Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de sacramenten

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij geloven, dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de Sacramenten, om ons Zijn beloften te verzegelen en om panden te zijn der goedwilligheid en genade Gods te onswaart, en ook om ons geloof te voeden en te onderhouden; dewelke Hij gevoegd heeft bij het Woord des Evangelies, om te beter aan onze uiterlijke zinnen voor te stellen, zowel hetgeen Hij ons te verstaan geeft door Zijn Woord, als hetgeen Hij inwendig doet in onze harten, bondig en vast melkende in ons de zaligheid, die Hij ons mededeelt. Want het zijn zichtbare waartekenen en zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door de kracht des H. Geestes. Zo zijn dan de tekenen niet ijdel noch ledig, om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid, zonder Wie zij niet met al zijn zouden. Voorts zijn wij tevreden met het getal der Sacramenten, die Christus onze Meester, ons heeft verordend, welke niet meer dan twee zijn; te weten het Sacrament des Doops en des Heiligen Avondmaals van Jezus Christus. Art. XXXIII N.G.B.

De sacramenten en het Woord

Een bijzonder schoon artikel ligt weer voor ons. De Geloofsbelijdenis der Nederlanden munt' uit door schoonheid. Overal spreekt het geloof, zelfs daar waar een zekere zakelijkheid, zelfs dorheid gevreesd kan worden. Het vorige artikel van de orde der kerk bleek levende geloofstaal der kerk te zijn en zette ons midden in het leven, het orde-leven der kerk. Hetzelfde geldt van het artikel, dat over de sacramenten handelt: geen sober constateren van het aantal en van de instelling der sacramenten, maar een gelovig zien op het nut der sacramenten en een aandringen tot het gelovig gebruiken van de sacramenten.

Het woord sacrament komt in de bijbel niet voor, het is van kerkelijke origine. De kerkvader Tertullianus, die in 190 te Carthago bekeerd werd, heeft het woord ingevoerd. Afgeleid van sacrare = heiligen en betekende een in de tempel gelegde geldschat, die door twee twistende partijen ingezet werd, zodat de winnende partij zijn ingelegde deel weerkreeg en de verliezende partij het zijne aan de tempel moest laten. Zo kreeg het de betekenis van tempelschat. Welnu, wij hebben in de sacramenten metterdaad te doen met kerkschatten, of met verbondsschatten. Daarvan zingt de kerk, dat die God vrezen Zijn verbond en woorden als hun schatten gadeslaan. 't Zijn wel niet de enige schatten der kerk, maar het zijn wel de grootste. Dan ook werd dit woord gebruikt voor hen, die onder een vrijwillige gelofte of krijgseed dienst namen bij een veldoverste. Ook dit past bij hen, die door de Doop ingelijfd werden en door het Avondmaal bevestigd werden in de militia Christi, in het leger van Koning Jezus. Dat over het ontstaan van het woord sacrament.

De belijdenis grijpt terstond de zaak aan in haar diepte: de sacramenten zijn niet handelingen van ons naar God, maar van God naar de mens. „Wij geloven, dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de sacramenten." Wat een taal! Wat een geloofstaal! Is dat nog de taal van ons kerkelijk gebruik? Spreekt de Gereformeerde gezindte zo nog haar geloofstaal? Onze goede God. Zo spraken ze in de dagen van brandstapel en schavot. Met wat een eerbied en met wat een liefde spraken deze mensen van de Insteller en de instelling van de sacramenten. Wij strijden over zulke dingen meer.

De goedheid Gods hun uitgangspunt. Acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid heeft óns de sacramenten verordend. Zij zijn een ordinantie, een instelling, een bevel van God. Voor ons. En wat 'n nederigheid: omdat wij zo grof zijn, dat wij 't met horen alleen niet aan kunnen en omdat wij zo zwak zijn, dat wij bij het gehoor des Woords alleen niet gaan kunnen. En God heeft met onze grofheid en zwakheid gerekend, niet in straffende tucht, maar in begrijpende en dragende liefde. Onze goede God!

„Hij heeft dit gedaan, om ons Zijn belofte te verzegelen, en om panden te zijn der goedwilligheid en genade Gods te onswaart, en ook om ons geloof te voeden en te onderhouden." Daar staan wat beloften in het Woord en zij zijn alle zo welgemeend en God belooft daarin zoveel, rakende dit leven en rakende het eeuwige leven. Hij belooft aan Zijn kerk niet minder dan het eeuwige leven, om Zijns Zoons wille. „Zo waarachtig als Ik leef", zegt Hij. Hij zweert bij Zichzelf. En nu hangt Hij aan al de beloften van de bijbel, aan heel de inhoud ook nog deze twee zegels. De beloften zijn een testament, een erflating voor de kerk. Zegels op een niet beschreven brief hebben geen zin. Maar een brief met inhoud onder zegels doet de waarde en de gewisheid van de toezegging, daarin gedaan, zien. De sacramenten verzegelen en verzekeren de beloften Gods. De bijbel spreekt veel van die verzegeling en van die zegels. Op niets kan men zo vast rekenen, dan op de beloften Gods!

De sacramenten zijn ook panden van Gods goedwilligheid en genade. Daarin hebt u het zeker bewijs, dat God het goede met ons wil, dat Hij Zijn genade voor ons wil. Te onswaart, zegt de belijdenis. De goedwilligheid Gods en de genade van God komt op ons aan. Daar zijn de sacramenten beide de panden van, als de ring en de staf van Juda voor Thamar. Panden. Die geeft God Zijn kerk in handen. Daar kunnen ze Hem aan houden. Panden. Goed onthouden. Goed bewaren. Goed gebruiken!

„God geeft de sacramenten ook, om ons geloof te voeden en te onderhouden; dewelke Hij gevoegd heeft bij het Woord des Evangelies, om te beter aan onze uiterlijke zinnen voor te stellen, zowel hetgeen Hij ons te verstaan geeft door Zijn Woord." Als de Heere de sacramenten bij het Woord gevoegd heeft, dan zijn zij dus van gelijke heiligheid. Hij maakt daardoor zichtbaar, wat in het Woord en zijn verkondiging hoorbaar is. De sacramenten kunnen dus bij de bediening des Woords niet gemist worden.

Gevoegd bij Gods Woord, en wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. De sacramenten voeden het geloof, onderhouden het, houden het in stand op een stille en wonderbaarlijke wijze en geven gestadig nieuwe kracht aan het geloof.

De sacramenten en de genade

„Hetgeen Hij inwendig in onze harten

doet, bondig en vast makende in ons de zaligheid, die Hij ons mededeelt. Want het zijn zichtbare waartekenen en zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door de kracht des Heiligen Geestes."

De Heere werkt dus door de sacramenten in, met het Woord, dat steunende, dat bevestigende, dat bezegelend. Maar Hij werkt ook door de sacramenten in onze harten. De sacramenten vertonen niet slechts wat, n.L de tekenen van water, van brood en wijn, zij vertonen niet slechts wat, n.1. de wassing door het water als de wassing door het bloed en de Geest van Christus en de breking van het brood en de vergieting van de wijn, als de breking van Christus' lichaam en de vergieting van Zijn bloed, maar de sacramenten werken ook dadelijk in de harten der gelovigen. Daar maken zij de zaligheid, die de Heere aan de gelovigen mededeelt, vast en bondig. Bij het Woord bevestigden zij de belofte en vormden zij de panden van Gods goedwilligheid en genade, maar in de harten maken zij de ontvangen genade vast en bondig. Daar bevestigen zij de genade, daar binden zij de genade, daar leggen zij de genade vast. Daar leggen zij zelfs de zaligheid vast. De beide sacramenten hebben dus niet alleen een belovend karakter, maar ook een verzekerend, een bevestigend karakter. Een belofte kan de genade bevestigen, de lering, de prediking kan de genade bevestigen, maar het is het eigen karakter der sacramenten om dit te doen. Niets bevestigt de genade en de zaligheid zozeer als de sacramenten. Wie daar wèl bij leeft door het geloof, wordt een welverzekerd christen. Die smaakt hier reeds veel zaligheid in dit leven!

Het zijn wel zichtbare waartekenen en zegelen, maar van een inwendige en onzienlijke zaak. Bij het ware geloof zit achter de tekenen hierbinnen de betekende zaak. Daar zit in dat hart, daar werkt in dat hart dat wassende, dat reinigende water van Jezus' bloed en Geest in het geval van het ontvangen van de Doop en het zien van de Doop. En daar zit in dat hart, daar werkt in dat hart de verzoenende kracht van Christus' verbroken lichaam en vergoten bloed in dat brood en die wijn. De elementen werken wezenlijk in de zielen van Gods gunstgenoten. Doen zij dat keer op keer, of alleen bij een gevoelig gebruiken of aanschouwen van de sacramenten? Dat doen zij, afgezien van een gevoelig gebruiken of aanschouwen, doorgaans niet minder dan gewone spijs en drank de lichamen voedt en laaft. Daar is veel meer stille werking der sacramenten dan opzienbarende. Zij betreffen hier namelijk een inwendige en onzienlijke zaak! De Heere werkt in ons door middel van de sacramenten door de kracht van Zijn Geest.

Achter de sacramenten zit de Geest, evenzeer als achter het Woord. En achter de sacramenten zit evenzeer de almachtige kracht van de Heilige Geest, als achter het Woord en achter zijn teboekstelling en achter de verkondiging daarvan.

Zo werkt in de gelovigen de almachtige kracht des Geestes, zowel bij de bediening van de Heilige Doop, als bij de bediening van het Heilig Avondmaal. In het Woord — in het sacrament — in de harten. Ziet daar Gods werk, het werk vart onze goede God.

Des HEEREN werken zijn zeer groot; Wie ooit daarin zijn lust genoot, Doorzoekt die ijv'rig en bestendig. Zijn doen is enkel majesteit, Aanbiddelijke heerlijkheid, En Zijn gerechtigheid onendig.

Hij heeft de kracht Zijns werks getoond Aan 't volk, waarbij Hij gunstrijk woont. Hij gaf te hunnen nut en voordeel Hun d' erve van het heidendom. Des Heeren werken zijn alom En altoos waarheid, recht en oordeel.

Hun kracht en hun getal

, , Zo zijn dan de tekenen niet ijdel en ledig, om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid, zonder wie zij niet met al zijn zouden. Voorts zijn wij tevreden met het getal der sacramenten, die Christus, onze Meester, ons heeft verordend, welke niet meer dan twee zijn; te weten het Sacrament des Doops en des Heiligen Avondmaals van Jezus Christus." De tekenen der sacramenten zijn niet ijdel en ledig, om ons te bedriegen. Het zijn tekenen van de reiniging en van de verzoening door Christus' bloed en Geest. Zij bevatten dus de kern van heel het Evangelie, de kern van heel het Woord. En waar het Woord een levend Woord is, daar heeft die kern betrekking op het geheel. Wie aan de Doop raakt, raakt heel het Woord en wie aan het Avondmaal raakt, die raakt ook heel het Woord. De sacramenten zijn dus niet ledige zaken, maar zeer vol. Zij ondersteunen het hele W^oord in al zijn delen. De sacramenten zijn niet ijdel, het zijn niet, het zijn nooit niets nuttige, onnodige, overbodige dingen. Wie de sacramenten wil afschaffen, of wie ze wil nalaten of veronachtzamen, is als iemand, die het hele Woord verwerpt, hij is als iemand, die heel Christus' offer verwerpt, hij is als iemand, die de genade verwerpt. Niet ijdel, niet ledig, neen! Wie zou durven zeggen, dat de sacramenten ons bedriegen? Zouden die het Woord en zijn beloften loochenen of ten onrechte op iemands hart binden? Of zouden die ook de zaligheid ten onrechte in onze harten vast en bondig maken? Neen, de sacramenten bedriegen onze arme harten niet. Geenszins!

Jezus Christus is hun waarheid. Zij getuigen van Hem en van niets dan van Hem. Heeft Christus niet geleden voor Zijn volk, is Christus niet gestorven voor Zijn volk, zo zijn inderdaad de sacramenten niets. Heeft Christus niet geleden en is Hij niet gestorven, dan zullen ook de sacramenten niets doen. Geen enkele waarde zouden zij hebben en hebben zij buiten Christus. Schoon en terecht zegt dan ook artikel XXXIII, dat Jezus Christus hun waarheid is. De beide sacramenten zijn vol van Hem, vol van Zijn bloed, vol van Zijn Geest.

Wij houden ons ten slotte tevreden met de twee, die de Heere heeft ingesteld. Twee waren er in het Oude Testament, bloedige sacramenten, dat van de besnijdenis, waarvoor in het Nieuwe Testament de Doop onbloedig in de plaats kwam; ook dat van het Pascha, waarvoor het onbloedige Avondmaal in de plaats kwam. Twee en niet meer. Vindt u het niet wonderlijk, dat de summiere dingen van het Christendom, dat eenvoudige Evangelie en die eenvoudige sacramenten, zoveel kracht hebben gedaan? Door hen ontstond de Christelijke kerk. Bij deze dingen leeft men en in dit alles is het leven mijns geestes. Zo zegt de kerk Hizkia na. Zo zegt de kerk aangaande deze dingen.

Het is niet best, als iemand het Woord veracht, als hij het Woord niet hoort, of het hoort en niet bewaart. Zijn zalig degenen, die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren, dan moeten wel rampzalig zijn degenen, die het niet bewaren, hetzij gehoord, hetzij niet gehoord.

Hoe zal het dan zijn, als iemand de sacramenten verwerpt, of als hij ze veracht of veronachtzaamt? Zij doen tegen de instelling van Christus. Dat zal niet gezegend zijn. Het kan zelfs zijn, dat zij, al bezitten zij genade, toch donkerheid over hun zielen halen, of ook, dat zij magerheid over hun zielen brengen.

In het houden van 's Heeren geboden ligt groot loon.

In het houden van des Heeren inzettingen zal zegen en gunst liggen. Voor de tijd en voor de eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 juli 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Van de sacramenten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 juli 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's