Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kwart-eeuw Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kwart-eeuw Israël

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 14 mei was het vijfentwintig jaar geleden dat de staat Israël werd uitgeroepen. Het is geen wonder dat we als christenen met grote belangstelling en met veel medeleven de wording en de worsteling van de staat Israël gedurende die kwart-eeuw hebben gadegeslagen en dat onze sympathie uitgaat naar deze jonge staat. We zien immers in Israël nog steeds datzelfde volk dat uit Abraham is gesproten en waaruit naar de belofte Gods de Christus is geboren. Het Joodse volk is na de geboorte en het lijden en sterven van Christus door veel verdrukkingen geleid, het heeft over de ganse aardbodem rondgezworven, het is vervolgd en benauwd van alle zijden, in de laatste wereldoorlog heeft het bijzonder moeten lijden en zijn er millioenen gedood en omgebracht. Maar dat volk is toch blijven bestaan en het heeft tenslotte weer een eigen thuis gevonden in Palestina, waar het ook voor Christus' komst op aarde zoveel eeuwen heeft gewoond. Uit de Schrift weten we dat de Heere God dit land aan Israël tot een erfelijke bezitting heeft gegeven.

Maar ook in de kwart-eeuw van zijn bestaan als staat heeft Israël het niet gemakkelijk gehad. Want in de eeuwen van omzwervingen van de Joden hebben de Arabieren zich in Palestina gevestigd. Ook zij hebben er honderden jaren geleefd en gewoond en gewerkt. Voor hen was het een thuis en een vaderland geworden. Daarom waren er voor het uitroepen van de staat Israël reeds verschillende schermutselingen geweest tussen de Joden en de Arabieren. Maar nu kwam er openlijk oorlog tussen Israël en de Arabische buurlanden. Op 7 januari werd een wapenstilstand gesloten die aan Israël veel gunstiger grenzen gaf dan oorspronkelijk door de Verenigde Naties was aanvaard bij een resolutie en in de vergadering van 29 november 1947 was aangenomen. In de zesdaagse oorlog van juni 1967 nam Israël heel het vroegere Palestina in bezit, ook het oude deel van de stad Jeruzalem, en nog verschillende delen van Egypte en Syrië. Vooral ook daardoor leeft Israël nog steeds op gespannen voet met zijn buren. Maar tot nu toe is Israël toch de sterkste gebleken. En veel christenen zien daarin de hand des Heeren die over Israël beschermend zou zijn uitgebreid.

Nu spreek de Heere van een terugkeer van Israël naar Palestina, naar de mening van velen, in Zijn Woord. En daarom meent men dat in de staat Israël de oude profetiën hun vervulling hebben gevonden en dat God Zijn volk nog steeds niet .heeft losgelaten en dat de beloften van de Bijbel het Israël van nu gelden. Zo ongenuanceerd zouden we toch niet graag willen

spreken. Met grote belangstelling hebben we weliswaar de geschiedenis van Israël op de voet gevolgd in de laatste vijfentwintig jaar, maar de vurige wens dat er in Israël een grote verandering zou plaats vinden en de bekering tot de levende God openbaar zou komen, is nog niet in vervulling gegaan. Naar onze mening is er wel veel ongeloof onder Israël te constateren, terwijl maar weinigen de weg tot Christus hebben gevonden, de enige Naam die onder de hemel tot zaligheid is gegeven. Weliswaar heeft de kleine groep orthodoxe Joden nog wel een grote invloed op het openbare leven in Israël, vooral ook ten aanzien van het houden van de sabbath, maar aan de andere kant is er ook veel atheïsme onder de Joden.

Dat er een grote strijdvraag leeft tussen de Arabieren en de Joden is begrijpelijk. De Palestijnen immers leven veelal in vluchtelingenkampen. Ze hebben geen eigen thuis meer nu de Joden hun eigen nationale tehuis in Palestina hebben gevonden. En daarom kunnen we de beide standpunten verstaan. Aan de éne kant meent Israël dat Palestina het onvervreemdbaar recht is van de Joden die er reeds vele eeuwen voor Christus woonden en die alleen door de overwinning van de Romeinen hun eigen thuis hebben verloren. Aan de andere kant voelen de Palestijnen zich van huis en haard verdreven door de komst van de Joden. Ook zij menen een onvervreemdbaar recht op Palestina te hebben. Daarom is het haast een onoplosbaar probleem en daarom is de vrede ook nog ver weg in het Midden-Oosten.

Wat ons echter het meeste benauwt is nog steeds de verwerping van de Christus der Schriften. De Joden menen in overgrote meerderheid de Heere Jezus te kunnen blijven verwerpen. En ook onder degenen die zich christen noemen komen we er verschillenden tegen die van mening zijn dat we , , in gesprek met Israël'' moeten blijven en dat Jodendom en Christendom eigenlijk twee gelijkwaardige partners zijn in dit gesprek daar ze immers beide , , de God van het Oude Testament" belijden. Maar voor ons is er geen verschil tussen de God van het Oude en Die van het nieuwe Testament. Het is immers zonder meer duidelijk dat de Heere God Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard in Christus Jezus. Joden en christenen hebben beide dezelfde Zaligmaker en Verlosser nodig, de Borg en Middelaar, Die Zijn leven gaf aan het vloekhout des kruises, maar Die ook is opgestaan en Die leeft in alle eeuwigheid. Die enige Naam zal dan ook aan Israël verkondigd moeten worden. Dat heeft Paulus gedaan toen hij van stad tot stad trekkende, de boodschap van het evangelie verkondigd heeft, allereerst in de synagoge.

Wanneer Joden en Arabieren tot bekering zouden komen, dan zou daarmee de basis voor de vrede gelegd zijn. In deze zin zou er een eenheid in Christus ontstaan, die gemakkelijker de vragen rondom de verdeling van Palestina tot een oplossing zou kunnen brengen. Maar het is te bezien of er voor Christus wel een plaats zal komen. De Arabieren belijden de Islam en voor hen blijft nog steeds Mohammed de profeet. En Israël komt niet verder dan het Oude Testament en blijft tot nu toe de Christus der Schriften verwerpen. We mogen de ogen niet sluiten voor deze werkelijkheid. Maar daarom zal het de taak en de roeping van de kerk blijven om die Christus te verkondigen, die gekruisigde en opgestane en verhoogde Christus, Die Zijn volk en kerk regeert door Zijn Woord en Geest en Die eenmaal komen zal om te oordelen de levenden en de doden en om Zijn Koninkrijk in eeuwigheid op te richten. Dan zal er een eeuwige vrede zijn op de nieuwe aarde. En Christus zal alles zijn en in allen. En in de weg van wedergeboorte en bekering zullen we, uit welk volk we ook stammen, uit de Joden, uit de Arabieren, uit de westerse of de oosterse volkeren, deel krijgen aan die

Christus en aan Zijn Koninkrijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Een kwart-eeuw Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's