KLEINE KRONIEK
Ds. G. Boer over ds. L. Vroegindeweij
Naar aanleiding van het sterven van ds. L. Vroegindeweij schreef de voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. G. Boer, in De Waarheidsvriend een „in memoriam" dat ik ook aan mijn lezers wil doorgeven:
„In de nacht van zondag op maandag IJ. overleed in het ziekenhuis te Delft ds. L. Vroegindeweij, emeritus predikant van de Hervormde Gemeente te Delft.
Ds. Vroegindeweij werd in 1901 geboren en diende de gemeenten van Wilnis, Waddinxveen, Papendrecht, Gameren en Delft. Hij bereikte de leeftijd van 68 jaar.
Toen de familie onze redactie maandagmorgen vroeg op de hoogte stelde van dit overlijden, worstelden vele indrukken om de voorrang.
In de eerste plaats zagen wij een verslagen familie voor ons, een vrouw en kinderen, die na een verontrustende telefoon toch nog te Iaat kwamen om definitief afscheid van hun man en vader te kunnen nemen. Onze innige deelneming gaat in het bijzonder uit naar zijn vrouw, die haar man altijd afstond aan het werk in de gemeenten en nu moet leren hem voorgoed af te staan aan God, die hem uit dit leven weg riep. Onze deelneming gaat uit naar de kinderen, die evenals alle domineeskinderen hun vader moesten delen met zoveel wat hem in beslag nam en nu de vaderlijke leiding moeten missen. Onze deelneming gaat ook uit naar zijn broers, die nauw aan hem verbonden waren.
In de tweede plaats drong aan ons op het Woord des Heeren: Alle vlees is gras en al zijn heerlijkheid als een bloem des velds. Onder ons konden wij ons niemand voorstellen, die zo sterk was als ds. L. Vroegindeweij. Aan hem is bevestigd: Ook de sterkste is ijdelheid!
Midden uit zijn werk is hij weggenomen. Op zondag 10 augustus — na 's morgens nog gepreekt te hebben — overviel hem een ernstige ziekte. Liet het zich vorige week aanzien, dat er nog een mogelijk-heid van herstel was, God heeft het anders beschikt. Hij nam hem weg.
In de derde plaats kunnen wij zeggen: Hij is in het harnas gestorven. Ieder weet, dat deze dienaar des Woords ongelooflijk veel werk verzet heeft. Daarvan weten de gemeenten, die hij gediend heeft, daarvan weten de vele vacante gemeenten en evangelisaties, voor wie hij altijd klaar stond. Daarvan weten de lezers van het „Gereformeerd Weekblad", waarin hij wekelijks een artikel schreef. Daarvan weten ook de lezers van „De Waarheidsvriend", waarin hij de laatste jaren bezig was met de verklaring van de Dordtse Leerregelen. Daarmee was hij bijna klaar. In het laatste nummer van ons blad staat nog een artikel van zijn hand, dat handelt over de Dordtse Leerregels, hoofdstuk V, art. 14, met als opschrift: Gods werk der genade in ons.
In de vierde plaats dringt zich aan ons op, dat ons een man ontvallen is, die op een markante wijze de grondwaarheid van de reformatie en de nadere reformatie geleerd en verdedigd heeft.
Hij was een leraar. Op bevattelijke wijze wist hij het Woord Gods te bedienen en de kernen van de reformatorische leer uiteen te zetten.
Dat had hij van niemand vreemd. Want hij was een zoon van zijn vader. Vader Vroegindeweij was een oefenaar bij de gratie Gods. Hij heeft op Flakkee, in de Alblasserwaard en in vele andere streken het Woord Gods gebracht en een wonderlijke zegen gehad op zijn werk. In dorre tijden en streken heeft hij geoefend met de Schrift. Er zijn plaatsen te noemen waarin door zijn werk er een grote verandering plaatsvond in de prediking.
Van deze vader had hij ook zijn grote liefde voor de Herv. Kerk. Nooit heeft ds. L. Vroegindeweij deze kerk veracht, hoe zwaar hij ook aan haar geleden heeft. Deze vader heeft zijn zoon als ook de andere drie zonen gestimuleerd om predikant te worden in de Herv. Kerk. Het is bekend, dat deze oudste zoon met de studie bezig was, terwijl hij nog bezig was met het werk op de boerderij. Hij was een leraar, omdat hij de bronnen las en bleef lezen.
Daarbij was hij een geharnast strijder. Wie hem wel eens bezig gezien heeft met Johovahs-getuigen, weet, dat hij slagvaardig was in het debat en scherpzinnig in zijn beantwoording van vragen en in de weerlegging van dwalingen.
De verbondenheid met zijn vader bleek ook op zijn sterfbed. Op de vraag waar zijn vader de laatste maal gepreekt had, antwoordde zijn zuster: in Breukelen. Daar heeft ook de zoon voor de laatste maal gepreekt.
Een volgende indruk is: Ook van hem geldt, wat hij in de rouwdienst van zijn vader zeide: het werk der genade was in hem. Het zat in hem. Hij was zo. In oneindige variaties heeft hij het werk Gods in de mens aan de orde gesteld. Daarbij schermde hij dit werk af tegen alle misverstand. Wie het laatste artikel in de Waarheidsvriend nog eens leest, vindt daarin een portret van zijn leven: Wet en Evangelie, zonde en genade, Mozes en Christus. In een oneindige veelvoud heeft hij dit thema bespeeld en de waarschuwing en de loktoon laten horen.
Wie in dit alles een zekere eenzijdigheid opmerkte, verkreeg de instemming van de nu overledene. Zijn antwoord op dergelijke opmerkingen was steeds, dat hij eerbied had voor ieder, die in zijn geestelijk leven verder geleid was dan hij. Dat meende hij ook. Men bedenke, dat hij ook onder ons een manco heeft opgevuld in de prediking van de gerechtigheid Gods en de strafwaardigheid van de zonde. Prediken wij de zonde in haar alles verwoestende kracht èn de machtige verlossing door Christus' bloed tegen de donkere achtergrond van de verlorenheid? Want deze man wist met Paulus, Augustinus, Luther en Calvijn wat zonde was. Zelden heb ik iemand met zo'n ernst en indringende kracht de zonde en de zondigheid van de mens horen prediken. De kennis van deze zonde en zondigheid was hem niet komen aanwaaien. Dat had hij niet van horen zeggen, maar uit eigen bittere zielservaring. Hij beefde voor de majesteit en de gerechtigheid Gods.
De dodende kracht van de Wet Gods was hem door het hart gegaan en daardoor was hem de verlossing door Christus niet vreemd.
Aan die verlossende armen heeft hij zich ook op het ziekbed, dat zijn sterfbed werd, toevertrouwd
en in het geloof in deze Zaligmaker is hij heengegaan.
Wij staan verslagen bij deze lege plaats. Het dringt nog nauwelijks tot ons door. Hoe wij tegen hem aankeken — en ik heb in het bovenstaande mijn indrukken weergegeven — hij was een groot man. Dat weten zijn vrienden en zijn tegenstanders beiden.
Hij had een eigen plaats, ook in de Ger. Bond. Een respectabele plaats. Wij zullen hem missen, ook als mens. Want er viel met hem te praten. Hij was een verstandig man, die bij het ouder worden milder werd zonder zijn diepste zijn te verloochenen.
Alle vlees is gras en al zijn heerlijkheid (sierlijkheid) als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord des Heeren bestaat tot in eeuwigheid. Dat Woord blijft. God trooste zijn vrouw, kinderen, broers en verdere familie.
God zegene zijn Woord, door hem zovele malen gebracht, ook aan zijn kinderen. Domineeskinderen hebben het vaak moeilijk. Wanneer zien zij vader? Het is een bijzondere genade, wanneer de kinderen van de predikanten blijven bij het Woord en het onderricht, dat vader gaf.
Wij hebben in alles in God te eindigen. Hij heeft ons veel in deze dienaar geschonken, Hij heeft ons veel in hem ontnomen. Maar aangezien alle heil en waarheid ons in de Naam Gods geschonken is, zij deze Naam des Heeren bij deze baar geloofd." —
Dominé worden op artikel acht
Vroeger kon men het nog wel eens horen: dat is een dominé op artikel acht. Een uitdrukking die velen in onze dagen niet meer verstaan. Maar bedoeld werd daarmee artikel acht van de Dordtse Kerkorde. Dat artikel luidt: „Men zal geen schoolmeesters, handwerkslieden of anderen die niet gestudeerd hebben, tot het predikambt toelaten, tenzij dat men verzekerd zij van hun singuliere gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed ver-, stand en discretie, mitsgaders gaven van welsprekendheid. Zo wanneer dan zodanige personen zich tot de Dienst presenteren zal de classis hen (indien de Synode het goedvindt) eerst examineren en, naardat ze hen in het examen bevindt, hen een tijdlang laten in 't privé proponeren, en dan voorts met hen handelen, zoals zij oordelen zal stichtelijk wezen."
Van deze mogelijkheid is in de loop der eeuwen nogal eens gebruik gemaakt en ook in onze tijd komt het in de Gereformeerde Kerken nog wel voor blijkens een artikel, dat ik vond in het Centraal Weekblad. Daarin vertelt iemand hoe het bij zo'n onderzoek toegaat:
„Het gaat zo: eerst onderzoekt een classis iemand, die zonder de omweg van de academische studie dominee wil worden. Als dat goed afloopt moet de kandidaat naar de particuliere synode. Die moet uitmaken of de ter classis geconstateerde gaven singulier genoeg zijn om... dominee te worden?
Het onderzoek op de p.s. wordt voorafgegaan door een vooronderzoek, waarin mèt de kandidaat wordt gepraat over zijn motieven. Daarvan wordt verslag uitgebracht. Dan krijgt hij gelegenheid een proefpreek te houden, waarover straks. Vervolgens wordt hij ondervraagd over zijn kennis van het oude en van het nieuwe testament — uitgangspunten zijn dan twee van tevoren opgegeven bijbelgedeelten —, en over de kennis van de geloofsleer. Dan beraadt de synode zich en deelt zij tenslotte haar beslissing mee, met een vriendelijk woord van de voorzitter en een gezongen zegenbede (als het allemaal bevredigend is afgelopen natuurlijk).
Maar die proefpreek!
Zo'n proefpreek is eigenlijk een bijzonder rare zaak. Een échte preek in een kerkdienst wordt helemaal voorbereid in de liturgie: bijbellezingen en liederen en gebed zorgen voor een zekere „voorverwarming" bij luisteraar en spreker.
Dat valt allemaal weg bij zo'n proefpreek. Zo sta je daar en zo kun je beginnen. En dan preek je niet voor een gemeente, maar voor een kritisch gezelschap, dat er niet zit om gesticht te worden, maar om te luisteren of anderen ook gesticht zouden kunnen worden.
Wijlen de oude dominee Verhagen van de Goudse gereformeerde gemeente heeft mij eens verteld hoe hij in het ambt was gekomen, begin deze eeuw. Hij ging over zijn begeerte naar het ambt eens praten met ds. Daniël Verduin in Amsterdam, van een vrije kruisgemeente.
Die zei: vanavond heb ik kerkeraad, kom maar. En op de kerkeraad zeiden de broeders: achter die deur is de kerk, preek maar over „Uw volk is mijn volk" (uit Ruth). Verhagen — door ziekte had hij nooit geregeld onderwijs gehad — vond op de preekstoel alleen een echte statenbijbel met van die gotische letters, die hij niet eens lezen kon.
Maar de tekst kende hij uit het hoofd. En met zo'n tekst kun je ook uit de voeten, als je je motieven wilt uitleggen. De vonk sprong over tussen Verhagen en de broeders daar beneden in die donkere lege kerk. En de volgende zondag mocht hij voor Verduin een beurt waarnemen aan de Zaan. En zo was het gekomen...
Ik vind dit nog steeds een ontroerend verhaal, maar zo romantisch gaat het tegenwoordig gelukkig niet meer toe. Het onderzoek in Eindhoven was 's middags. Op koffietijd kreeg de kandidaat een tekst op. Met behulp van twee of drie boeken mocht hij in een paar uur een preek voorbereiden. Niemand doet het zo in de praktijk. Het is mij dan ook niet duidelijk, welke waarde men aan zo'n proefpreek moet toekennen.
Er zijn toch wel eenvoudiger middelen om er achter te komen of de kandidaat een spraakgebrek heeft of anderszins niet uit zijn woorden kan komen. Wat zou er tegen zijn, zo'n preek schriftelijk in te dienen? Desnoods wordt die dan onder toezicht binnen een bepaalde tijd gemaakt.
Toen op de eerste zitting besproken werd, hoe de synode dit onderzoek zou houden, verzuchtte een dominee: ik zou me geen raad weten als ik me aan zo'n onderzoek moest onderwerpen." .—
Tegenwoordig zijn er niet zoveel predikanten meer op artikel acht. Maar wanneer iemand inderdaad bijzondere gaven van de Heere heeft gekregen, hoe rijk mogen dm soms ook de vruchten zijn op zijn werk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 augustus 1969
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 augustus 1969
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's