De gehele wapenrusting

In de Bijbel komt op veel plaatsen naar voren dat ons leven een strijd is. En daarbij worden we opgeroepen om in die strijd te volharden. We mogen ons echter niet vergissen in onze vijanden, en dat komt toch nog wel eens voor. Daarom zegt de apostel Paulus ook dat we die strijd niet moeten voeren tegen vlees en bloed, het is geen strijd van man tegen man, maar tegen die sterke en geheimzinnige machten, die heerschappij voeren in onze wereld, die we meestal niet zien kunnen en die we toch tegenkomen op onze weg door dit leven.
Het is immers de duivel en zijn ganse rijk, die ons zoekt te verderven. En die duivel maakt gebruik van zijn trawanten, de geweldhebbers der wereld, de machten der duisternis van deze eeuw, waarvan de duivel zich bedient om ons af te trekken van de Heere en Zijn dienst en ons te voeren op de weg die tot het verderf leidt.
Daarom worden we ook opgewekt om tegen die machten te strijden. Paulus vaardigt als 't ware een mobilisatiebevel uit: „Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat ge kunt wederstaan in de boze dag en alles verricht hebbende kunt staande blijven" (Efeze 6 : 13). Alleen als een goed soldaat van de Heere Jezus Christus kunnen we staande blijven in die strijd. Maar daarom moeten we ook alle eigen wapens uit handen leren geven, we moeten ons over leren geven aan de Koning. Nu is dat geen gemakkelijke weg. Van nature blijven we proberen onszelf te helpen in dit moeilijk leven. We zullen onszelf wel redden. We laten ons niet zomaar door de duivel en al die andere boze machten meevoeren naar de duisternis van de nacht buiten God.
We hebben er. immers geen erg in hoe sterk die vijanden zijn, hoe sterk die duivel is en hoe sterk de verleiding tot de zonde is en hoe sterk die machten zijn die ons afvoeren van de weg der zaligheid.
En we zijn verloren voordat we het weten, we zijn in de macht van die verschrikkelijke machten van de duisternis en van de zonde voordat we er erg in hebben. We zijn al overwonnen voordat we aan de strijd begonnen zijn. Daar moeten we aan ontdekt worden. We hebben nodig dat de Heilige Geest onze ogen daarvoor opent, zodat we onze vijanden zien, al die boze machten die ons van alle kanten omringen, al die verleidingen van de duivel die op ons aanstormen, al die trawanten van de duivel, die in allerlei vorm op ons aanvallen.
We moeten onze toevlucht nemen tot de Heere Jezus Christus, tot die grote en machtige Koning, Die alles heeft volbracht voor Zijn volk, Die in beginsel de verlossing uit de macht van al die duistere machten heeft volbracht, en Die nu allen die op Hem vertrouwen te wapen roept om zich onvoorwaardelijk te stellen in Zijn dienst. Want wie de goede strijd leert strijden en in die weg het geloof zal behouden, die zal ook met allen die de verschijning van de Heere Jezus Christus hebben liefgekregen de kroon der rechtvaardigheid ontvangen.

***
Zo wordt dus het mobilisatiebevel gegeven: „Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods..." Zoals in elk geordend leger worden de wapens uitgedeeld van hogerhand. Er is niets van ons bij, het is alles genade, genade van de eeuwige God en de Vader van onze Heere Jezus Christus. Paulus spreekt dan verder van de wapenrusting van de soldaat uit zijn tijd. En daar hoorde de gordel bij om het wijd-uithangend gewaad op en vast te binden: „Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid." We dienen ter harte te nemen wat de Heere God zelf als waarheid spreekt. Als waarheid over onszelf, dat we zo'n verdorven hart hebben, zodat we ons erg gemakkelijk tot de zonde laten verleiden en door de machten laten meesleuren naar het verderf.
En ook de machten in ons leven moeten ontmaskerd worden, die machten die ons binden aan de zonde. Maar we moeten ook de waarheid weten over God en Zijn Christus. Want zij zoeken niet ons verderf maar ons behoud. Daartoe heeft de Heere God Zijn Zoon gegeven in de dood, ja de dood des kruises. En wanneer we van die genade mogen leven en wanneer we mogen weten van vergeving en verzoening en verlossing en bevrijding uit de banden van zonde en dood, dan kunnen we ook strijden in de kracht des Heeren. Daartoe moeten we ons dus met de waarheid omgorden, uit Gods Woord leven.
Die gordel der waarheid houdt ook de andere wapens op haar plaats. Wie zich met de waarheid omgord heeft kan ook met de andere wapens strijden.
De Koning geeft aan Zijn soldaten naast die gordel der waarheid ook het borstwapen der gerechtigheid. De duivel kan geen beschuldiging inbrengen tegen Gods kinderen, want ze zijn bekleed met de gerechtigheid van Christus. Maar het is een borstwapen. We hebben er alleen wat aan in de strijd en niet op de vlucht. Alleen wanneer we zien op onze Koning, Die alles volbracht heeft, kunnen we strijden en blijven we staande. Anders worden we getroffen door de vijand en neergeworpen.

***
Bij de uitrusting van een soldaat behoren ook stevige schoenen. Daarom lezen we ook: „De voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het evangelie des vredes." De beste soldatenschoenen zijn die met flinke spijkerkoppen. Daar staat men stevig op, ook op de moeilijkste wegen. Wel, zo stevig moeten we staan in het evangelie van Gods genade, in de beloften van dat evangelie, zodat de vrede van dat evangelie ons hart vervult.
En verder wordt er gesproken over „het schild des geloofs". Ja, de duivel en al zijn trawanten kunnen vurige pijlen op ons afschieten, pijlen van verleiding en pijlen van twijfelmoedigheid en pijlen van ongeloof. Daarom hebben we dat schild des geloofs zo nodig, opdat die vurige pijlen uitgeblust zullen worden. Ook is nog sprake van „de helm der zaligheid" en van „het zwaard des Geestes". Met die helm kunnen we de slagen opvangen in de wetenschap dat de Heere Zijn belofte vervullen zal. En met het zwaard des Geestes, met Gods Woord mogen we strijden. En in deze weg zullen we künnen wederstaan en staande blijven in de boze dag wanneer al die machten en vijanden op ons aantrekken om ons te verderven. Want laten we dat toch nooit vergeten, dat de duivel er op uit is om ons te brengen in de buitenste duisternis.
En we laten ons zo gemakkelijk door hem verleiden, en we geven hem zo lichtvaardig een pink, waarna hij onze hele hand neemt. We gaan maar al te vlot met de duivel onder één deken slapen. En vooral in onze tijd geeft men zich gemakkelijk aan de vijandige machten over, terwijl we ons wijsmaken dat het onze vrienden zijn. Laten we niet vergeten dat die verdervende machten er zijn. Maarten Luther had er soms zo'n last van, dat hij de inktpot naar de duivel heeft gegooid, die hij tastbaar aanwezig voelde in de kamer waar hij was. Wij doen zoiets niet meer. Wij zijn daar immers te fatsoenlijk en beschaafd en te ontwikkeld voor. Stel je voor: met de inktpot naar de duivel gooien. Maar Luther was veel geestelijker dan wij zijn.
Laten we. het nooit verwachten van eigen kracht. We moeten als arme zondaren onze toevlucht nemen tot de Heere Jezus om achter Hem te schuilen. We moeten ons als soldaat melden bij die Koning. Niet omdat we zo dapper zijn, maar omdat we de strijd alleen niet aankunnen.
We moeten vragen om Gods wapenrusting. En zo de strijd voeren. Dan zullen we de overwinning behalen. Want ,,het is Israëls God die krachten geeft, van Wie het volk zijn sterkte heeft".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen