Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten over Galaten 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten over Galaten 4

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8)

Alles, wat we hebben opgesomd en wat nog maar een greep is uit de veelheid van goederen, is bestemd om aan de erfgenaam reeds nü te worden uitgekeerd. Hij mag er ook aanspraak op maken, aanroepende zijn liefhebbende Vader in Christus, want Deze heeft beloofd: Doe uw mond wijd open en Ik zal ze vervullen.

Er is echter nog een groter deel, dat nu nog bewaard wordt en eerst later wordt uitgekeerd. Het is de onverderfelijke, en onbevlekkelijke en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is (1 Petrus 1). Paulus ziet dit deel als de kroon, die voor hem is weggelegd: de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal (2. Tim. 4). Het is de erfenis van Sions eeuwige thuiskomst en van gemeenschap met haar God in eeuwige heerlijkheid. Sions Hoofd en Heere is reeds Thuis, in het Vaderhuis met de vele woningen, waarheen Hij is gegaan om voor Zijn bruidsgemeente plaats te bereiden. De erfgenamen, de leden van Zijn Lichaam, zullen allen tot Hem genomen worden.

Doch nog weer zien we de goederen van deze toekomstige erfenis, waarvan de heerlijkheid door geen oog gezien is en door geen oor gehoord en in geen mensenhart is opgeklommen, in tweeën uiteen vallen. Want zolang de wederkomst van Sions Zaligmaker in heerlijkheid op de wolken des hemels nog toeft, wordt het lichaam van de pelgrim na zijn verscheiden uit dit leven ter ruste gelegd in het graf. Voorzeker is het graf van Gods kind een slaapstede, welke gekocht is voor hem door zijn Zaligmaker en alzo geheiligd. Christus waakt over het stof van Zijn Kerk. Maar toch moet die de mens vernederende gang naar het graf worden gemaakt, waarin onze gedaante versleten wordt. Al is het dan ook waar, dat voor de pelgrim naar zijn geestelijke zijde aanstonds na het verscheiden in de ingang in de hemelse heerlijkheid de erfenis wordt ontsloten.

Doch er blijft nog iets te vervullen over. Want God heeft de mens met ziel en lichaam beide geschapen naar Zijn evenbeeld. Het laatste hoofdstuk van het Testament behelst dan ook de verheerlijking van het lichaam der erfgenamen. Als de bazuin zal klinken en de graven zullen geopend worden, dan zal ook dit laatste hoofdstuk worden uitgevoerd. Dan zal ook 't lichaam delen in de zegeningen der heerlijkmaking, en zal de volle mens blinken als de zon in het Koninkrijk zijns Gods. Wat hier gezaaid is in onere en verderfelijkheid, zal opgewekt worden in eer en heerlijkheid.

Tot op de laatste letter zal het eeuwig Testament Gods worden uitgevoerd, als de bruid des Lams in het nieuwe Jeruzalem zal nederdalen op de nieuwe aarde, die vol zal zijn van de kennis des Heeren, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken. Dan zal het lied des levens opklinken uit de verloste en herstelde wereld, heerlijker en rijker nog dan het klonk in de morgen der schepping. De ganse Kerk en alle erfgenamen persoonlijk zullen openlijk gerechtvaardigd zijn voor aller oog. Dan is de bruiloft des Lams gekomen. En zij zullen Zijn aangezicht zien. en Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. — Johannes heeft ze horen zingen: En zij zongen het gezang van Mozes, de dienstknecht Gods, en het gezang des Lams

Reeds vanouds is alles gelegateerd, ja, vanuit de stille eeuwigheid: Want gelijk als die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal. voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de Heere, alzo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. En het zal geschieden, dat van de ene nieuwe maan tot de andere, en van de ene sabbath tot de andere, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn aangezicht, zegt de Heere (Jes. 66 : 22, 23).

Wat een erfenis! — Wat een rijkdommen! — Wat hebben we er nog maar van verteld? ! En dat alles buiten enige oorzaak in de erfgenamen om. — Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen! — Het is de erfenis Góds dóór Christus (vrs. 7). Mogelijk moet vertaald worden: erfgenaam dóór God. Maar dat geeft aan de zin geen verandering. Het is de erfenis, bereid door God in Christus, toegepast door de Heilige Geest. Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons. Hij heeft door Zijn arbeid ook de Geest der levendmaking en heiligmaking verworven. Als voorbiddende Hogepriester maakt Hij Zijn offer en arbeid der verzoening vruchtbaar voor Zijn Kerk. En als Koning vergadert en bewaart Hij, en leidt Hij ook in de heerlijkheid. Het loon, dat Hij verwierf, wordt altijd uitgekeerd. Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Daarom zal ook alles verkregen worden, wat toegezegd is, ja, zal de erfgenaam de Drieënige God Zelf als dè erfenis mogen bezitten. Hij mag aanschouwen en onderzoeken de heerlijke Schat van een liefhebbende Vader in de hemel. Hij mag toenemen in de kennis van zijn verheerlijkte Verlosser en ook nader ingeleid worden in Diens ambten van Profeet-Priester-Koning. Wonder teer en rijk wordt deze kennis ingeleefd als ook de Geest als onderpand der verlossing in Zijn verzegelende inwoning in het hart wordt gekend. Dan is de cirkel om zo te zeggen gesloten. Het is vol. De eeuwige harmonieën in God ruisen na in ons hart. We staan niet meer in de wateren der genade, maar drijven erin. We gaan erin onder, maar verdrinken niet. Neen, we leven! Ja, nu léven we eerst. Dat is toch hèt leven: drijvende in de wateren der genade, met het oog in de gemeenschap van de Heilige Geest op het altaar der verzoening en op onze verhéérlijkte Hogepriester, inblikkend tot in het liefhebbend Vaderhart in een open hemel. Dit is bij inleving gemeenschap smaken met onze Drieënige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.

Als de eerste druiventros van Eskol reeds zo heerlijk is. wat zal dan de aankomst in het beloofde hemelse Kanaan zelf brengen? —

Wanneer zal ik ingaan en voor Gods aangezicht verschijnen? - — Kent U dat verlangen naar de eeuwige Thuiskomst? Het kan niet anders, of de erfgenaam zal uit hetgeen hij reeds hier te genieten krijgt ook weten van uitzien naar de uitkering ook van datgene .wat nu nog blijft weggesloten voor hem.

Of leeft U aan de hele erfenis nog voorbij? — Wiens deel van deze wereld is, zal met deze wereld vergaan. Neen, zegt U, ik kan er niet aan voorbij, maar ik kan vanwege de mist geen handbreed voor mij uit zien. O, het is me zo vaak benauwd.

Och, dat de Geest des Heeren u volkomen overrede, opdat u Gods recht toevalt en er onder valt. De schepter der genade wordt toegewezen aan de veroordeelde zondaar. En hieraan ligt verbonden de vertroosting dezer erfenis. Wie zijn leven zal verhezen om Gods wil, die zal het behouden.

Meer in het bijzonder moeten we thans nog bespreken het léven, waarop de erfgenaam door genade recht heeft, alsmede de vraag, hoe hij daarom leven zal tot eer van

We zullen het toch met elkander erover eens zijn, dat de Erflater, God in Christus, alleen dan waarlijk geëerd wordt, als de erfgenamen betonen het Testament voor ontwijfelbaar zeker te houden en daarom ook zoeken van de gelegateerde goederen te leven. Als iemand grote rijkdommen erft en hij loopt toch maar te klagen en te zuchten over zijn armoede, terwijl hij zo karig mogelijk leeft, is hij een vrek. Hij doet de erflater geen eer aan.

Hoe wil daarom God de erfgenamen van Zijn verbond zien? — Net als David, toen hij bewonderde in het geloof het verbond, dat God met hem had gesteld en daarom uitriep: Voorzeker is daarin al mijn heil en alle lust (2 Sam. 23 : 5).

Daarom werden de Galaten, voor zover ze tot het geloof in Christus gekomen waren, door de apostel ten opzichte van hun vervallen van het leven van de erfenis dan ook zeer streng bestraft. Hij heeft hen eerst erop gewezen, dat zij door het geloof in Christus tot vrije zonen waren gesteld. Zij waren gebracht tot de zoonstand. En zo hadden zij ook ontvangen het getuigenis van de Geest des Zoons. Die uitgezonden was in hun hart en riep Abba, Vader. Doch nu keerden zij weer terug tot de eerste beginselen als een gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. „Toen, als gij God niet kendet, " schrijft de apostel, „diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn. En nu, als gij God kent , ja, veelmeer van Hem gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij wederom van voren wilt dienen? Gij onderhoudt dagen, en maanden en tijden en jaren. Ik vrees voor u, dat ik wel-

licht te vergeefs aan u gearbeid heb" (vrs 8-11).

Inplaats van zich tot de Geest aller vertroosting te wenden als kinderen Gods, opdat Die het Testament voor hen zou open leggen en hen eruit zou leren leven in vrijheid, wenden zij zich af van de genade in Christus en vallen zij weer terug onder de wet om in allerlei werken der wet en wettische vroomheden des vleses het leven te zoeken. Zover is het zelfs gekomen, dat de apostel geen gestalte van Christus meer bij hen kan waarnemen. Hij klaagt immers:

„Mijne kinderkens! die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge" (vrs. 19).

In deze levensgang van Gods kinderen wordt het Testament verachtelijk gemaakt en den God van het Testament oneer aangedaan, ja, Zijn Naam te schande gemaakt. Want daarin is immers Gods vermaak, dat Zijn kinderen werkelijk léven uit het Testament en van de gelegateerde goederen. Daarop richt zich ook Zijn verlossende arbeid. Want Hij zegt: Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen (Jes. 43 : 21). In overeenstemming is daarmee hetgeen Petrus schrijft aan de verstrooide vreemdelingen: Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petr.

2:9).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 maart 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Gedachten over Galaten 4

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 maart 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's