Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troost en vrede.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troost en vrede.

12 minuten leestijd

Deze dingen heb lk tot u gesproken, bij u blijvende. Maar de Trooster, de Heilige Geest, dien de Vader zenden zal in Mijnen Naam, die zal u alles leren en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u, mijnen vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld [hem] geeft, geef Ik [hem] u. Uw hart worde niet ontroerd en zijt niet versaagd. Johannes 14 : 25—27.

De leer van Zijn leven

, , Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende."

De gehele leer van de Heere Jezus is eigenlijk samengevat in het veertiende hoofdstuk van het Johannesevangelie. Als Jezus dan zegt: „Deze dingen heb Ik tot u gesproken", dan ziet dat op al de lering, die Hij de discipelen gegeven heeft. De uitdrukking: „bij u.blijvende" slaat ook op de gehele tijd der drie jaren. Die lering is dan toch voor hen al de troost, waarmee zij het zullen móéten doen, maar ook al de troost, waarmee zij het zullen kunnen doen. Het is nogal geen- kleinigheid, wat Hij ze geleerd heeft. Het zal straks omvatten al de stof van de vier Evangeliën en het zal hun werk uitmaken in de Handelingen en ook de stof van hun brieven. Dat is dus heel het Nieuwe Testament: de leer des Heeren! Evenwel heeft Jezus ook voor Zijn discipelen de Schriften, dat zijn de toenmaals bekende Schriften, geopend. Zo is door Hem het hele O.T. opengelegd. „Quod in vetere latet, in novo patet." Dit woord van de kerkvader Augustinus is door Jezus gedaan: „Wat in het Oude Testament verborgen lag, is in het Nieuwe geopenbaard!" Zo is dan door Jezus bij Zijn afscheid al Zijn lering als vast en bondig voor de canon gegeven. „Hij heeft ons", om het met de Heidelbergse Catechismus te zeggen, „al den raad Gods tot onze verlossing volkómen geopenbaard."

Déze dingen heb Ik tot u gesproken. Bij u blijvende. Wat heeft de Heere Zijn tijd goed benut. Al Zijn tijd heeft Hij gebruikt met leren, behalve de tijd, die Hij doorbracht met bidden. Ook dat was een belangrijke bezigheid van de Christus, die Hij ook altijd deed om daarmee Zijn prediking te ondersteunen. Het preekwerk zal nooit anders dan door gebeden kunnen worden gedragen. De studeerkamer moet vooreerst bidvertrek zijn. Maar ook de preekruimte, de kerk, moet vooral een huis des gebeds zijn. Als toch de allerhoogste Profeet niet heeft gepredikt dan met smekingen en gebeden, hoeveel te meer zullen dan de discipelen en alle na hen volgende predikers, die maar gebrekkige en zondige mensen zijn, dit werk der verkondiging biddend en smekend moeten doen. Geen preek zonder voorafgegaan gebed, geen preek zonder nagevolgd gebed!

De Heere dan heeft de gehele tijd van Zijn verblijf met de discipelen gepredikt en Hij heeft blijvend gepredikt. In de synagogen, in de tempel, in het voorhof, op de straten, in de woningen bij Zacheüs, bij Mattheüs, bij Maria, langs de wegen, op de bergen, op het water, aan het strand, in een ziekenhuis, in de Paaszaal, aan het kruis. Altijd maar prediken. Hij geeft ook Zijn discipelen geen andere opdracht. De kerk heeft ook geen andere taak. Wat zijn er toch een preken over het Palestijnse land gegaan in die dagen, van deze Leraar uit duizend. Hij is bij Zijn leer, bij Zijn werk gebleven drie jaren lang.

Ik heb tot u gesproken, bij u blijvende. De Heere heeft zo'n persoonlijk gericht onderwijs gegeven en Hij heeft Zich zo getrouw aan Zijn leerlingen gehouden, hoe ook hun verstandelijke en geestelijke aanleg was, hoe ook hun karakter was, wat ook hun zonden en fouten waren: hun onachtzaamheid, hun vergeetachtigheid, hun hardleersheid, hun ongelovigheid en de hardheid huns harten. Hij is een grote, Hij is een trouwe Leraar geweest voor Zijn discipelen, waarlijk één uit duizend. En Zijn woorden falen niet. Zijn leer is onfeilbaar, de bijbel is onfeilbaar. Hij heeft bij Zijn heengaan geen van Zijn woorden herroepen, Hij heeft ze nog eens beaamd, Hij heeft ze nog eens onderstreept.

De troost na Zijn leven

„Maar de Trooster, de Heilige Geest, welke de Vader zenden zal in Mijn naam, die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles wat Ik u gezegd heb."

Het „maar" waarmee dit vers begint, brengt ons bij de beschouwing van onze tekst tegelijk op een bepaald spoor, namelijk dat van de leer van Christus, die door de Heilige Geest door de discipelen verstaan zal worden en ook de indachtigmaking door de Geest, waardoor zij te boek zullen kunnen stellen alles, wat de Heere geleerd en gesproken heeft. Dat is dan dus de inspiratie van het Nieuwe Testament, de inspiratie van de bijbel bij de discipelen door de Heilige Geest.

En als zodanig wordt de Heilige Geest hier door Christus de Trooster genoemd. Dat is inderdaad een grote troost, dat de Heilige Geest in de plaats van Christus, als Plaatsbekleder van Christus, als Stedehouder van Christus zal optreden. Christus werd eens doör de Vader gezonden als Stedehouder van de Vader op de aarde, nu zal de Heilige Geest komen als Stedehouder van Christus. Zo heeft Christus de Vader verklaard: „Niemand heeft ooit God gezien, maar de Zoon des Vaders, Die in de schoot des Vaders was, Die heeft Hem ons verklaard." Nu komt de Heilige Geest, van Welke gezegd wordt: „Niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn (dat is: dat Jezus de Heere is), dan door de Heilige Geest." Zo kan dus door de Heilige Geest iemand Christus leren kennen en Die zal zelfs alles uit Christus nemen om dat aan hem te verkondigen. Alles uit Christus, dat is alles wat Christus is, alles wat Hij deed en doet, alles wat Christus heeft en geeft.

Wat een troost, wat een onnoemelijke troost voor de discipelen zelf, maar ook voor hun prediking en ook voor de te boekstelling van de leer des Heeren. Ze behoeven niet bang te zijn, dat zij niet weten zullen wat en hoe zij prediken zullen. Zij behoeven niet bang te zijn, dat hun prediking niet zal overgedragen worden in de harten der mensen, in de harten van zon-

daren. Zij behoeven niet bang te zijn, dat zij dwalen zullen straks bij de te boekstelling van de leer des Heeren, bij het schrijven van de bijbel (waarvan zij zich waarschijnlijk niet eens bewust geweest zijn, dat zij dit deden) en dat dit hun schrijven door de Geest Gods niet voor de eeuwen en door de eeuwen bewaard zou blijven als het enig en eeuwig, als het onfeilbaar en dierbaar Woord Gods. De Heere doet doorgaans met kleine mensen groot werk. De Heere doet doorgaans met sterfelijke mensen eeuwigheidswerk. Als maar de Geest Gods in hen werkt.

Dit is die grote troost, dat Jezus' leer en woorden niet ter aarde zijn gevallen. Dit is de troost van de Trooster, dat al Zijn woorden als een zaad der wedergeboorte zullen zijn en dat zij vallen zullen in zondaarsharten, die door die woorden gewekt zullen worden tot een nieuw en hemels leven in het koninkrijk, dat uit de hemelen is. Calvijn zegt: „Als Christus voorts getuigt, dat het eigen werk des Geestes is de apostelen te leren, wat zij reeds uit zijn mond vernomen hadden, dan volgt daaruit, dat de uitwendige prediking ijdel en waardeloos zal zijn, als er de onderwijzing des Geestes niet bij komt.. God heeft dus tweeërlei manier om ons te onderwijzen. Want Hij laat het door de mond van mensen in onze oren klinken en inwendig spreekt Hij ons toe door Zijn Geest en Hij doet dit soms op hetzelfde ogenblik, soms op verschillende tijden, al naar het Hem behaagt."

Dat is de eerste les, die wij van deze Hervormer hebben ter harte te nemen: De Geest Gods moet het woord der prediking indragen in onzfe harten. Hij doet dat tijdens de prediking of daarna, soms zelfs heel lang daarna, als Hij indachtig maakt, wat eens gesproken werd. En dan kan het zijn, dat iemand zich verzet heeft tegen de prediking of tegen de prediker, dat hij die zelfs veracht of vervolgd heeft en dat de Heilige Geest later dat eens gesproken woord de overhand doet krijgen op zo'n mens.

Nu nog een tweede kostbare les van Calvijn. „De Heilige Geest zal geen nieuwe openbaringen scheppen. Met dit woord, met dit éne woord kan men weerleggen al de leugens, die satan onder de dekmantel des Geestes van het begin af tot heden toe in de kerk heeft gebracht. Mahamed en de paus gaan beiden van hetzelfde grondbeginsel in hun godsdienst uit, dat de volmaaktheid der leer niet in de Schrift gevonden wordt, maar dat door de Geest iets hogers geopenbaard is. Uit diezelfde poel hebben in onze tijd de Wederdopers en de Libertijnen hun dwaasheden geput. Maar elke geest, die buiten het evangelie om, enige leugen invoert, is een bedriegelijke geest en niet de Geest van Christus."

Daar hebt ge dus dit: de Geest maakte het Woord, het Woord van Christus en de Geest bindt Zich derhalve aan het Woord en geeft niets naast of boven het éénmaal door Christus gesprokene. Wat deze tijd dus zegt, dat er tijdgebon- H d d w h den dingen zijn in de Schrift, dat is dus behalve het ceremoniële, dat in Christus vervuld werd, een onaannemelijke zaak. Als dus tegen de uitdrukkelijke uitspraken van de bijbel, dat is van de Heilige Geest, bij voorbeeld de ambten der kerk voor vrouwen werden opengesteld, dan mag men dat beschouwen als een soort nieuwe openbaring, maar na de bijbel, naast de bijbel, boven de bijbel geeft de Heilige Geest geen openbaringen.

Nog één keer Calvijn: „Christus belooft een Geest, die de leer des Evangelies onderschrijven en bevestigen zal."

Nog één ding. „De Vader zal de Trooster, de Heilige Geest, zenden in Mijnen naam", zegt de Heere Jezus. De Geest komt van de Vader. Dat is een nieuwe bron van troost. Niet alleen de Zoon, maar ook de Vader zendt de Geest. Niet alleen de Zoon, maar ook de Vader staat achter de discipelen, achter de predikers, achter de prediking. Gij kunt daarin dus vinden vaderlijke barmhartigheid. En de Vader zendt de Trooster in Christus' Naam. De Vader is zo door de voorbede van Christus om de zending van de Geest bewogen, dat Hij in Zijn naam die Geest ook zendt aan Christus' Kerk.

Uw koninkrijk koom' toch, o Heer'; Ai, werp de troon des satans neer; Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof word' eens alom gehoord, En d' aarde met Uw vrees vervuld, Totdat G' uw rijk volmaken zult.

Want Uw is 't Koninkrijk, o Heer', Uw is de kracht, Uw is al d' eer. U, die ons helpen wilt en kunt, Die, in Uw Zoon, verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid.

De vrede door Zijn leven

„Vrede laat Ik u, Mijnen vrede geef Ik u, niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u."

Hier is het testament van Christus. Zijn iel gaf Hij aan Zijn Vader, Zijn lichaam an Jozef tot begrafenis. Zijn moeder aan ohannes ter verzorging, Zijn klederen an de krijgsknechten. Wat echter zal Hij ijn discipelen nalaten, die om Zijnentwil erlaten hadden hun schepen, hun akkers, un huizen? Zal Hij ze honderdvoud chepen, akkers en huizen vermaken met e vervolgingen? Zal Hij ze goud en ziler nalaten? Hij laat hun na dat wat eineloos meer is: Zijn vrede. Mijn vrede laat k u. Dat is Mijn erfdeel voor u. Dat zal ijn een bestendige vrede. Dat is een erfdeel, wat niemand u roven kan. Zij ontvalt u niet in dagen van droefheid, in pijn, in eenzaamheid, in stervensnood. Uw beminnaars kunnen die vrede niet vermeerderen, uw haters kunnen die vrede niet verminderen.

Dat is niet een vrede, zoals de wereld die geeft. De wereld zoekt en belooft een vrede onder de volkeren en tegelijk zoekt en predikt die wereld niet anders dan oorlog, opstand, razernij en een geweldige slavernij. De wereld is net als Rusland, zij predikt ontwapening bij haar tegenstanders en zij bewapent haar medestanders. Zij onderdrukt tehuis alle tegenstand en zij predikt bij anderen de opstand en de revolutie. Wat vrede geeft de wereld? Haar vrede begint in onwetendheid, bestaat in de zonde en zij eindigt in eeuwige smart. Wat vrede geeft de wereld? Haér vrede is een vrede mét de satan, met de zonde en met de wereld. Maar de goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

Mijn vrede geef Ik u, zegt Christus. Mijn vrede, dat is wezenlijk geluk en wezenlijke voorspoed. De vrede, die Christus geeft, is een vrede met God, die alle verstand te boven gaat. De vrede, die Hij geeft, is de vrede door het bloed des kruises, de vrede door verzoening, de vrede door voldoening. Zij bestaat niet slechts in een vredegroet. De Joden hadden de gewoonte elkander te groeten met een roep: Sjaloom, dat is vrede. Daar denkt doorgaans niemand bij. Het is zo maar een woord en passant. Jezus Zelf had de gewoonte bij het binnentreden ditzelfde woord te spreken: Sjaloom lakem. Vrede zij ulieden. Maar Hij zei dat altijd bij de ontmoeting, bij het binnentreden. Nu zegt Hij dit bij het vertrek. Dit is geen ijdel woord. Dit is een gift. Hij geeft de vrede.

U < — dat is de discipelen. U —- dat is de kerk. U — dat is de levende kerk. U — dat is de gelovigen. U •— dat is niet de wereld, dat is het bekeerde volk.

„Uw hart worde niet ontroerd en zijt niet versaagd." Weest niet ontroerd over Mijn heengaan. Weest niet ontroerd om uw verweesdheid. Weest niet ontroerd, o kerk, over uw weduwstaat. Ik ben met u door Mijn Geest. En weest niet versaagd. U wacht een grote en zware taak en verantwoordelijk werk: de bijbel-te-boekstelling, het bewaren van Mijn woorden, de prediking van Mijn Naam en leer. U wacht de tegenstand der wereld, de tegenstand des satans. Weest dan niet versaagd, gij kleine schaar, om voor Godes zaak te strijden. Sjaloom lakem. Vrede zij met u.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 1970

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Troost en vrede.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 1970

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's