Martelaarsboek
Verschillende eeuwen heeft het , , Martelaarsboek" een ereplaats ingenomen in de reformatorische gezinnen van ons land. In onze eeuw heeft het minder waardering gevonden. De oorzaak daarvan zullen we wel moeten zoeken in de vervlakking en de uitholling van het kerkelijk en godsdienstig leven, waarbij ook de zogenaamde oecumene een grote rol speelt. Het oecumenisch streven is niet gediend door martelaarsboeken en nog minder door christenen die geen duimbreed willen wijken van de grondslag van Schrift en belijdenis. Daarom is het verheugend dat het oude boek over de geschiedenis van de martelaren weer opnieuw is uitgegeven.*) De volledige titel van dit boek luidt: „Historie der martelaren, die om de getuigenis der evangelische waarheid hun bloed gestort hebben, van Christus onzen Zaligmaker af tot het jaar 1655, niet alleen in de Nederlanden, maar ook in Frankrijk. Engeland, Schotland, Spanje, Italië, Duitsland, Amerika en andere landen, benevens vele van hun brieven en belijdenissen, de moord te Parijs en in Valtellina, de ongehoorde wreedheid in Ierland, de verschrikkelijke moord op de Waldenzen in Piëmont, en andere vervolgingen der gelovigen. Voorafgegaan door de vermaning van Adrianus Haemstedius. Onveranderd naar de editie van 1671 en opnieuw nauwkeurig nagezien door J. H. Landwehr. Versierd met meer dan 130 platen naar de oorspronkelijke kopergravuren."
In de vorige eeuw verscheen een uitgave van het grote Martelaarsboek o.a. in 1868. Twee bekende predikanten uit die dagen, Ds. D. Molenaar en Ds. }. W. Felix, schreven er een voorwoord bij. Enkele citaten daaruit laten we volgen:
„Wij verwonderen ons niet, dat het Martelaarsboek vroeger een der beste boeken van oud-Nederland genaamd werd. De verschillende uitgaven zijn gedrukt als onder den adem der Synode van Dor-
drecht, geheel doortrokken van het geloofsleven dier dagen, en nagenoeg gelijktijdig met den Statenbijbel. Evenwel is het vaderland van het Martelarenboek eigenlijk Vlaanderen, en wel Gehd, en de stad van Petrus Dathenus, Rijhove en Hembijze, de stad van zovele Zeloten, maar ook van zovele oprechte kinderen Gods; de stad die tien jaar lang hervormd is geweest, en waar men over het martelaarschap kon spreken en schrijven uit het zien der ogen en uit de tranen die nog niet waren opgedroogd. Dat geeft aan vele verhalen eene eigenaardige frischheid en levendigheid, en doet begrijpen waarom vooral Rome wordt op den voorgrond gesteld, als de hoer die dronken is geworden van het bloed der heiligen." En verder lezen we: „Zelfs gelooven wij dat een nieuwe uitgave van het Martelaarsboek juist geschikt is voor de behoefte van deze en misschien van de aanstaande dagen. Of zouden de uitnemendste gelovigen in Duitschland en Engeland zich zoo vergissen, wanneer zij telkens luider ons toeroepen dat de teekenen der tijden spreken van verdrukkingen die aanstaande zijn? Is er in deze dagen van rekkelijkheid en van grenzenlooze verdraagzaamheid voor alles, behalve voor de getrouwe kruisprediking, niet juist plaats voor het Schriftwoord: indien zij zullen roepen: vrede, vrede en geen gevaar, alsdan zal een haastig verderf hun overkomen? Is het, met de ervaring achter ons, en met de geschiede-' nis voor ons, bijna wel mogelijk op kerkherstel of zelfs vereeniging van hen, die Jezus als hun God en Zaligmaker liefhebben, te hopen, anders dan langs een weg van lijden, misschien van bloedige getuigenis? "
Dit schreven de beide predikanten in 1868. Het is nu honderd jaar verder in de tijd. En nog geldt wat zij toen geschreven hebben. De kerk zal door verdrukking en lijden bij elkaar kunnen komen. Maar nooit zullen we een valse eenheid kunnen bevorderen.
Bij een uitgave van 1881 van het Martelaarsboek schreef Dr. A. Kuyper een „drievoudige waarschuwing". Daaruit nemen we ook enkele passages over:
„De martelaren zijn een „wolke der getuigen rondom ons liggende". Niets meer, niets minder. In hun eigen personen waren ze zoo min iets, als wij iets zijn. Hun hart stond er even zoo aan toe als ons hart. En ook zij hebben met hun ongeloovige overleggingen, met de aanvallen van de zonde, met het inwonend verderf, ja met wereld, dood en duivel, evenzoo te worstelen gehad als wij. Het eenig verschil tusschen hen en ons is, dat ze leefden in andere tijden; dat hun geloof bezielder was; en dat het Gode beliefd heeft hun bloed dierbaar te stellen. Ze leefden in tijden, toen het der ziele bange wierd, zoo woedden de tyrannische heerschers en dorstten de Belialskinderen naar het bloed van Gods lieve volk. Dat vuurde hun geloof aan, spande hun ziel met wonderlijke veerkracht en deed hen, zwak als ze in zichzelf waren, toch staan als helden Gods. Altijd weer de slinger des geloofs tegenover den weversboom der Goliathen! Maar deswege moet ge nu niet denken, dat deze godzalige lieden niet geschrikt zijn en niet gebeefd en gesidderd hebben, als de hellebaardiers ze kwamen vangen. Och dan waren ook zij geknakte rietjes, bevende voor de wervelwind die hen opnam. Maar in die bijzondere oogenblikken heeft God de Heere hun dan een buitengemeene wondere genade ingestort, dat ze zelf niet wisten hoe, maar dat ze tot het verschrikkelijkste zich bekrachtigd gevoelden. Een Martelaarsboek is dus de wondere tentoonstelling, niet van wat de vromen vermochten, maar van wat God de Heere in vrome lieden volbrengen kan, in weerwil van hun zeer onvrome ongeloovigheid. Een goed gereformeerde zoekt nooit de glorie van het schepsel, zelfs niet op den brandstapel, maar houdt ook bij het knetteren van den mutsaart aan die diepste aller diepe gedachten vast: Den eenig Volzalige alleen de eere!"
Het Martelaarsboek getuigt van het bloed van de Heere Jezus Christus, waarin de martelaren verzoening en vergeving hebben gevonden. Voor die Borg en Middelaar hebben ze zelfs hun leven over gehad, omdat ze wisten dat de vijanden wel het lichaam kunnen doden, maar dat de Heere een Redder en Verlosser is uit de grootste nood en de diepste dood. We komen diep onder de indruk van de genade Gods aan mensen bewezen wanneer we deze geschiedenis van de martelaren lezen. Wij vragen ons wel eens af of we in dagen van vervolging en verdrukking ook zo trouw zullen zijn als de martelaren geweest zijn? Die trouw hebben ze echter niet van zichzelf gehad. Net zo min als de gevangenen in de communistische landen die trouw van zichzelf hebben, wanneer ze om hun geloof vervolgd en verdrukt
worden. Het is van de Heere en van Hem alleen. Hij geeft Zijn kinderen genade om te lijden en zo het nodig is ook te sterven voor Zijn Naam. Daarbij is het bloed der martelaren het zaad der kerk. Hoezeer de roomse machthebbers in ons land ook gewoed hebben om de kerk van God uit te roeien, steeds meerderen kwamen tot het geloof dat alleen de Heere Jezus Christus ons redden en verlossen kan en dat alleen Zijn bloed ons reinigt van alle zonde. De Heere Jezus zal Zijn ware kerk zeker ook nu nog weer nabij zijn in vervolgingen en verdrukkingen die zeker zullen komen. Want Hij heeft niet gezegd dat Zijn kinderen vrij zullen zijn van die vervolgingen. Maar Hij heeft wel gezegd dat Hij Zijn verdrukte volk zal sterken in die dagen. En dat blijkt ook duidelijk uit deze historie der martelaren, die ons getekend worden als een wolk der getuigen, waarvan de apostel schrijft: „Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is, ziende op de overste Leidsman en
Voleinder des geloofs...
*) Historie der martelaren. Uitgave van Den Hertogs Uitgeverij, Lange Nieuwstraat 52A te Utrecht. Prijs geb. ƒ 95, — (voor 31 juli besteld ƒ 85, —).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 1973
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 1973
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's