Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kohlbrugge over de wederkomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kohlbrugge over de wederkomst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

dl

Inleiding.

Op verzoek van de redaktie van dit blad zouden wij in een serie artikelen willen stilstaan bij de prediking van Hermann Friedrich Kohlbrugge, en met name bij die momenten in zijn prediking waar het licht valt over „de laatste dingen", over al hetgeen verband houdt met en gerangschikt staat rond de wederkomst van Christus.

Terugziende — mag dit in het jaar, waarin de sterfdag van de prediker van Elberfeld honderd jaar achter ons ligt, een herinnering zijn aan de schat, die God in dit aarden vat heeft gelegd. Maar al terugziende worden we door zijn getuigenis gesteld in het heden en voor de grote toekomst, die aanstaande is. Het is onze overtuiging, dat Kohlbrugge een door God aan de Kerk geschonken profetisch getuige is geweest, waarbij de kracht van zijn getuigenis nü, in de tweede helft van de twintigste eeuw met recht mag dóórbreken.

Te verdedigen valt het inzicht dat heel Kohlbrugge's prediking eschatologisch van struktuur is, dat wil zeggen: doortrokken van en gericht op de laatste dingen, die in de opstanding van Christus uit de doden aan het licht zijn gekomen voor het aangezicht van Zijn eeuwige Vader, en die in Zijn wederkomst tot volle doorbraak zullen komen in de schepping van een nieuwe he-

mei en een nieuwe aarde. „Eschatologisch" wil dan zeggen: ten diepste is er voor deze oude wereld, en de oude mens daarop geen plaats meer overgebleven onder de zon. De vraag van Noordmans aan Kohlbrugge, waar nu de nieuwe mens in deze bedeling blijft, nu zijn plaats, die hij niet mocht verlaten, in Christus is opgeheven, blijft één van de kernvragen ten aanzien van de prediking van Kohlbrugge.

Om nu tot het beantwoorden van deze vraag enige, wellicht gestaag aanhoudende, onkunde weg te nemen, willen we vanuit de prediking van Kohlbrugge momenten bijeenzoeken, die met zoveel woorden handelen over de wederkomst, en wat daarmee in de ruimste zin verband houdt.

Daarbij is de moeilijkheid, die zich voordoet deze: hoe vanuit de verspreide preken van Kohlbrugge tot een samenhangend overzicht te komen, zonder dat hem als prediker een schema wordt opgedrongen, dat hem wezensvreemd is. Om dit gevaar zoveel mogelijk te ontgaan, willen we in onze bespreking:

1. De volgorde van bespreking van de verschillende momenten ontlenen aan het werk van Kohlbrugge's schoonzoon en geestverwant: de „Dogmatik' van Eduard Böhl.

2. Kohlbrugge zelf zoveel mogelijk aan het woord laten, zodat allereerst de nadruk op het ontvangen van rechtstreekse informatie ligt. Dit achten wij dan ook de belangrijkste bedoeling van deze artikelen: informatie betreffende een, op dit punt, wellicht meer onbekende Kohlbrugge.

Aan het slot kunnen we dan proberen enkele lijnen door te trekken naar het heden.

De vier hoofdmomenten in de prediking van Kohlbrugge aangaande de wederkomst van Christus zijn de volgende:

I. De wederkomst van Christus. II. De opstanding der doden. III. Het wereldgericht. IV. Het eeuwige leven.

I. DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS

Sinds de hemelvaart van Christus wachten de zijnen op de wederkomst van hun Heere uit de hemel op dezelfde wijze, zoals eerder patriarchen en profeten hebben gewacht op de eerste komst van de Verlosser. Op dezelfde wijze: het is een centraal thema in de prediking van Kohlbrugge aangaande de wederkomst dat de tweede komst in de eerste komst is afgebeeld. Hoe wij ons dit hebben voor te stellen willen wij nu na gaan aan de hand van hetgeen Kohlbrugge noemt de „gedurige wederkomst".

a. De qedurige wederkomst

Gezien verschillende uitspraken van de Schrift is het niet verwonderlijk dat de apostelen de wederkomst van Christus nog tijdens hun leven hebben verwacht.

„...want voorwaar zeg Ik u: ij zult uw teis door de steden van Israël niet geëindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn" (Matth. 10 : 23).

„Voorwaar, Ik zeg u: it geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn" (Matth. 24 : 34).

„... dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn" (1 Thess. 4 : 15).

„Jezus zeide tot hem: ndien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? ... (Joh. 21 : 22).

Naar aanleiding van deze laatste tekst gaat Kohlbrugge in op de vraag wanneer deze uitspraken van Christus aangaande Zijn wederkomst tot vervulling gekomen zijn. „Met dit „totdat Ik kome" bedoelt de Heere datzelfde „komen", waarvan Hij ook voor Kajafas en het Sanhedrin getuigenis had afgelegd...", het is het komen van Christus ten gerichte over Jeruzalem. Wanneer Jeruzalem wordt verwoest is dit een „komen" van Christus ten oordeel, een voorspel van het grote komen en uiteindelijke gericht.

Hier raken we aan een eigenaardige uitleg, die Kohlbrugge geeft van de wederkomst, namelijk: at Christus meermalen komt, telkens komt, wanneer oordelen over deze wereld gaan. Dan zijn er telkens beelden, tekenen, die heenwijzen naar de grote, definitieve dag van het oordeel. Zo horen we in een preek over Matth. 25 : 14 — 30: Het wederkomen des Heeren geschiedde op de dag, toen Jeruzalem verwoest werd, en heeft voorts gedurig plaats in allerlei gerichten, die er over de aardbodem komen, ook op de sterfdag van een iegelijk onzer, en ten laatste wordt die wederkomst volkomen openbaar op de dag van het laatste oordeel."

Op grond van deze uitspraak zouden we kunnen zeggen, dat Kohlbrugge verschillende trappen in de wederkomst onderscheidt. Het wederkomen van Christus in verschillende oordelen, in het sterfuur, in de verwoesting van Jeruzalem doet ons daarom spreken van een „gedurige wederkomst" bij Kohlbrugge.

Deze wijze van spreken over de wederkomst wordt ons meer duidelijk, wanneer we horen hoe Kohlbrugge op eenzelfde wijze spreekt over de eerste komst van Christus in het vlees. Ook toen gingen aan de uiteindelijke komst van Christus op aarde, in de volheid van de tijd, in de vleeswording van het Woord, verschillende „komsten" van Christus vooraf.

Wat hiermee bedoeld wordt, komt helder voor ons te staan in de uitleg, die Kohlbrugge geeft van een tekst als Hebr. 1 : 6: En als Hij wederom de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: n dat alle engelen Gods Hem aanbidden." „De apostel wilde zeggen, dat de Eerstgeborene van de Vader menigmaal door God in de wereld was ingebracht. Dit inleiden of inbrengen geschiedt in de verkondiging van het Woord. Zo had de Heilige Geest de Eerstgeborene in de wereld ingebracht door Nathan de profeet, in de aankondiging, die wij lezen in 2 Sam. 7 : 12 —14; zo ook door David in het getuigenis en in de prediking, die wij vinden in Psalm 2. En wederom had God Hem ingebracht in de wereld, toen de woorden van Psalm 97, welke de apostel hier aanhaalt, aan het volk verkondigd worden... Op dezelfde wijze wordt de Heere aldoor in de wereld ingebracht, en komt Hij in de wereld, als het Evangelie van Zijn genade verkondigd wordt. Waar dat Woord komt, komt Hij...". Zo schrijft Kohlbrugge in een brief, en in een preek over deze tekst horen we hem getuigen: Zo werd dan de eniggeboren Zoon van God in de wereld gebracht ten tijde van David, namelijk zó: oen David, gedreven door de Heilige Geest, naar zijn harp greep en de zeven-en-negentigste Psalm dichtte, toen bracht God op en in de woorden van deze Psalm Zijn Eerstgeborene in de wereld, — toen kwam Hij in deze woorden in de gemeente, en zo ver deze Psalm de wereld in klonk, zó ver weerklonk de Naam van Gods Eerstgeborene."

Ook in een uitleg van Hebr. 10 : 5 vernemen wij ditzelfde accent, en we laten Kohlbrugge opnieuw zelf aan het woord, om een duidelijke voorstelling te ontvangen van hetgeen hij hier wezenlijk wil zeggen: Wanneer komt Hij in de wereld? Hij kwam in de wereld, toen David de 40ste Psalm van de harp deed ruisen en deze Psalm in de gemeente gezongen werd. Zo staat Hebr. 1 : 6 (vergel. Ps. 97): Als Hij de Eerstgeborene inbrengt in de wereld", - toen Hij dus in de wereld kwam. Dat wil zeggen: oen God aan David de verborgenheid der zaligheid openbaarde, had David de openbaring des Geestes, en toen de Geest in hem was, was Christus in hem, en zo kwam Christus door David, Christus was in David, en kwam door de 40ste Psalm niet alleen tot David, ook niet alleen tot het volk Israël, maar tot de gehele wereld; want toen deze Psalm in de gemeente te Jeruzalem weerklonk, ging hij ook uit in de gehele wereld; althans de gehele wereld had gelegenheid deze Psalm te vernemen en daarin Christus te ontvangen".

Tenslotte vermelden we in dit verband nog de aantekening op Jesaja 48 : 16, waar we horen: In deze profetie nu kwam Christus in de gemeente; daarom wordt er gezegd: Van die tijd af, dat het geschied is, ben Ik daar", juist zoals wij ook lezen in de 97ste en de 40ste Psalm."

Wanneer nu dit telkens plaatsvindende „komen" van Christus door Woord en door Geest, voorafgaande aan Zijn eerste komst in het vlees, een duidelijke heenwijzing blijkt te zijn naar de wijze, waarop Christus ten tweede male komen zal, dan kunnen we verstaan, wat Kohlbrugge bedoelt te zeggen met de „gedurige wederkomst". Nu, tussen Pinksteren en uiteindelijke wederkomst komt Christus telkens wanneer het Woord, gedragen door de Geest, komt. Wanneer het Woord verschijnt, verschijnt Christus Zelf! En wanneer nu allerlei gerichten over de aarde gaan, wanneer nu voor een mens op aarde de sterfdag is aangebroken, dan komt nu daarin Christus reeds weder. Echter volkomen openbaar zal de wederkomst van Christus pas zijn op de dag van het laatste oordeel.

Dit laatste nu brengt ons tot de vraag naar de „uiteindelijke" wederkomst, waarop

de lijn van de „gedurige" wederkomst toch zal uitlopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 juli 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Kohlbrugge over de wederkomst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 juli 1975

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's