de Schepper, die op de aarde, in de aarde en in de zee de tekenen van Zijn almacht en goedheid zo kwistig rondgestrooid heeft. In de schepping ligt de eerste trede om tot de kennis van de Herschepper te geraken!

De vraagbaak van velen

„Salomo's naam was onder alle heidenen rondom", vers 31b.

„En van alle volken kwamen er, om de wijsheid van Salomo te horen, van alle koningen der aarde, die van zijn wijsheid gehoord hadden", vers 34.

Licht valt altijd op, vooral op duistere plaatsen. Meer nog valt wijsheid op, ze valt op in de eigen tijd, maar ook nog lang daarna. Wijze woorden van wijze mannen of van wijze ouders of van wijze kerkvaders worden nog jaren, soms zelfs nog eeuwen later geciteerd. En ook dan doen zij wat. Zo was het met Mozes. Het is geen wonder, dat die man zo geliefd was in Israël. Zo is het ook met Salomo. Hij viel op door zijn wijze woorden onder zijn volk in zijn tijd, maar ook onder zijn volk in later tijden. Hij viel ook op onder andere volken. Zelfs koningen kwamen hun kaars aan zijn licht opsteken. Daar is veel rivaliteit, veel jaloezie onder gelijkgeplaatsten, zelfs onder hooggeplaatsten. Maar de wijsheid, die van boven is, staat daar boven en stelt daar boven. Zij wil zelf nooit blinken, ze dient zich nooit aan, ze wil alleen dienen, waar dat gevraagd wordt en waar dat nodig is. Ze concurreert niet, ze coquetteert niet. Zij schijnt alleen maar. li kent het voorbeeld van de koningin van Scheba. In 1 Koningen 5 wordt vermeld het gezantschap van de koning van Tyrus, Hiram. De bijbel vermeldt ons maar enkele voorbeelden, die te vermenigvuldigen zouden zijn. Daar zullen er gekomen zijn uit nieuwsgierigheid, er zullen er gekomen zijn om de omgang te genieten van zo'n groot koning — alleen daar leent zich wel de rijkdom voor en wel de eer van een groot vorst, maar niet de wijsheid —• er zullen er ook gekomen zijn om wijsheid te bekomen voor zichzelf en voor hun zaken.

Zoals in het laatste geval wil Hij, Die ons gegeven is tot wijsheid van God, n.1-Christus, alleen bezocht en geraadpleegd worden. Tot ons nut en tot onze zaligheid.

Zw.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De wijsheid van Salomo

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's