Honger naar Gods Woord
'Maar weet u wat ik het meeste heb gemist op mijn zwerftochten door bijna alle landen van de wereld? De prediking van het Woord Gods. Wanneer ik in een bepaald land was vroeg ik eerst of ik ergens naar de kerk kon om Gods Woord te horen. En dan was ik al blij met een eenvoudige kerkdienst, al waren er ook dingen bij die ik vanuit mijn eigen gereformeerde belijdenis moest afwijzen.
Ik was al dankbaar als de Heere Jezus verkondigd werd als de enige Naam onder de hemel tot zaligheid gegeven. Want er zijn veel zondagen geweest waarop in de wijde omtrek van mijn verblijfplaats geen enkele kerkdienst werd gehouden. En hoewel ik mijn Bijbel altijd bij me had en daarin dan verschillende gedeelten las, miste ik toch de levende verkondiging van 't Woord.
En nu ik weer voorgoed in Nederland ben heb ik een gemeente uitgezocht als woonplaats waar ik de prediking van Gods Woord kan horen, waar in de prediking de drie stukken doorklinken van de Catechismus — dat leerboek heeft me tijdens mijn zwerftochten over de aarde menigmaal getroost — waar de ellende van de mens getekend wordt, waar de weg naar het Lam Gods gewezen wordt en waar de vraag gesteld werd en de weg gewezen werd tot een dankbaar leven voor Gods aangezicht. Ik heb wel naar een mooi huis gekeken, maar dan in een gemeente waar ik naar de kerk kon gaan, want ik heb een honger naar Gods Woord...'
Ik heb een honger naar Gods Woord!
Dat woord bleef bij ons haken. Want moeten we niet opmerken dat er in onze tijd honger is naar alles en nog wat behalve naar het Woord Gods? Of is dat toch eigenlijk niet waar? En leeft er toch bij velen nog een honger naar het evangelie van de Heere Jezus Christus, naar die enige troost in leven en in sterven, zonder dat menigmaal 'het levende brood uit de hemel' op tafel komt, verkondigd wordt?
Dat deed ons denken aan het woord van Petrus aan de christenen in de verstrooiing, die her en der verspreid waren door vervolgingen en verdrukkingen en die zich als vreemdelingen voelden onder de volkeren en in de landen waar ze woonden: En als nieuwgeboren kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat ge door dezelve moogt opwassen...' (1 Petrus 2:2).
Eigenlijk zijn alle christenen vreemdelingen. We hebben hier ons vaderland niet. We voelen ons in de grond van de zaak hier op de duur ook niet thuis. We hebben in ons hart een verlangen naar het nieuwe paradijs, hoezeer we naar de oude mens nog aan deze aarde gebonden kunnen zijn. Maar daarom spoort de apostel ons ook aan om toch alle verkeerdheid uit ons leven weg te doen, alle kwaad dat ook nog onder christenen en in de christelijke gemeente gevonden kan worden, alle geveinsdheid, alle bedrog en misleiding, alle afgunst, alle kwaadsprekerij en alle valsheid om in oprechte liefde met elkaar om te gaan. Die oude mens moet sterven en dat nieuwe leven dat God gewerkt heeft door Zijn Heilige Geest moet opwassen. En daarom moeten we honger hebben en zeer begerig zijn naar de redelijke en onvervalste melk van Gods Woord.
Vroeger hoorde men de oude vromen wel eens zeggen dat de Heere zijn kinderen voedt met honger. Een eigenaardige uitdrukking, die toch een diepe waarheid aangeeft. Petrus spreekt hier van 'nieuwgeboren kinderkens'. Dat is het wonder dat allereerst gebeuren moet. We zijn gevallen mensen, gevallen in de zonde en daarom doodgevallen. Daarom staat er ook in de Schrift dat we levend gemaakt moeten worden, opnieuw geboren moeten worden.
Zonder dat wonder van de wedergeboorte kunnen we het koninkrijk Gods niet binnengaan. En dat wonder werkt de Heilige Geest. Hij maakt ons van dood levend. Hij leert ons vragen naar vergeving en verzoening met God. Hij drijft ons uit naar de Heere Jezus Christus, het Lam Gods, Wiens bloed ons reinigt van alle zonde. Hij werkt het geloof in onze harten en Hij doet ons vragen: Leer mij naar Uw wil te handelen... En wanneer die honger niet gevonden wordt in het midden van een gemeente, in ons eigen hart, dan is het grondig mis. Waar leven is daar is honger. Ja, de Heere voedt Zijn kinderen met honger.
En waar heeft men dan honger naar? Wel, naar 'de redelijke en onvervalste melk'. Van melk moet een pasgeboren kind groeien, door die redelijke en onvervalste melk moet ook een nieuwgeboren kind Gods opwassen.
Dat woord 'redelijk' doet hier misschien wat vreemd aan. 'Redelijke melk'... wat is dat? Dat is Gods Woord, het geestelijk voedsel voor nieuwgeboren kinderen. Zoals een klein kind hongert naar de moedermelk, zo moet Gods kind hunkeren naar de verkondiging van het evangelie van de Heere Jezus Christus, Die is gekomen om zondaren te zoeken en zalig te maken. Maar we moeten wel hongeren naar de 'onvervalste melk'. Er mag geen water bij de melk gedaan worden. In onze tijd verkondigt men zo menigmaal menselijke gedachten in plaats van Gods Woord. Daar kunnen Gods kinderen niet bij leven en ook niet van opwassen. *
Er moet echter wel honger zijn. Vroeger liepen Gods kinderen soms uren om de rechte verkondiging van Gods Woord te kunnen horen, om van die redelijke en onvervalste melk te kunnen drinken. Als er geen honger is kwijnt het leven, ook het geestelijk leven. Als men het kostelijk voedsel niet eten wil krijgt de dood een kans en sterft een gemeente af. Het eenvoudige evangelie van Gods genade, van vergeving, van verzoening, van reiniging door het bloed van de Heere Jezus Christus, het eenvoudige evangelie dat God zondaars aanneemt, verloren zonen die tot Hem terugkeren, daar kan een mens bij leven.
En zeker, nu moet de Heilige Geest het voedsel in onze harten Brengen. En waar het onvervalste evangelie verkondigd wordt, waar die onvervalste melk aangeboden wordt, daar opent de Heilige Geest ook onze harten en daar doet Hij ons eten. Als we maar honger hebben! De Heilige Geest neemt het alles uit Christus om het ons te schenken.
Er zijn mensen die alleen maar naar de kerk gaan om een preek te horen, die alleen maar prettig beziggehouden willen worden. Maar het Woord Gods kan ons alleen doen opwassen als we het opeten. Het klinkt misschien wat eigenaardig, maar het is toch waar dat we het Woord moeten eten, dat we de redelijke en onvervalste melk moeten drinken. Dan worden we verzadigd met Gods heil, dan zal Gods vertroosting onze ziel verkwikken. Waar de Heere God zijn kinderen wil voeden, daar geeft Hij eerst honger... En daar komt ook de uitnodiging tot ons: 'O alle gij dorstigen, komt tot de wateren en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is...? ' Komt daarom met uw honger en eet van Gods brood. Dan zullen we opwassen en verzadigd worden!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 augustus 1974
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 augustus 1974
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's