Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog enkele punten uit de synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog enkele punten uit de synode

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige week hebben we beloofd dat we nog enkele punten zouden noemen die in de vergadering van de hervormde synode aan de orde zijn geweest. Dan willen we beginnen met op te merken dat we dankbaar zijn dat we in Ede de gereformeerde sociale academie hebben gekregen waar velen worden opgeleid voor maatschappelijk werker vanuit een achtergrond van Schrift en belijdenis. Het is immers tot een volkomen breuk gekomen tussen de hervormde kerk en de

sociale academie De Horst te Driebergen.

Men heeft dat duidelijk willen onderstrepen, dat deze academie, die door de hervormde kerk in het leven is geroepen, thans een geheel zelfstandig bestaan leidt. Meegedeeld is dat het breed moderamen van de synode zijn instemming heeft betuigd met de wijziging van de statuten van deze sociale academie. „Hierdoor is een proces van vele jaren afgesloten, waarbij het steeds duidelijker werd, dat van de zijde van deze academie een formeel-statutaire binding met de Hervormde Kerk niet op prijs werd gesteld." Het is maar goed dat nu ook de laatste formele banden zijn doorgesneden. De hervormde kerk kon immers onmogelijk nog langer verantwoording dragen voor deze sociale academie die zozeer in humanistische en marxistische wateren was verzeild geraakt. Merkwaardig is dat de gereformeerde sociale academie te Baarn dezelfde weg is gegaan. Die heeft zich ook helemaal losgemaakt van de gereformeerde kerken, met als gevolg dat dezer dagen te Kampen weer een nieuwe gereformeerde sociale academie is geopend door mensen uit kringen dus van de Gereformeerde Kerken.

Werelddiaconaat

Er is nogal uitvoerig gesproken over de gang van zaken ten aanzien van het Werelddiaconaat dat geleid wordt door de hervormde diaconale raad. Men is bezig met een zekere eenwording van dit werk en dat van de oecumenische hulp. Vanuit de synode werden daarover nogal wat scherpe vragen gesteld waarbij er sterk de nadruk op werd gelegd dat men niet weer in een situatie moet raken waarbij de hervormd gereformeerden zullen moeten afhaken, terwijl er zo langzamerhand een goede samenwerking is gegroeid — na een periode van gescheiden optrekken — het de hervormd gereformeerde diaconieën en de Gereformeerde Zendingsbond. Overigens kwam naar voren dat de bijdragen uit de hervormd gereformeerde gemeenten ten aanzien van de februari-collecte voor dit doel niet gering waren geweest. Bijna een half miljoen. Bovendien werken verschillende grotere hervormde gemeenten rechtstreeks met de G.Z.B. samen zodat daar bepaalde gerichte acties worden gehouden. Van de zijde van de Generale Diaconale Raad werd verzekerd dat men erg bedacht is op een goede samenwerking met de hervormd gereformeerden en dat men zeker niets zal doen op het principiële vlak dat die samenwerking zou verstoren of onmogelijk maken.

Raad voor de verhouding van Kerk en Israël.

Bij de behandeling van het jaarverslag van de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël over 1974 en 1975 kwam ter sprake dat er zo weinig steun voor het werk van deze raad uit de hervormd gereformeerde gemeenten komt. Toch moet men zich daar niet al te zeer over verwonderen. De koers van deze raad is immers zo dat de hervormd gereformeerden daar zeker niet in mee kunnen komen. We willen niet ontkennen dat men in het verleden wel eens al te gemakkelijk de kerk heeft gezien als het eigenlijke Israël, zodat alle beloften die voor het oude Israël golden op de kerk zouden zijn overgegaan. We willen niet ontkennen dat er zeker reden is voor de vraag wat de plaats van Israël is nu en in de toekomst overeenkomstig de Schriften en of er nog niet beloften liggen voor Israël als volk.

Dan willen we echter heel duidehjk vooropstellen, dat de voornaamste beloften aan Israël zijn vervuld. De Heere Jezus Christus is gekomen, heeft de zonde verzoenend gedragen, heeft de weg naar God terug geopend, heeft vergeving en vernieuwing en zahgheid verworven voor allen die in Hem geloven. En buiten dat geloof in Christus zal niemand zalig worden. We kunnen de klok onmogelijk terugzetten alsof Christus niet gekomen is en alsof in Hem de voornaamste beloften van het Oude Testament niet vervuld zijn. En wil er sprake zijn van redding en verlossing van Israël, dan is dat dezelfde weg waarin heidenen gered en verlost worden: door het geloof in de Heere Jezus Christus.

Wanneer tegenwoordig de dialoog met het Jodendom zozeer op de voorgrond wordt gezet en het „gesprek met Israël" eigenlijk als de hoogste christelijke wijsheid verkondigd wordt, dan willen we niet ontkennen dat er reden is voor de ontmoeting van de christelijke kerk en Israël, maar dan zullen we daarbij nimmer om de Heere Jezus en Die gekruisigd heen kunnen gaan. Vandaar dat we ook grote gevaren zien in de opvattingen die in de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël gevonden worden.

In de synodevergadering kwam aan de orde een wijziging in ordinantie 4 over het apostolaat waar in artikel 2 genoemd wordt dat het tot de taak van de raad voor de verhouding van Kerk en Israël gerekend wordt: „het brengen van het Evangehe, in Nederland en daarbuiten, aan hen die tot het volk

Israël behoren". Er was zelfs een voorscel om dit te veranderen in „de christelijke dienst aan Israël" alsof de kerk niet de opdracht heeft om de naam van de Heere Jezus bekend te maken ook aan Israël, alsof de Joden door een andere naam zouden kunnen zalig worden, dan door de enige Naam die onder de hemel tot zaligheid is gegeven, namelijk de naam van Jezus — de Zaligmaker.

Reeds eerder is deze zaak al aan de orde gesteld, maar men is er nu weer mee teruggekomen. Toch zouden we ons tegen een dergelijke wijziging sterk moeten verzetten. Want wanneer we zien hoe Paulus gehandeld heeft, dat hij juist eerst aan zijn volksgenoten hef evangelie is gaan verkondigen in elke plaats waar hij kwam, dan zullen we toch zeker daar niet aan voorbij kunnen gaan. Daarom menen we ook, dat ondanks het feit dat Israël in de heilshistorie een zeer bijzondere plaats inneemt en in dit opzicht zeker ook het uitverkoren volk genoemd mag worden, en hoezeer we ook nimmer vergeten mogen dat de Heere Jezus uit de Joden is voortgekomen wat het vlees aangaat, toch zeker nimmer gesteld kan worden dat Israël in dit opzicht een unieke plaats inneemt doordat de Joden zalig zouden kunnen worden zonder het geloof in de Heere Jezus Christus en buiten Hem en Gods particuliere genade om.

Besloten werd in dit opzicht dat het moderamen van de synode samen met de raad voor de verhouding van Kerk en Israël dit punt nader zouden bestuderen. Binnen achttien maanden moet er verslag worden uitgebracht aan de synode. Wij voor ons zijn van mening dat men inderdaad een verkeerde weg zou opgaan, een niet-bijbelse weg ook, wanneer men het niet meer als zijn taak zou zien om aan Israël het evangelie van Gods vrije genade in Christus Jezus te verkondigen. Heeft Paulus ons niet het voorbeeld gegeven dat men juist tot de Joden met het evangelie dient te gaan? Wanneer we het bovenstaande overzien kunnen we begrijpen dat er in hervormd gereformeerde kring enige aarzeling is ten aanzien van deze Raad. Aan de andere kant is het echter wel nodig dat we ons ook in eigen kring bezinnen op de verschillende vragen die er liggen rondom Israël en de plaats van dit volk in de heilsgeschiedenis. De ontwikkelingen van de laatste jaren hebben inderdaad veel vragen opgeroepen en daarom is het nodig dat we ons door de Schriften laten onderwijzen. Maar meer dan ooit zullen we eigen opvattingen moeten prijsgeven en ons dan ook ten volle laten onderwijzen door het Woord Gods en daarbij niet uit het oog verhezen dat in de Bijbel allereerst sprake is van het geestrijk heil en dat de beloften Gods voor Israël ook zeker in de eerste plaats geestehjke beloften zijn, het is een geestelijk verbond dat de Heere met Zijn volk heeft gesloten. Zo ziet men hoe bij een dergelijk jaarverslag allerlei principiële vragen aan de orde komen die nu eenmaal niet terzijde gesteld mogen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Nog enkele punten uit de synode

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's