Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenteleven als Pinkstervrucht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenteleven als Pinkstervrucht

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. Handelingen 2 : 42.

De harde kern van het gemeenteleven
Het werk van de Heilige Geest kenmerkt zich door volharding. Die Geest is toch ook door Christus aan Zijn gemeente beloofd als de Blijvende. „Die zal bij u blijven". Christus' doorboorde handen zijn biddend over Zijn Kerk opgeheven. Daarom blijft de Geest, daarom rust Hij, woont Hij in, in de harten. En zo volhardt de gemeente. En zij waren volhardende. Van ons werk moet zo vaak gezegd worden: een bevlieging, een opwelling. Een strovuur, dat even hoog oplaait, maar net zo vlug weer uitdooft ook. Het verteert zichzelf. Wc treffen dat nog wel eens bij jonge mensen aan. Nu eens zijn ze laaiend enthousiast voor deze „fan", dan weer voor een andere. Hun prullenmand vult zich met de trieste resten van deze geestdrift. Zo wil dat jammer genoeg ook wel eens voorkomen in het geloof. Het zaad, dat op steenachtige plaatsen valt schiet direct op, maar is even direct ook weer verdord. Het is dan ook echt niet alleen maar een uiting van naargeestige twijfelzucht als we tegen elkaar zeggen: „Laat het eerst nog maar eens overwinteren." Wat van ons zelf is vergaat meestal al heel vlug. Wat van de Geest is dat blijft.
De gemeente, die daar nu \\ üü in Jeruzalem, mocht volharden. Voor een deel bestond zij uit christenen, die de Heere Jezus al mochten volgen tijdens Zijn leven op aarde, voor het grootste deel echter werd ze gevormd door de oogst van de eerste Pinksterdag. Maar samen mochten ze volharden. We lezen, dat ze ook vóór Pinksteren volhardende waren, namelijk in het bidden en smeken. En nu hier opnieuw: zij waren volhardende. Op de voortduur komt het dus maar aan. Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Wat kan dat grote zorg geven, die volharding! Immers we zijn zo zwak, dat we niet één ogenblik kunnen bestaan en onze doodsvijanden houden niet op ons aan te vechten. We zijn zwak van moed en klein van krachten, zingt het psalmvers. Hoe zal het bijvoorbeeld wezen, als we vervolgingen moeten meemaken. Als we zien op ons zelf, moeten we zuchten: „Ik zal wel de eerste zijn, die Jezus verloochent".
En nu toch die volharding! Niet door uzelf en in uzelf, maar door de Geest van Pinksteren. De Geest van Christus! De Geest van de God des eeds en de God des verbonds. Hij laat niet varen de werken Zijner handen.
Zij waren volhardende in de leer der apostelen en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden. Hoe zeer is toch de volharding aan de middelen gebonden! Aan de kerk, aan het Woord, aan de gemeente. Buiten die middelen is er geen volharding en daarom ook geen zaligheid. Daarom, u die tobt over deze zaak: Volhardt in het Woord, volhardt in de gemeenschap, volhardt in het gebed! Zo zoekt u het bij de HEERE en bij Zijn Geest.
Zij waren volhardende in de leer der apostelen. Die leer staat dus voorop. Niet zo maar! De leer der apostelen is immers de harde kern van het gemeenteleven. Daar staat of valt het mee. Vanuit die leer komt al het andere op! Die Ieer is als het ware het geraamte van de kerk. Nooit mogen we haar verachten. Zonder haar vervloeit en vervaagt de gemeente, verslapt ze. Zeker, de leer stond en staat nog steeds niet hoog genoteerd. Op het leven komt het aan, zo beweert men van vele kanten. Nu, dat zal wel waar zijn! Maar dan is het éérst op de leer aangekomen. De leer der apostelen. Dat is de leer van Christus. De apostelen worden hier genoemd als de dragers van het Goddelijk Woord. Ze zijn in zichzelf van geen enkel belang. Ze zijn apostelen: gezondenen. Ze hebben maar niets anders te doen dan na te spreken, wat hun is voorgezegd. Het apostolisch getuigenis is het getuigenis van Christus.
Het heeft Christus als inhoud en Christus als onderwerp. Door de Geest legt Christus getuigenis af, aangaande Zichzelf. Ze volharden in de leer, dat betekent allereerst, dat ze erbij waren als de apostelen leerden, onderwijs gaven aangaande Christus. De apostel Petrus was daarmee begonnen op de eerste Pinksterdag en dat werd door hem en de anderen trouw voortgezet. En de gemeente volhardde in het opnemen van dat onderwijs. Altijd waren ze er weer te vinden, als Christus verkondigd werd. U ook? Of vindt u eigenlijk, dat je het niet overdrijven moet. Ja, zo wordt onder ons ook gepraat. Gaat men 's zondags trouw naar de kerk voor door-de-weekse samenkomsten kan men echt geen tijd vinden.
De Pinkstergemeente volhardde in het Woord. Laat het ons maar beschamen en tot zelfonderzoek dringen. We hebben voor zoveel dingen tijd. Dat diploma moet beslist worden gehaald. Die uitzending moet zo nodig worden gezien. Maar het Woord dan? Kunnen we daar dan zo gemakkelijk aan voorbij gaan? Kunnen we dat wel eens een keertje overslaan? Daar kan toch geen zegen op rusten! Wat een schade brengen we toe aan ons geestelijk leven en aan dat van anderen, die ons voorbeeld gaan volgen. Als de Geest werkt door het Woord, en dat werkt Hij zeer bepaald, dan hebben we maar te volharden bij dat Woord. Zeker, dat vraagt volharding. Ons luie vlees wil immers wel anders. De wereld om ons heen dringt ons bepaald niet om het Woord te onderzoeken. En de duivel ziet ook al niets liever dan dat we het Woord verachten. De HEERE echter wil zegenen, die Zijn Woord bewaart.
De leer is niet alleen het actieve leren van de apostelen, het is ook de inhoud ervan, datgene wat de apostelen leerden. Het is hun getuigenis aangaande God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. We vonden het kort samengevat in vers 33 van Petrus' rede. De leer van de apostelen is de leer over God en vandaar uit over al Zijn werken. In die leer volhardden ze. Het was en is de leer, die naar de Godzaligheid is, de goede leer. Daarbij leefde de Pinkstergemeente. Daaruit leefde ze. Daarbij en daaruit mag nog de gemeente leven; ja erin volharden. Tegen alle dwaalleer! Wat heeft zich niet aleen wargeesterij gesteld tegen de oude beproefde leer, de leer der apostelen. En het is heden niet anders. Vele theologen wijden er hun leven aan om eens iets echt nieuws te beweren. Ze maken daarbij een goede kans, dat het ook nooit meer na hen gezegd wordt, zoals iemand eens opmerkte. De kerk mag volharden in de leer der apostelen, ze mag blijven bij hetgeen zij gehoord heeft. Dat is haar eer, haar adeldom. Dat is haar zaligheid.

Het leven van de gemeente
De Pinkstergemeente was voorts volhardende in de gemeenschap! Dat volgt op het volharden in de leer. De rechte gemeenschap bloeit op uit de gemeenschappelijke liefde tot de ware leer. Wat is een rechte, gemeenschappelijke belijdenis dan belangrijk voor het gemeenteleven. Calvijn schrijft bij deze tekst: „De leer is de band der broederlijke gemeenschap".
De natuur brengt scheiding! De natuur is immers in zonde gevallen. En de zonde kan niet anders dan vaneen scheuren in huwelijken, in families, in gemeenten. Genade sticht gemeenschap, omdat de Geest der genade gemeenschap sticht. Waar genade ontbreekt, daar kan men nog zo godsdienstig bezig zijn met eenheidsbewegingen, maar het breekt bij de handen af. Of beter gezegd: Het breekt bij het vlees af.
Genade sticht gemeenschap, omdat genade leert vallen in ootmoed voor de hoge God. En wie voor God gevallen is, leert ook enigszins vallen voor een ander, ja, de ander uitnemender achten dan zichzelf. De godsdienst handhaaft ten diepste zichzelf tegenover God en de mensen. De bittere vruchten daarvan kan men vinden in ons midden. Maar genade bindt aan God en aan de ander. Het is toch even een ontmoeting, als u iemand mag ontmoeten die ook als een arme zondaar uit genade leerde leven. Dat bindt. Dat sticht gemeenschap. Christus' leden zijn immers één lichaam, verbonden in Hem, Die het Hoofd is. Zeker, dan is de hand de voet niet en de voet niet de hand, maar dan is er toch samenstemming, gemeenschap. Het was in die jonge gemeente bepaald niet allemaal koekoek één zang. Er waren er, die Christus al jaren volgden, er waren er ook, die dat nog maar enkele dagen deden. Uit allerlei landstreken waren ze afkomstig. Wat zullen er dan ook een verschillen zijn geweest. Toch leidden die verschillen niet tot tegenstellingen. Men volhardde immers in de leer en daarom was er gemeenschap in verbondenheid aan Christus. Die gemeenschap mochten ze, naar de uitdrukking van het Avondmaalsformulier, niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen. Ze spraken woorden, die heelden.
Wat kunnen woorden anders scheiden! Afkeurende woorden, woorden van achterdocht, woorden die graag de lelijke dingen van een ander naar voren halen en het goede vergeten. Zulke woorden brengen scheiding! In de Pinkstergemeente mochten woorden gesproken worden van liefde, die het goede zoekt, en die alle dingen bedekt. Hun onderlinge gemeenschap kwam ook uit in hun daden. Er was onderlinge hulpvaardigheid. Er was niemand in die gemeente, die gebrek hoefde te lijden.
Moeten we ons niet diep schamen, als we ons eigen gemeentelijk leven hiernaast leggen? Zeker, we mogen het goede dat de HEERE ons geeft niet voorbijzien. Maar toch, er zou zoveel anders moeten. Er zou zoveel anders kunnen door de kracht en de genade van de Pinkstergeest. Die Geest mogen we dan wel hartelijk begeren en afbidden van onze gezegende Middelaar Jezus Christus. Wat een -heerlijkheid, als er een geur van gemeenschap en liefde mag wasemen door de gemeente. Daar gaat wat van uit. Dan moet de wereld zeggen: „Ziet hoe lief zij elkander hebben". Terwijl het nu tot onze schaamte soms moet zijn: „Ziet hoe zij elkander benijden en haten".
En zij waren volhardende in de gemeenschap. Gemeenschap vraagt ook volharding. Er zijn zoveel kwade zaken, die haar bedreigen. Het hoogmoedige vlees is wel in kracht gebroken, maar niet vernietigd. De jalouzie, ook in het geestelijke, de bitterheid en de wrok, ze willen telkens weer het leven der gemeente verzuren. De gemeenschap der heiligen moet bevochten worden in de kracht des Geestes. Maar die Geest doet het dan ook. Hij is de Geest van Christus. De Geest wil een ieder, die het van Hem verwacht, vernieuwen naar het evenbeeld van Christus. Volhard dan in de leer. Volhard ook in de gemeenschap.

De gemeenschap in het Heilig Avondmaal.
De gemeenschap van die Pinkstergemeente vond haar hoogtepunt in de maaltijd van het nieuwe verbond. Onze tekst spreekt over de breking des broods. Er is nogal wat verschil over of hier nu gewone, gemeenschappelijke maaltijden mee zijn bedoeld of het Heilig Avondmaal. De Statenvertalers hebben het in het midden gelaten. Wij zijn geneigd toch aan het Heilig Avondmaal te denken. Daar kreeg hun gemeenschap gestalte. Samen hadden ze leren leven van Christus' zoen- en kruisverdienste. Aan het Heilig Avondmaal wisten ze zich één in Hem, hun Heere en Koning. Wat rijk als we zo Avondmaal mogen vieren. En daarin mogen volharden. Ook als we eens niet zo bij ons hart zijn, omdat we dan toch bij onze Koning en Zijn woord niet vandaan kunnen blijven.

De gemeenschap in het gebed.
Het gebed is de adem der ziel. Zo ligt het persoonlijk, maar zou het zo gemeentelijk ook niet liggen? Het gaat hier namelijk vooral over het gemeenschappelijk gebed. In de tempel was er drie maal daags zo'n gebed. Het morgengebed, het middaggebed en het avondgebed. Ook de gemeente van Christus kwam aanvankelijk nog in de tempel samen om te bidden, trouwens eveneens bij elkaar thuis. Samen vouwde men de handen en goot het hart uit voor de HEERE. Alle noden.en zorgen, alle bestrijdingen en aanvechtingen werden Hem bekend gemaakt. De wierook van het gebed ging gedurig op voor Gods Aangezicht. Zo mag het nog zijn in de samenkomst der gemeente in Gods huis allereerst en allermeest. Maar wat wordt er verder ook niet gebeden in de gemeente. Bij vergaderingen, bij verenigingen, bij catechisaties. Ademt daar de ziel van de gemeente? Of doen we het alleen nog maar uit gewoonte? Of omdat het toch eigenlijk ook wat is om zo maar te beginnen? Én hoe is het bij het gemeenschappelijk gebed in Gods huis. Bidt dan de voorganger en luistert de gemeente toe, zonder dat ze werkelijk meebidt, meezucht, meestrijdt. Geven daar de voorbidders soms ook aanleiding toe omdat hun gebed meer een weergave is van hun mening over allerlei dingen dan een werkelijk vragen en danken? We mogen ons in ons gemeentelijk leven wel onderzoeken! Wat blijven we toch ver beneden de maat. Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwame! Ze volhardden ook in het gebed. Ook hier is volharding nodig. Tegen alle sleur en slenter. Tegen de neiging van ons vleselijk hart om vertrouwen te stellen in dingen en mensen. Volharding ook onder de beproevingen Gods, als Hij uitblijft, of andere wegen beter acht dan de onze. Volhardt in het gebed, gemeentelijk en persoonlijk!
Volharding in de leer der apostelen, in de gemeenschap, in de breking des broods en in de gebeden. Daar hebt u het beeld van de Pinkstergemeente. Daar hebt u de vrucht van Pinksteren. Wat komen we er beschaamd onder uit als we ons eigen kerkelijk leven er aan toetsen. En we kunnen alleen maar onszelf de schuld geven, allemaal samen en een ieder persoonlijk. Maar we mogen ook onze lege handen opheffen naar Christus, opdat Hij over ons doe opgaan de Geest uit de hoogte, de Geest der genade en der gebeden.
En daarbij moet het voor ons allen gelden: „Doet uw afgoden weg uit het midden van u en bekeert u tot de HEERE uw God!"

Mijn beê met opgeheven handen,
Klimm' voor Uw heilig aangezicht,
Als reukwerk voor U toegericht,
Als offers, die des avonds branden.

A. Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gemeenteleven als Pinkstervrucht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's