Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben de wijnstok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben de wijnstok

14 minuten leestijd

I. Voorbereiding H. Avondmaal

Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.

Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Joh. 15 : 5-6

De wijnstok en zijn ranken

Wij hebben hier één van de Ik-spreuken van de Heiland der wereld: Ik ben het licht der wereld — Ik ben het brood des levens — Ik ben de goede Herder — Ik ben de ware wijnstok. Dat is geenszins grootspraak. De Heere is de dragende kracht van heel Zijn schepping. Hij is ook zeker de dragende kracht van Zijn kerk.

Als wij deze tekst kozen in verband met de viering van het Heilig Avondmaal, dan zijn wij denkelijk dicht bij huis, omdat deze woorden waarschijnlijk gesproken zijn ter gelegenheid van het eerste Avondmaal, dat de Heere bij Zijn jongeren instelde. U vindt hier de Godvruchtige avondmaalganger en de niet Godvruchtige avondmaalganger beschreven. Deze stof leent zich er dan ook uitermate goed voor, om ons te onderrichten voor wie het Avondmaal des Heeren is ingesteld en voor wie niet. Wij vinden hier wat de rechte Avondmaalganger is en wat hij doet, maar ook wat de niet Godvruchtige Avondmaalganger is en wat hem wacht. De gelijkenis van de wijnstok is gesproken bij de wijn, die gedronken werd en de goede en kwade ranken zien op de ware discipelen én op de onware discipel, Judas. In Israël was het beeld van de wijnstok bekend voor de Messias en Zijn rijk en tevens voor het volk Israël. U^vindt dat beeld van de wijnstok in Psalm 80, in Jesaja 5 en in Jeremia 2.

Als de Heere Zichzelf bij een wijnstok (Calvijn leest wijngaard!) vergelijkt, dan is dat wel een zeer nederig beeld, maar tevens een zeer treffend beeld voor Hem. Wat is de wijnstok een onaanzienlijke boom, zo geheel anders dan de trotse eik en dan de machtige ceder. De wijnstok is ten slotte maar een stok, niet hoog opgaande, een betrekkelijk laag groeiende struik, 't Is niet eens een boom. Met het hout van de wijnstok begint men niets. Het is niet edel, het is niet mooi, het is niet bruikbaar. En wij denken aan het woord van Jesaja: , , Als wij Hem aanzagen, zo was er geen gedaante noch heerlijkheid aan Hem, dat wij Hem zouden begeerd hebben."

Anderzijds breidt de wijnstok zich heel breed uit. Deze nederige struik, die niet eens een boom is, breidt zijn wortels wijd uit. Dit wortelstelsel zet zich voort langs lange muren, waar de wijnstok tegen aan groeit. Ook de takken slaan zich ver uit. Wij denken aan de Jacobsprofetie over Jozef in Genesis 49 : 22: Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over de muur." Dit is in heerlijker zin waar van de wijnstok Christus. „Hij heeft Zijn takken wijd uitgespreid, zodat Hij het land vervuld heeft. De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest en zijn ranken waren als de cederbomen Gods. Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee en zijn scheuten tot aan de rivier", Psalm 80 : 10-12.

Daar is meer. De wijnstok moge geen edele stam hebben, geen edele wortels, geen edele takken, maar wat een prachtige ranken heeft hij. De wijnranken zijn het motief geworden van menige kunstenaar, het motief voor avondmaalslinnen, voor avondmaalszilver. Schoon en liefelijk zijn ze. Maar van bijzondere schoonheid is de vrucht van de wijnstok, de wijndruiven en ook de wijn zelve. Jezus zegt: „Ik ben de ware wijnstok", niet de beste wijnstok, maar de echte wijnstok. Daar is geen wijsgeer, geen godsdienststichter of leider mee te vergelijken. Ik ben de ware wijnstok. De Heere Jezus spreekt van Zichzelf zo kenmerkend, zo onderscheidend, zo alleen goed: de ware wijnstok.

En gij zijt de ranken. Jezus breidt Zijn hand uit over de elven — Judas is niet meer met hen — als Hij zegt: „Gij zijt de ranken." Daar is dus altijd onderscheid onder de leden der kerk, men zou kunnen zeggen: onder de leden van Christus. Jezus zegt: „Heb Ik u niet twaalf uitverkoren en één van u is een duivel." Zo zijn er altijd in de kerk, in het koninkrijk, als ik het beeld van de tekst „Blijft in Mij", aanhoud ook in Christus tweeërlei mensen. Men versta mij goed, dat deze tekst geenszins bedoelt te zeggen, dat er een afval der heiligen is. Hier openbaren zich bijzondere en algemene genade. Hier zijn de tweeërlei kinderen des verbonds. Hier zijn de tweeërlei leden der kerk. Als het Doopsformulier zegt, dat wij en onze kinderen in Christus geheiligd zijn en dat wij en onze kinderen tot Zijn kinderen en erfgenamen aangenomen zijn, dan is het duidelijk, dat wij aan de tweeërlei ranken te denken hebben. Het maakt het er voor ons niet gemakkelijker op, dat de zaak er voor ons mee staat of valt, of wij blijven in Hem. Die als een vruchtdragende rank in Hem blijft, zal weten, dat hij een rank is, een rank in de wijnstok, een rank in de ware wijnstok. Maar die als een dorre rank geen vruchten draagt en niet in Hem blijft, doordat hij verdort en uitgesneden wordt, die zal ook weten, dat hij in de wijnstok geweest is. Die zal weten, dat hij een rank geweest is, dat hij in Christus geweest is — zij het dan met algemene genade — en dat hij een lid der kerk geweest is.

Ik ben de wijnstok en gij zijt de ranken. Zo zegt Christus over heel Zijn kerk, over de blijvers en over die afgesneden worden. Het is voorwaar geen kleine zaak, geen klein voorrecht om in de wijnstok, de ware wijnstok, in Christus te zijn.

Blijven en vrucht dragen

„Die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen."

In Hem blijven, dat is dus de grote les van deze tekst. Dat Hij in ons blijve, dat is voorwaar de tweede grote les van deze tekst. De discipelen waren dus in Hem

door de leidingen van Gods voorzienigheid.-Als leerlingen van Johannes de Doper waren zij met Hem in aanraking gekomen. Onderschat deze zorg en leiding Gods niet in het werk der bekering! Het zijn niet altijd de opzienbarende dingen, die een mens in de kerke Gods en in Christus brengen. Merkt maar nauwkeurig op de leidingen Gods in uw leven. Dan is er de roeping des Heeren geweest in het leven der discipelen. Hij heeft ze geroepen en zij zijn Hem gevolgd. Dat staat er zo eenvoudig, maar het heeft ze heel wat gekost. Zij hebben alles moeten loslaten en allen moeten verlaten om Zijn discipelen te kunnen zijn. Dan óók heeft Hij ze uitverkoren, naar Zijn eigen woord. Met voorbijgaan van anderen heeft Hij hen gekozen. Dat is vrije gunst, dat is ongehouden goedheid!

Alleen, ook Judas was bij hen. Het volgende stuk, waarvan onze tekst handelt, geeft zekerheid: de volharding der heiligen. Die in Mij blijft en Ik in hem.

In Hem blijven, dat wil zeggen: in Hem, Christus, het Hoofd en de Wortel der kerk stoelen en in Hem verbonden worden, meer en meer, dieper en dieper. Als anderen weggaan en de Heere vraagt: Wilt gijlieden ook niet henengaan, dan zeggen met Petrus: „Tot wie zullen wij henengaan, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens." Dat weet men wel, als men zo om Hem en om Hem alleen in de kerk is. tot de kerk behoort. Dat zijn zo de vaste mensen, de blijvenden, die in Hem wortelen. Zij gaan niet om mensen, zij komen niet om mensen. Zij gaan niet om tegenspoed, zij komen niet om de voorspoed der kerk. Zij hebben geleerd Christus te kiezen en aan te hangen om Zijn leed, zowel als om Zijn lief. Zij hebben geleerd de kerk te beminnen, zowel in haar leed, als in haar lief. Blijven in Hem, dat is door die diepe en blijvende verbondenheid aan Zijn persoon. Het is ook de algehele verbondenheid aan Zijn woord.

Heel dat Woord, waarvan geen tittel of jota vallen zal, hebben ze lief. Daar wilden zij niets van missen, daar willen zij allen op zijn tijd van spreken en ook alles op zijn tijd van horen. In Hem blijven, dat is dus aanhangen Zijn leer. Zijn geboden zowel als Zijn beloften, Zijn bestraffingen zowel als Zijn zegeningen. In Hem blijven, dat is ook aanhangen Zijn heilige instellingen: zowel de Doop als het Avondmaal, zowel het Avondmaal als de Doop.

En Ik in hem. Vele mensen hebben oog voor hun blijven in Christus, maar geen oog voor Zijn blijven in hen. De rank is in een ontvangende zin in de wijnstok, maar de wijnstok is in een gevende zin in de rank. Uit Christus ontvangt de mens het geloof en ook al de geloofsinhoud, al de geloofsstukken. Het staat alles in de bijbel, maar het moet alles geleerd worden en het moet alles ons persoonlijk bezit worden. En dat komt in ons uit Hem, zoals al de kracht en al de volheid uit de wijnstok in de rank omhoogstuwt. Het leven van Christus wordt het leven van de christen. Heel de waarheid gaat voor ons leven, gaat ook in ons leven. Zeker zo nodig dus als het is, dat de rank in de wijnstok blijft, is het dat de wijnstok in de rank blijft. De apostel zegt: „Ik ben gestorven, maar Christus leeft in mij." De afgesneden ent, de ingeënte twijg gaat zijn leven danken aan de wijnstok en niet zijn leven, maar het leven van de wijnstok. Het oude leven is afgesneden en het nieuwe leven begint.

Die in-Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht. U kent wellicht de wijnstok. In het oosten was dit beeld algemeen bekend en bemind. Hier kennen wij de wijnstok slechts als kweek in de kassen en hier en daar geleid langs muren in de open lucht. U weet dan dat de wijnstok overvloedig vruchten draagt, zowel hoog als laag en die vruchten zijn niet de enkele druiven, maar de druiven groeien bij trossen. Worden deze nu door de landman wel verzorgd, dan wassen deze vruchten tot de heerlijkste en rijkste vruchttrossen. Snijdt men uit de tros allerlei kleine druiven af, dan krijgen de overblijvende druiven ruimte om te groeien. Druiven krenten noemt men dat. Zo krijgt men mooie gelijkmatig gegroeide druiven aan een welgevormde tros. De landman is het om vruchten, om goede, gave vruchten en ook om veel vruchten te doen.

Nu draagt de wijnstok Christus hoog en laag, zo ver Zijn takken zich uitspreiden, altijd overvloedige vrucht, maar Hij wil ook en de landman wil ook, dat de ranken vrucht dragen. Laat ons ons nu maar niet zo druk maken met de vruchten, die het sociale, het menselijkheidsevangelie zoekt. Laat ons ons maar houden bij de vruchten, die de bijbel vraagt: de vruchten des Geestes, de vruchten van geloof en bekering. Het gaat om déze vrucht, de vrucht, die Jezus Zelf gedragen heeft en draagt. En was het niet, dat Hij begeerde te doen de wil des Vaders? Dat hartelijke geloven, dat is de vrucht, dat van harte God liefhebben en de naaste, dat verheugd zijn in God, dat zich verootmoedigen voor God, dat klein en nederig en hulpvaardig zijn onder de mensen, dat vriendelijk en goed en Godzalig ziin voor alle mensen, zie, dat zijn de vruchten, de vele vruchten. Dat is alles het gevolg van het blijven in Hem en van Zijn blijven in de ranken.

Dat behoort tot het natuurlijke groeiproces van de wijnstok. Het behoort dan ook tot de aard der christenen, om zulk een beeld te vertonen. Als het Avondmaalsformulier zo'n groot gewicht hangt aan de Godvruchtige levenswandel, dan is dat dus een voorwaarde om te komen tot des Heeren dis. Wij zijn zo gewend om op de arme zondaarsgestalte en de onwaardigheid van de mens het accent te leggen, dat wij deze nodige zijde voor vandaag wel eens aan de orde mogen stellen. En vrees nu niet, dat wij daarmede de bekeerde, de vrome, de goede mens verheffen, want wij weten zeer wel, dat de tekst zegt: want zonder Mij kunt gij niets doen. Dit is een belangrijk woord, wat ik nu verder onbesproken laat. De tekst spreekt voor zich. Wat een rank is zonder de wijnstok, dat is een christen zonder Christus.

't Rechtvaardig volk zal bloeien. Gelijk op Libanon, Bij 't koest'ren van de zon, De palm en ceder groeien. Zij, die in 't huis des HEEREN, In 't voorhof zijn geplant, Zien door des Hoogsten hand Hun wasdom steeds vermeren.

In hunne grijze dagen Blijft hunne vreugd gewis; Zij zullen, groen en fris. Gewenste vruchten dragen; Om, met verheugde monden, Te roemen 't recht mijns Gods. In Hem, mijn vaste rots, Is 't onrecht nooit gevonden.

Dorre ranken en hun toekomst

„Zo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert ze en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand."

Hier is dan dus de andere zijde van het Avondmaal, namelijk de tuchtzijde. Het Avondmaal nodigt niet alleen, maar het weert ook. Wilt u er nog eens aan denken, dat de Heere Jezus de geschiedenis van de wijnstok ter gelegenheid van het juist ingestelde Avondmaal heeft gesproken? Menigeen wil de afmaning uit het Avondmaalsformulier schrappen. Dan zal men ook deze tekst moeten schrappen. Deze tekst laat zien, dat niet ieder deel heeft aan des Heeren Avondmaal. Let er dan wel op, dat dit vers begint met een daad van de mens.

Zo iemand in Mij niet blijft. Niet alleen bij Hem niet blijft, maar in Hem niet blijft. Wie niet door een waar geloof in Hem en dus ook niet in dat geloof blijft. Wie niet in de genade blijft. Wie niet in de waarheid blijft, in al de stukken van het geloof. Wie niet in de kerk blijft en in de heilige inzettingen Gods. En daar ziet ge ze voor u verschijnen, die van het geloof hebben schipbreuk geleden, die het geloof hebben verlaten; historisch gelovigen, die hun verstand open zetten voor Hem, maar hun hart niet; wondergelovigen, die met de wonderen ook hun geloof en hun kerk verloren; tijdgelovigen, die voor een tijd meegingen, maar helaas het was slechts voor een tijd.

„En zij zijn van ons uitgegaan", zegt de Heere, „want zij waren van ons niet!" Hij is buitengeworpen, gelijkerwijs de rank en is verdord. Men kan ook vertalen: omdat hij verdord is. Er is verschil van opvatting over de vraag, door wie de kwade, dorre, niet vruchtdragende rank is buitengeworpen. De één meent, dat de rank, die verdort, door zijn ongelovig, werelds leven vanzelf verdort en afvalt, dus zichzelf buiten werpt. De ander meent, dat de engelen het ontrouwe lid van Christus buiten werpen. Het zal wel beide waar zijn.

Een mens, die afvallig is, werkt zijn eigen verwerping uit. Zie dat aan Judas! Maar ook hij wordt buitengeworpen, door de Heere, door Zijn knechten, als die tucht oefenen, ook door Zijn engelen. Dat is de ontstellende werkelijkheid. De afvallige verwerpt zichzelf van de genade en van al het heil, verspeelt zijn plaats in de kerk. aan het Avondmaal, in het Koninkrijk ten slotte. Ziet slechts hoe mensen, die ontrouw werden, verdorren in hun wezen, zo uiterlijk als innerlijk, in hun geestelijke staat. Zij raken geloofsstuk na geloofsstuk kwijt, ze raken Jezus kwijt, de discipelen kwijt, tenslotte de kerk kwijt.

Verdorde ranken. Deze nu worden vergaderd. Men ziet hier reeds ongeloof op ongeloof aantrekken, wereld op wereld, zondaars op zondaars. Zij vergaderen zichzelf, de wereld vergadert het hare en de engelen zullen ze vergaderen, hen allen, ongelovigen van elke soort en denominatie. En men werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. Dit zal voorzeker het einde zijn van allen, die niet door een waar geloof in Christus zijn, van allen ook, die niet in Hem blijven, van allen die verdorden in het geestelijke leven, in de leer Gods, in de inzettingen Gods. Wie hier wezenlijk met de kerk breekt, wie hier met de wezenlijke kerk breekt, zal straks met de kerk niet zijn, als die boven Avondmaal viert. Het gaat met de druiven naar de schuur of met de verdorde ranken naar het vuur. En dan in Christus en in de kerk te zijn geweest.

Gr.-A.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juni 1969

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Ik ben de wijnstok

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juni 1969

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's