Bezuinigingen nodig ondanks

De Hervormde Kerk blijft streven naar een vermindering van haar uitgaven voor de landelijke bureaus, zo blijkt uit het jaarverslag van de Generale financiële raad. Deze omvatten die van de generale synode met haar algemene organisaties van bijstand en al die instanties, waaronder de provinciale bureaus, die vanuit de algemene middelen van de kerk worden gefinancierd. Het is nu zo, dat 41/2% van de opbrengst aan levend geld in de gemeenten nodig is voor de instandhouding van het centrale apparaat. De algemene kerkvoogdijraad bepleit, dat dit aandeel nog geringer moet worden.
Om meer inzicht te krijgen in de wijze, waarop zou kunnen worden bezuinigd, heeft de Generale financiële raad aan het moderamen van de Generale Synode een beleidsnota gevraagd. Deze hoopt men bij de bespreking van de begroting voor 1978 te kunnen betrekken. Vermindering van de uitgaven voor het algemeen kerkewerk wordt nodig geacht gezien de zware financiële verplichtingen van de gemeenten, met name in verband met de steeds stijgende pensioenlasten.
Reeds enige jaren is men overigens bezig de uitgaven zoveel mogelijk terug te dringen. Een oproep daartoe aan de synodale organen en de loonmatiging van de afgelopen jaren hebben er toe geleid dat voor 1977 slechts rekening hoefde te worden gehouden met een lastenstijging van 61/2%. Voor het eerst sinds lange tijd kon de begroting voor 1977 zonder tekort worden vastgesteld. De rekening over 1976 sloot met een. batig saldo van ruim 300.000 gulden. Een gunstig resultaat, als men bedenkt dat het begrotingstekort op ƒ 286.700,— was geschat.
Ook de inkomsten van de generale kas waren bevredigend. Deze kas tot steun aan gemeentelijke arbeid behandelde in 1976 45 aanvragen om subsidie. Veertig aanvragen werden toegewezen. Samen ontvingen zij ƒ 700.000,— aan steun. Voor het eerst heeft een commissie, waarin vertegenwoordigers van de Gen. financiële raad en de Alg. kerkvoogdijraad zitting hebben, over de aanvragen geoordeeld. Voordien deden deze lichamen dat afzonderlijk.
Er bleef eind 1976 ƒ 500.000,— over om alsnog in 1977 te besteden.
Voor de generale kas is de daling van het aantal belijdende lidmaten bijzonder ongunstig. Men schat, dat hun aantal vergeleken met 1976 met 15.000 daalde. Het huidige bestand telt ongeveer 910.000 leden. Men hoopt nu, dat het besluit om ook meerderjarige doopleden te vragen een bijdrage te geven, het aantal hervormden dat bijdraagt op peil zal houden. Ongeveer 360 gemeenten hebben toegezegd aan deze actie te zullen meewerken. Zij vertegenwoordigen 40% van het ledenbestand.
De opbrengst van het collecteplan, bestemd voor de betaling van de bijdragen van de gemeenten aan de arbeid van de landelijke kerk (quotum) blijft ieder jaar stijgen. Het gebruik van acceptgirokaarten heeft daarop een gunstige invloed. Het totaal van de girale giften voor de oudejaars- en paascollecte heeft zelfs voor het eerst de opbrengst van de kerkcollecten overtroffen.
Zo werden in de maanden december 1976 en januari 1977 voor de oudejaarscollecte van ruim 40.000 gevers ongeveer 800.000 gulden ontvangen. Naarmate de automatisering van de ledenregistratie vordert, zal ook het aantal leden dat op deze wijze bijdraagt toenemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen