Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met wie spreken we eigenlijk?

In de vergadering van de generale synode van onze kerk is gesproken, zo heb ik gelezen, over allerlei vragen betreffende het „kerkelijk ambt in verband met de viering van de Maaltijd des Heeren". Een commissie van protestanten en roomsen heeft dit rapport hierover opgesteld. Het is door de gereformeerde synode behandeld en nu ook door de hervormde synode. Maar wie zijn de roomsen aan de andere kant? Deze vraag dient wel degelijk gesteld te worden. Want in middenorthodoxe kring waar het oecumenisme hoogtij viert wil men wel graag met de roomsen aan de Avondmaalstafel gaan zitten. Maar de officiële roomse autoriteiten houden de boot nog ver af. In Nederland mogen „particuliere" roomsen dan overeenstemming met protestanten hebben bereikt, maar het kerkelijk standpunt van de paus en de aartsbisschop van Nederland is wel anders. Prof. van Itterzon schrijft in het „Hervormd Weekblad": „Als wij met de R.K. Kerk over intercommunie overleggen en onderhandelen, met wie doen we dit dan? Als ik alle bekende gegevens er op nazie, willen de paus, de Romeinse curie en kardinaal Willebrands geen intercommunie met ons. Daarentegen hebben dus bisschop Ernst en een drietal theologen in Nederland van naam hun handtekening vóór het ontwerp van intercommunie gezet. En dat „namens de Rooms-Katholieke Kerk". Kort en goed: Vissen we straks als synode en kerk in troebel water? Of wie is onze partner in het oecumenisch gesprek? De R.K. Nederlandse kerkprovincie zonder Rome en de kardinaal-aartsbisschop? Of de R.K. Kerk, waarvoor de vier heren hebben getekend, met, als ik het goed zie, de kardinaalaartsbisschop en het officiële Rome tegen? " —

In verband met het bovenstaande moet ik wijzen op de besliste weigering van de aartsbisschop om een predikant in TuBbergen deel te laten nemen aan de communie, hoewel deze in de kerk was met zijn gehele gemeente — wat een droeve zaak — en zelfs deel nam aan de liturgie. Ik vind het zo droevig dat hervormde predikanten hun reformatorisch geloof verloochenen en zich laten gebruiken voor een oecumenische beweging die we als reformatorische christenen beslist af moeten wijzen. Op zichzelf genomen was het goed dat de predikant van Tubbergen overgeslagen werd toen de hostie werd uitgedeeld. Deze predikant behoorde niet in de roomse kerk te zijn, zeker niet op het altaar; hij had zijn gemeente moeten vergaderen in het hervormde kerkgebouw rondom Woord en Sacrament.

De predikant werd overgeslagen

In Tubbergen is men al ver gevorderd ten aanzien van de oecumene. Er is een nauwe band tussen de roomse kerk en de hervormde kerk. Men houdt zelfs gemeenschappelijke kerkdiensten. Ds. A. W. F. Waardenburg die deze gemeente van ruim duizend hervormden dient, deed zelfs mee aan de liturgie in zo'n dienst. Maar toen het op de viering van de eucharistie aankwam kreeg hij de hostie niet. Prof. dr. G. P. van Itterzon vertelt erover. Kardinaal Willebrands, de aartsbisschop van Utrecht, had het verboden. Over hem zegt hij het volgende:

„Ruim een jaar voordat kardinaal Willebrands tot aartsbisschop van Utrecht werd benoemd, sprak een van de meest vooraanstaande leden van de R.K. Kerk (een leek!) haar grote verontrusting uit over de treurige en verwarde toestand in de R.K. Nederlandse kerkprovincie. Ze zei toen tegen me: Er is maar één, die in Nederland de zaken weer op orde zou kunnen krijgen, maar of hij ooit benoemd zal worden, weet ik niet. En toen ik belangstellend en ook ietwat nieuwsgierig naar de naam van de verzoenende figuur vroeg, was haar Kardinaal Willebrands. antwoord:

Het gesprek was niet geheim. Ik was ook niet de enige in de kring, die dit aanhoorde en er goede nota van nam. Daarom besprak ik dit gezichtspunt met een paar van mijn intieme vrienden en toen meer dan een jaar daarna de hoop van mijn R.K. gespreksgenote in vervulling ging, hebben zowel mijn vertrouwde vrienden als ik ons over de heldere zienswijze van haar verwonderd.

Die verwondering is er sindsdien niet minder om geworden, want inderdaad heeft Kardinaal Willebrands grote bekwaamheid aan de dag gelegd om de tegenstellingen, die in „de Nederlandse kerkprovincie" in ruime mate aanwezig waren, te verzoenen en met vaste hand zijn aartsbisdom onder het gezag van de paus terug te brengen. Wie niet ziende blind is heeft kunnen opmerken, dat veel van het verzet tegen Rome en het pauselijk beleid is gebroken en de partijen er in hebben berust, dat op verschillende punten het beleid dermate is omgebogen, dat de paus over zijn keuze geen spijt behoeft te hebben.

Een symptoom van deze bekwaamheid was een dezer dagen het bericht, dat bij een plechtige hoogmis ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van een parochie te Tubbergen de plaatselijke her-Vormde predikant ds. W., die een belangrijk aandeel had in de liturgie, bij het uitdelen van hostie ten aanschouwen van de hele gemeente werd overgeslagen. Ds. W. had een bijdrage geleverd voor de feestgids. In de hervormde gemeente waren gelden bijeengebracht voor een cadeau aan de parochie: een katheder. Van de toren van de hervormde kerk wapperde de vlag. De hele hervormde gemeente was uitgenodigd aan de feestviering deel te nemen. Op zondag! Ds. W. mocht zelfs deelnemen in de voorbede op het podium, samen met de aanwezige priesters. Maar toen de hostie

(het gewijde brood) door de pastoor aan de deelnemende priesters werd uitgedeeld, ging de dienstdoende pastoor aan ds. W. voorbij. Hij kreeg de hostie niet." —

Het is wel duidelijk dat de liefde van ds. W. van één kant kwam. Die liefde werd niet beantwoord door de aartsbisschop. Hij wil dat allen tot de roomse kerk toetreden wanneer men gemeenschappelijk het Avondmaal wil vieren. Op zichzelf misschien wel een goede gedachte. Wat hebben we aan een oecumene die aan de éne kant de reformatie verloochent en aan de andere kant ook niet voluit rooms wil zijn. Wat voor fundament houdt zo'n oecumene nog over. Het is geen vlees en geen vis. Het is eigenlijk niets. En dat komt ook duidelijk openbaar op deze weg. Een eenheid boven geloofsverdeeldheid, maar zonder bijbels fundament Zo'n eenheid begeert de kardinaal zelfs niet. Een goede les voor deze predikant en voor allen die deze weg op willen of reeds opgegaan zijn.

Enkele kanttekeningen

Prof. dr. G. P. van Itterzon maakt ook enkele kanttekeningen bij een en ander, kanttekeningen die ik hier graag doorgeef:

„1. De pastoor sloeg ds. W. over „met tranen in zijn ogen". Voor velen in de kerk was het een pijnlijke verrassing, maar ds. W. kreeg de hostie niet. Kardinaal Willebrands had dit op vrijdag te voren telefonisch verboden. Het was toen te laat om het nog in het kerkblad te kunnen zetten.

2. Als de pastoor in Tubbergen dit op vrijdag al wist, waarom nam dan toch ds. W. op het podium aan de voorbede deel? Ds. W. had toch twee dagen van te voren al kunnen weten, dat hij zou worden overgeslagen, de kardinaal geen open communie wilde? Waarom ging ds. W. op die zondagmorgen toch naar de R.K. kerk en waarom hield men de vlag niet in? Halfstok zou wat pijnlijk geweest zijn, maar toch wel correcter dan het volop uitwaaieren van de vaderlandse driekleur van een hervormde kerk!

3. Voor ds. W. was het waarschijnlijk aandoenlijk, dat de kardinaal hem in de mis meer dan gewoon welkom heette, dat zijne Eminentie hem, na de eerste vredesgroet, nog een speciale vredesgroet gaf als een ongebruikelijk gebaar van vriendelijkheid, alles goed en wel, maar ds. W. kreeg de hostie niet.

4. De kardinaal heeft op geen enkele wijze te kennen gegeven, dat het hem speet. Waarom zou hij ook zijt spijt hebben moeten betuigen? De kardinaal handelde geheel volgens de instructies van Rome en de paus. Want nog steeds is het de geldige R.K. leer, dat het brood en de wijn, wat hun wezen betreft, in de mis worden veranderd in het lichaam en bloed van Christus. Het „veranderde" brood (men kent de leer der transsubstantiatie, de leer der wezensverandering) mag volgens Rome riet aan niet-katholieken worden uitgereikt. De „gewijde hostie", het offer in de mis, is voor de R.K. gelovigen en voor niemand anders. Bij de intronisatie (troonsbestijging) van de kardinaal op 21 februari mocht ook de Oud-Katholieke aartsbisschop Kok niet aan de communie deelnemen. En wat wil dan een Hervormde predikant?

5. Het is bekend, dat op divérsê plaatsen deze R.K. wet wordt overtreden. Misschien is dit toch te veel gezegd. Want sinds in 1972 de zaak van de open communie (de uitdeling van de „eucharistie" in de R.K. kerk ook aan niet-R.Katholieken) is teruggedraaid, zijn er nu volgens ds. Landsman oecumenische diensten, die door een priester worden geleid, die dan wel brood en wijn uitdeelt, maar de instellingswoorden niet mag uitspreken. Ds. Landsman noemt dit een „stiekeme intercommunie", een „tersluikse oecumene", even onwaardig als de vroegere antithese. Hij heeft gelijk.

Want volgens R.K. kerkbesef is dit helemaal geen eucharistie of wettige avondmaalsviering. Ik voeg er bij: voor Hervormd kerkbesef is dit een schandelijk misbruik van het sacrament van het H. Avondmaal. Want als men bij de mensen de indruk wekt, dat men samen één is in een gemeenschappelijke viering, worden ze in feite bij de neus genomen.

Want wie de instellingswoorden van het H. Avondmaal, waarmee de Heere Zijn avondmaal heeft ingesteld, opzettelijk niet uitspreekt om het voor de kerk toch geen „echt avondmaal" te maken, misleidt de goe-gemeente. Zulke praktijken zouden eigenlijk ieder weldenkend, gelovig mens tegen de borst moeten stuiten. Ik verwacht, dat kardinaal Willebrands het hiermee wel helemaal eens zal zijn, als hij het hoort en aan dit schijnsacrament een einde zal maken. Waarom zegt men dan niet eerlijk, dat men wel zogenaamde liefdemaaltijden (agapè) mag houden, maar dat vanwege de R.K. kerk en de paus een gemeenschappelijke avondmaalsviering (resp. eucharistie of mis) nadrukkelijk verboden is? Er zullen toch geen priesters willens en wetens tegen het gebod van Rome handelen? " —

Het moet voor ons wel heel duidelijk zijn dat hier weliswaar scherpe maar toch heel rake kanttekeningen gegeven zijn, die we wel ter harte moeten nemen. Laat men toch terugkeren van de verkeerde oecumenische weg waarop men gegaan is en laat men in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als Gods Woord en in gemeenschap met de belijdenis der reformatie prediken en leren.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's