Tussen Pasen en Hemelvaart

De Heere Jezus Christus is na Zijn opstanding nog veertig dagen op de aarde gebleven om Zijn discipelen tot oor- en ooggetuigen van Zijn opstanding te maken. Hij is verschenen aan Zijn discipelen en aan anderen op verschillende tijden en wijzen. Maar Hij kon hier op aarde niet blijven. In Handelingen 3 lezen we dat de hemel de Heere Jezus wel moest opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van de heilige profeten van oudsher. Dan zal alle ding en dan zal iedereen weer op zijn eigen plaats staan in het nieuwe Jeruzalem van God. En dat Jeruzalem is dan hier, op deze aarde waar het kruis van de Heere Jezus heeft gestaan, waar het graf is geopend, waar de kerk van God geloofd en gestreden heeft en door de kracht van de Heilige Geest ook overwonnen heeft. Dat moet krachtens Gods beloften komen. Dan zullen hemel en aarde verenigd zijn te samm, en dan zal de Heere ook wonen onder Zijn volk en dan zullen we eeuwig gelukkig zijn.

Misschien is het ook waar wat iemand geschreven heeft, dat de Heere Jezus niet alleen daarom op deze aarde is gebleven gedurende die veertig dagen, opdat zijn discipelen vast en zeker zouden weten dat Hij waarlijk opgestaan was om dat evangelie met de klem van de vaste overtuiging te kunnen prediken. Het is alsof de Heere Jezus gedurende die veertig dagen ook daarom Zijn voeten gezet heeft op deze aarde, opdat men weten zal dat ook de ganse schepping weer op zijn plaats zal gebracht worden en dat alles en iedereen de Heere zal loven. Ook dat heeft Hij verworven door Zijn bloed.

Wij geloven in het heilsfeit van Pasen en van de Hemelvaart. Zeker, we weten wel dat iemand als Bultmann beweert dat het verhaal van de opstanding en de hemelvaart van Christus niet meer is dan een mythe en dat het evangelie van alle mythen gezuiverd moet worden. En bisschop Robinson, de man van de kreet dat God dood is, zegt wel dat we eindelijk eens moeten ophouden met te spreken van een lichamelijk opgestane Christus en van een lichamelijke Jezus in een werkelijke hemel. En de Russen zeggen wel dat ze de ruimte doorkruist hebben en dat ze nergens de hemel en de troon van God gevonden hebben. Maar dat is allemaal wijsheid van de

mensen, die dwaasheid is bij God. We willen daarmee niet zeggen dat wij geen vragen hebben. Maar we willen wel zeggen dat we van de Bijbel afblijven. Het Woord Gods laten we staan en dat Woord predikt ons de opstanding en de hemelvaart van de Heere Jezus Christus als werkelijkheden. De discipelen hebben de opgestane Christus ontmoet en ze zijn ook ooggetuigen geweest van Zijn hemelvaart. Hij werd opgenomen terwijl zij het zagen.

Zeker, men noemt dit een geloof en een godsdienst van , , de oude tijd". Een spreker voor de radio zei dezer dagen dat er inderdaad nog mensen zijn die geloven in de Bijbel als Gods Woord en dat Woord letterlijk nemen. Dat is dat volk van de Veluwe, zo ging hij verder, en nog op enkele andere plaatsen in ons land, waar een mens van deze tijd bijna niet wonen en leven kan. Nu, met dat volk willen we ons gaarne één verklaren. We aanvaarden de boodschap van Gods Woord ook aangaande de veertig dagen tussen hemelvaart en Pinksteren en we zeggen tegen die jeugdige schrijver, die ons vroeg of we dat nu werkelijk nog geloofden dat de Heere Jezus echt uit het graf is opgestaan en „echt" aan de discipelen verschenen is en echt ten hemel is gevaren na gedurende veertig dagen zich aan verschillende mensen te hebben getoond: ja, dat geloven we echt. Het Woord Gods laten we staan. En van het Woord Gods moeten we ook afblijven. Want dat Woord is naar hetgeen Christus zelf gezegd heeft: de waar-

heid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen