Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOMARUS EN ARMINIVS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOMARUS EN ARMINIVS

7 minuten leestijd

(2)

Zoals ik schreef promoveerde Arminius bij Gomarus. Later verklaarde de laatste, dat hij deze doctorstitel niet zou hebben verleend als hij de geschriften van Arminius tegen Perkins eerder in zijn bezit gekregen had. In elk geval: Arminius was nu dr. Arminius en hij werd in september 1603 professor. De vrede tussen beide was echter maar van korte duur. Een kleine schermutseling over colleges over het nieuwe Testament kunnen we voorbijgaan. Maar op 7 februari 1604 zou Arminius, volgens rooster, de praedestinatie behandelen. De hoofdstelling was heel listig opgesteld. Arminius formuleerde het op een nieuwe wijze, maar men moest wel fijne voelhorens hebben om in de woorden afwijking te ontdekken. Dat er een afwijking van de gereformeerde leer bedoeld was, is uit de gang der zaken duidelijk gebleken. Arminius omschreef het als volgt: De praedestinatie is een besluit van het welbehagen Gods in Christus, waardoor God bij zichzelf van eeuwigheid heeft besloten die gelovigen die Hij besloten heeft met het geloof te begiftigen, te rechtvaardigen, aan te nemen tot kinderen en met het eeuwige leven te beschenken, tot prijs Zijner heerlijke genade.

Wat is hier nu fout aan? Dat men er twee kanten mee uit kan. Het is een merkwaardige eigenschap van niet-gereformeerden, dat zij graag van die elastische formules opstellen, waar ieder het zijne in lezen kan. De moeilijkheid zit natuurlijk in dit „begiftigen met het geloof". De Dordtse Leerregels hebben dit in Hfdst. I, art. 7 ook. Maar zij laten er aan vooraf gaan: „En opdat zij door Hem (Christus) zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten hen aan Hem te geven en krachtelijk tot Zijn gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken".

Hoe begiftigt God bij Arminius: door aanrading of door onwederstandelijke werking, door allèen werkende genade of medewerkende genade? Trouwens, als Arminius het op gereformeerde wijze bedoelde, had hij niet hoeven te schrijven: „gelovigen, die" dan was „uitverkorenen, die" beter geweest.

De stelling van Arminius is dubbelzinnig. Bovendien is het duidelijk geworden, dat niet de onwederstandelijke, maar de medewerkende genade bedoeld is. De stelling is dus ook bedriegelijk. Zo is er meer.

Door deze stellingsbrief werden de gereformeerden ontrust. Gomarus trad echter niet aanstonds tegen zijn ambtgenoot in het krijt. Dat kwam 31 oktober 1604. Gomarus stelde toen een supralapsarische these op en liet deze verdedigen. God had enige schepselen bestemd tot het eeuwige heil en tot de wegen en middelen, die tot de zaligheid zouden brengen. Anderzijds had God enige schepselen bestemd tot de eeuwige dood mitgaders tot de wegen en middelen, die daartoe leiden.

Er is een verschil tussen Gomarus en de Leerregels, die in infralapsarische zin leren. Gomarus begint met de schepselen zoals zij in Gods gedachte zijn en nog geschapen moeten worden. De Leerregels beginnen met de schepselen in Gods gedachten. zoals zij reeds gevallen zijn. Arminius was bij de disputatie aanwezig. Hij ergerde zich en werd er half ziek van. Zijn bezwaar tegen Gomarus was volgens G. Brandt, „dat hij de oorzaak der zonde aan God beschreef, en door het inscherpen van een noodlot de gemoederen der mensen verhardde". Daartegen hield Gomarus aan Arminius voor „dat hij door zijn leer (van vrije wil) de mens veel opgeblazener maakte dan de roomsgezinden met de hunne, en niet toeliet, dat men God alleen de eer gaf van hetgeen daar het 't meest op aankomt. n.1. een welgezind gemoed."

Arminius heeft in een bestrijding, die pas in 1613 is uitgegeven, gesteld, dat de de leer van Gomarus niet de leer van Calvijn was. Op deze wijze heeft Arminius het zich iets te makkelijk gemaakt. Als hij rechtzinnig geleerd had en dan sommige uitdrukkingen van Gomarus bestreden, was er niets aan de hand geweest. Maar Arminius leerde Pelagiaans en verwierp niet alleen Gomarus, doch ook Calvijn en de belijdenis. Bij hem is zalig worden een mensendaad en een mensenwerk en een mensenverkiezing met hulp van God. Het was niet eerlijk van hem, dat hij hier niet voor uitkwam.

Na deze disputatie van 31 oktober 1604 kwam de kerk in beweging, door het hele land verspreidde zich het gerucht, dat de professoren het oneens waren. Onder de vele Leidse wolkammers, pelsers en wevers, waarvan de meesten van vlaamse (evenals Gomarus) oorsprong waren, werd er druk over gesproken. Arminius trok ondertussen veel studenten, die hij vooral aan huis ontving voor private colleges, waar niemand over vertellen mocht. Daar bestreed Arminius, Beza en Zanchius en prees Castellio en Coornhert. Helmichius kwam eens luisteren bij Arminius en was matig voldaan. Men poogde bewijzen te krijgen voor wat Arminius in besloten kring leerde. Op de studenten werd nauwkeurig gelet. De sfeer werd slecht. Op 30 juni 1605 ontving de professor bezoek van vijf gedeputeerden der Hollandse synode, die over verschillende punten opheldering wilden hebben. Zij hadden bij de de classicale examens afwijkende meningen bij de studenten van Arminius ontdekt: deze wilde hier echter niet over praten en zei: hij had in ieder geval tot deze geruchten en meningen geen aanleiding gegeven. Er werd veel meer dan vroeger gedisputeerd onder de studenten over paedestinatie. vrije wil en volharding der heiligen dan vroeger.

Hoe kwam dat nu? Een echte open strijd was het nog niet, maar velen zagen het er van komen.

De classis Dordrecht diende bij de synode van Rotterdam in 1605 een bezwaarschrift in. Men hoorde van verschillen en de synode mocht wel middelen bedenken om deze uit de weg te ruimen, opdat scheuring en ergernis voorkomen en de eenheid der gereformeerde kerk, tegen de lastering der vijanden, bewaard bleef. De curatoren van Leiden lieten toen de twee professoren komen, maar die konden niet veel vertellen: de studenten disputeerden wel erg veel, maar wat de professoren betrof, wisten zij niet, dat er in de fundamenten der leer enig verschil bestond.

Hoe komt dat nu? Was het verschil over de leer de praedestinatie niet fundamenteel of wilde Gomarus beslist geen uitslaande brand? Deze verklaring van de Leidse hoogleraren heeft wel aandacht getrokken. Sommigen denken aan dwang van hoger hand. Dr. H. H. Kuyper schreef: , , De houding van de Gomarus hierin en later voor de heren in Den Haag, is nog altoos een onopgelost raadsel. Dit alleen is duidelijk, vooral in Den Haag blijkt dit, dat de een of andere macht van buiten hem het zwijgen heeft opgelegd. Hetzij dat curatoren hem met afzetting bedreigd hebben, gelijk men gemeenlijk aanneemt, hetzij dat er omstandigheden en verhoudingen waren, die wij niet kennen en misschien nooit zullen kennen. In elk geval is het treurig de kloeke strijder voor de gereformeerde beginselen hier zo te zien optreden."

Daar gaat echter dr. C. v. d. Woude weer tegenin, stellende in de stellingen van zijn proefschrift: „Het is niet juist de verklaring van Gomarus aan de curatoren der Leidse Universiteit d.d. 10 augustus 1605, „dat onder hen als theologische hoogleraren geen verschil bestond wat de hoofdzaken der leer betreft" als een „treurig optreden" te kenschetsen".

Een ander punt. De Staten-Generaal hadden op 15 maart 1606 besloten een Generale Synode te houden. De synode van Zuid-Holland gelastte nu alle dienaren des Woords in haar ressort, om confessie en catechismus naarstig door te lezen en hun eventuele aanmerkingen in te zenden. Een commissie zou de hoogleraren te Leiden bezoeken om ook hun aanmerkingen te mogen ontvangen. De theologische studenten moesten de Catechismus en vooral de Heilige Schrift naarstig onderzoeken.

En uitnemende raad, ook voor vandaag, want deze twee boeken zijn vaak te weinig bekend bij theologische studenten. Wat kwam hier nu weer uit voort?

D.

L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 december 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

GOMARUS EN ARMINIVS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 december 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's