Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geheim van Pinksteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geheim van Pinksteren

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van de Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort Hand. 2 : 33

Het geheim gezien en gehoord
Er is wat bijzonders te horen en te zien met Pinksteren. Met dat Pinksteren, dat de gemeente van het nieuwe verbond voor het eerst mag vieren daar in Jeruzalem. Zeker er was altijd al veel te horen en te zien als het Pinksteren was. Onder de oude bedeling was het een luidruchtig en vreugdevol feest. Er werd veel en vrolijk gezongen. De eerste broden, gebakken van het nieuwe meel werden in het heiligdom des HEEREN ingedragen. De oogst was binnen en nadat de HEERE de eerstelingen ontvangen had, mocht het volk genieten van de volheid ervan.
Nu is het veel rijker Pinksteren geworden. Christus immers heeft Zijn oogst voltooid. We gaan er nu maar aan voorbij, wat Hem dat heeft gekost. Het zweet van deze Landman werd bloed. De hitte des daags was voor Hem de hitte van de toorn van God over de zonde. Maar Hij heeft het volbracht.
Zelf draagt dan deze hemelse Landman Zijn gaven in in het hemelse heiligdom. Hij is Landman en Priester immers, Hogepriester, Die door het hemelse Heiligdom doorgaat. Nu kan het volk van de oogst gaan genieten. Alles wat Christus verwierf, verwierf Hij voor dat volk. De Heilige Geest, de Pinkstergeest maakt het hun eigen, doet hen leven uit de rijkdom van Christus' oogst.
Een aards oogstfeest is een hemels oogstfeest geworden. Dat kan niet ongemerkt voorbijgaan, dat moet gehoord en gezien worden. En het wordt ook gehoord en gezien op die eerste Pinkstermorgen in Jeruzalem.
Er werd gehoord een geluid als van een geweldig gedreven wind. Het was een geluid dat in de hele stad te horen was, zodat de menigte samenstroomde voor het huis, waar de discipelen waren. En dan zien ze dat wonderlijke verschijnsel boven de hoofden der apostelen: verdeelde tongen als van vuur en het zat op een ieder van hen. En dan vooral: ze horen in hun eigen talen de grote werken Gods verkondigen.
Er is wat te horen en te zien met Pinksteren. Als de HEERE Zijn Geest in de gemeente uitstort, gaat dat niet onopgemerkt voorbij. Gelukkig maar. De discipelen hoefden er nu immers niet aan te twijfelen. Wij hoeven er niet aan te twijfelen. Zie maar! Hoor maar! De Heilige Geest is uitgestort. Hij is woning komen maken in de gemeente. Nu mag een arm en ellendig mens de HEERE vragen: „Mag Hij dan ook komen in mij, ook in mij?"
Gelukkig dus maar, dat het zo kennelijk Pinksteren is geworden. Er was wat te zien en te horen. Maar dan moeten we ook elkaar de vraag stellen: „Is er bij ons ook wat te horen en te zien?" Is die wind er, die ons bestaan omver heeft gestormd en nog omverstormt? Is dat vuur er? Dat reinigend vuur, dat de zonde ontdekt en verbrandt. Dat ook verlicht en verwarmt. Geven we ook getuigenis van de grote werken Gods? Pinksteren gaat toch nooit onopgemerkt voorbij in een mensenleven? De Geest wederbaart ons ganse leven. Daar krijgt een ander wat van te horen en te zien. Misschien leggen deze vragen uw armoede bloot. Verberg het dan niet! Tracht het niet te bedekken met wat vrome woorden. Belijdt het voor de HEERE. Smeekt Hem om Zijn Geest. Veni Creator Spiritus: Kom Schepper, Geest.

Het geheim verklaart in Christus
De menigte, die daar samengestroomd was voor het huis van de discipelen werd van dit alles twijfelmoedig. Ze konden het geen plaats geven. Ze raakten er door van hun stuk. Sommigen echter spotten en zeiden: „Ze zijn vol zoete wijn". Die spot dreigt het beslag, dat op de schare ligt, te breken.
Dan echter komt Petrus naar voren. In een indrukwekkende rede verklaart hij het geheim van wat er hier te zien en te horen valt. Die verklaring is Christus, de levende Christus. In het wonder van Pinksteren werkt de verhoogde en verheerlijkte Christus. Hij dan heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. Dat moeten ze vooral goed weten: Jezus leeft. Hier kunnen ze het zien en horen. Ze hadden Hem gekruisigd. Ze dachten Hem zo kwijt te zijn voorgoed. Naar hun inzicht was nu Zijn macht gebroken. Maar wat een misrekening! God heeft Hem opgewekt, Hij is door de rechterhand Gods verhoogd. De kracht Gods deed Hem uitbreken uit de kluisters van de dood en ingaan in de hemelse glorie. Deze dan, Deze verheerlijkte en verhoogde Koning heeft dit uitgestort. Wat hier te zien en te horen is, dat is van Hem. Hij leeft.
Tot hun schrik moeten ze dat ervaren, die joodse mannen op de Pinksterdag. U soms ook? Hebt u eigenlijk al afgerekend met Christus? Het geloof is volgens u een overwonnen standpunt. Maar er gebeuren vreemde dingen. Het Woord bleef gepredikt tot op heden. Er kwamen en komen mensen, van wie u het nooit had gedacht tot een volslagen omkeer. Hij dan, die Jezus met Wie u had afgerekend heeft dit uitgestort. Zou u dan maar niet vallen voor Hem. Hij leeft!
Christus heeft dit uitgestort! Wat een rijke troost is dat voor de discipelen. Hij heeft hen geen wezen gelaten. Hij schenkt hen de beloofde Trooster. Ze mogen Hem uit Zijn handen ontvangen. Aan Hem waren ze met al de liefde van hun hart verbonden. Ze kenden Hem. Nu mochten ze Zijn gave ontvangen. Hun Jezus leeft. Wat een rijkdom voor u, die Jezus Hef leerde krijgen. U mag de Geest uit Zijn doorboorde hand ontvangen. Het is Zijn liefdegave voor u. Hij is wel naar de hemel gevaren, maar naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van u. U mag de Geest van Hem ook begeren ondanks alle tekort en schuld. U kent Hem toch! Voor Hem is geen zonde te groot, geen onreinheid te erg. Zijn bloed reinigt van alle zonde. Genade is op Zijn lippen uitgestort. Hij dan! Kent ge Hem? In Zijn allesoverwinnende liefde?
Wat rijk toch! De Pinksteroogst is Christus' oogst. Hij heeft gaven genomen, Hij deelt die gaven uit. Hij dan! Als Hij nu een gestreng heer was of een zuinige meester! Maar neen, Hij is het die mildelijk geeft en niet verwijt. Hij, dan! Deze Jezus dan! Wordt u er door verschrikt of verkwikt?

Het geheim beloofd en gegeven van de Vader
Petrus getuigt, dat Pinksteren een gave is van Christus, maar laat ons ook nog verder zien in het geheim van Pinksteren. Christus heeft na Zijn verhoging de Geest ontvangen van de Vader. De verhoogde Middelaar ontvangt de Geest in Zijn doorboorde handen.
De Vader had die Geest beloofd. De belofte van de Heilige Geest zoals we dat lezen in onze tekst, betekent immers: de beloofde Geest. Christus ontvangt geen belofte, maar de Geest, Die beloofd was.
God de Vader had die Geest beloofd. Hij wilde weer wonen in de mens. Hij wilde weer het leven der gemeenschap met de mens oefenen door met Zijn Geest bij hem intrek te nemen. Het zou weer worden: „de Geest der heerlijkheid, en de Geest van God rust op u".
Die belofte was een heerlijke betoning van Gods genade. De mens immers heeft zich uit het leven met God uitgezondigd. Het beeld van God waarin hij geschapen was, heeft hij gebroken door moedwillige ongehoorzaamheid. Nooit meer hoefde de HEERE naar die mens om te zien. Hij kon hem naar recht ver van Zich wegdoen in het eeuwig verderf. Dat kon Hij met u doen en met mij! Zijn Woord openbaart ons echter het wonder van Zijn genadige verkiezing. Hij wil weer wonen bij een volk, dat naar Zijn Naam genoemd is. ja, Hij zou Zijn Geest geven in het binnenste van hen en Zijn wet schrijven in hun harten. Hij zou over hen doen opgaan de Geest uit de hoogte. Zo luidden onder andere de beloften van de Geest onder het oude Verbond. Petrus zelf heeft in het begin van zijn Pinksterrede er nog op gewezen, hoe rijk ook de profeet Joël had gesproken van de Geest, Die komen zou.
Maar eerst moest Christus verhoogd worden. De Geest kon zomaar niet wonen en rusten in het mensenhart. Dat is immers een zondaarshart. Een vuile bron van alle wanbedrijven. Er kan toch zomaar geen gemeenschap zijn tussen de heilige, eeuwige God en zo'n mens als u en ik. Gods recht moet worden voldaan. De zonde moet verzoend en de wet volbracht. Het kan zomaar geen Pinksteren worden. Ook in ons leven niet. Beseffen we dat? We kunnen toch maar niet doen alsof er eigenlijk niets aan de hand is. We kunnen toch maar niet even over de zonde heenstappen. De HEERE stapt er niet overheen. Er moet gerechtigheid worden aangebracht. U meent dat toch niet zelf te kunnen. Echt, u krijgt het huis van uw hart nooit zo schoon, dat de Geest er wel wonen kan. Gelukkig, die mens die dat leerde en Christus overhield. God heeft Hem gegeven tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Hij heeft alle Goddelijke gerechtigheid volbracht als Borg en Middelaar. Zo is Hij verhoogd aan de rechterhand des Vaders. Hij heeft de belofte van de Heilige Geest ontvangen. Israël kon die niet ontvangen. Het is volkomen in gebreke gebleven. Het verbondsrecht is door Israël geschonden, totaal en radikaal. Heel het Oude Testamen legt daar getuigenis van af. Wij zijn niet beter dan Israël. Ook wij kunnen de belofte des Geestes niet ontvangen. Dat is de ootmoedige belijdenis, die ons past met Pinksteren. Maar Christus is de nieuwe mens, de volmaakte mens. Hij is het Hoofd van het nieuwe verbond. Hem kan de Vader de Geest geven. Hij heeft de wet van het verbond vervult tot in haar hoogste eis toe.
Hij, dan de belofte des Geestes ontvangen hebbende van de Vader heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. Hij heeft de Geest niet alleen ontvangen, Hij heeft Hem ook gegeven. Dat kon, dat mocht. Hij is immers Borg geworden voor Zijn arm en ellendig zondaarsvolk. Hij heeft niet alleen de Goddelijke wet vervuld, maar ook de schuld betaald. Wat Hij dan ook ontvangt, ontvangt Hij voor Zijn Kerk. En Hij stort de Geest, Die Hij van Zijn Vader ontvangen heeft in het hart van Zijn gemeente uit niet met mate.

De rijkdom van het geheim
Christus heeft dit uitgestort. Uitstorten dat is alles en ineens. De Geest gaat nu in volle en rijke bediening in het hart van Gods Kerk wonen. Het is nu niet meer druppelsgewijs, maar vol en heerlijk. Hij vervult het hart met de liefde Gods, des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Een eeuwige vrede woont de ziel en een eeuwige vreugde in God door Christus. De inwonende Geest maakt de Vader en de Zoon heerlijk. De grote v/erken Gods komen in 'n stralend licht te staan. De werken van Kerstfeest, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. ja, dan is de ruimte van het eigen hart ook te klein. Er moet gesproken worden van de grote daden Gods. Er wordt wat gehoord en gezien in ons leven. Pinksteren is inderdaad ook zendingsfeest. En de apostelen maakten voor die zending geen grote reis, ze begonnen zo maar waar ze waren de grote werken Gods te verkondigen!
Christus heeft dit uitgestort! Hij heeft een volheid aan Geest in de gemeente neergelegd. Wordt er uit geleefd? Zien we in ons en om ons veeleer niet het tegendeel? Is de klacht over dorheid en geesteloosheid onder ons niet volkomen terecht? Moeten we elkaar soms de vraag stellen: Is Christus wel verhoogd in ons leven. Is Hij in het verlies van al onze gerechtigheden ons geworden wijsheid van God, heiligheid, gerechtigheid en een volkomen verlossing?
Of trachten we toch nog het leven in eigen hand te houden! De Heilige Geest rust niet voordat een zondaar zich prijsgeeft aan God in Christus. In die zondaar wil Hij dan ook wonen, inwonen, niet alleen maar inwerken in overtuiging en uitdrijving tot Christus maar ook , inwonen, in die bediening die is afgestemd op de heerlijkheid van Koning Jezus. Immers is Christus onder schaduwen, dan is ook de Geest verborgen, maar als Christus ingegaan is in Zijn hemelse glorie, dan kan de Geest komen in uitstorting, in rijke en heerlijke Pinksterbediening.
Mogen wij dan berusten in onze geestelijke magerheid? Niet dan wij Pinksteren kunnen maken! Dat hoeft gelukkig ook niet. Maar we mogen wel Pinksteren biddend verwachten uit de doorboorde hand van Christus:
Ontwaakt, noordenwind!
en kom, Gij zuidenwind!
doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien.
A. Jac W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het geheim van Pinksteren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's