De ontwikkeling binnen de Wereldraad van kerken
(i)
Enige tijd geleden heeft Prof. Dr. Peter Beyerhaus, hoogleraar in de zendingswetenschappen en de oecumenische theologie in Tübingen (West-Duitsland) in Drachten gesproken over , , De ontwikkeling van de Wereldraad van kerken", een wereldwijde organisatie waarbij 293 kerken zijn aangesloten. Eens in de zeven jaar komen afgevaardigden uit die kerken samen in een grote voltallige vergadering, die „de assemblee" genoemd wordt. Het is in 1948 in Amsterdam begonnen en nadien heeft de Wereldraad steeds groter invloed gekregen op de geesten van hen die leiding geven aan de kerken. Het is van groot belang de ontwikkeling van de Wereldraad te volgen en onze houding tegenover haar te bepalen, daar we terstond al willen zeggen dat die ontwikkeling ons bijzonder verontrust en wat aan leiding vanuit de Wereldraad gegeven wordt daarvan de oorzaak is.
We kregen dezer dagen de rede van Prof. Beyerhaus in handen en we willen onze lezers graag de inhoud daarvan doorgeven. Dat wil niet zeggen dat we ons zouden verzetten tegen de eenheid van de kerken op zichzelf, maar wel op een eenheid zoals die zich openbaart in de Wereldraad. De eenheid naar de Schriften is immers een eenheid in „enigheid des waren geloofs", de eenheid van de Wereldraad maakt op ons meer de indruk van een eenheid boven geloofsverdeeldheid. De eerstgenoemde eenheid willen we graag zoeken, zoals die beschreven wordt in de zogenaamde „Berliner Oekumene Erklarung" van enkele jaren geleden, waarin Prof. Beyerhaus ook een sterke hand in heeft gehad: „De tijd is rijp dat onze bijbel-en belijdenisgetrouwe gemeenschappen in alle landen verbinding met elkaar zoeken en bestaande betrekkingen versterken. We hebben elkaar nodig voor uitwisseling van ervaringen, tot onderlinge versterking en het vinden van de weg voor de gemeente van Jezus Christus. Het geloof aan de totale bijbelse openbaring van de Drieenige God en aan het heilswerk van Christus verbindt ons over alle nationale grenzen heen tot één geestelijke broederschap."
We geven hier nu het eerste deel van de rede van Prof. Beyerhaus door, omdat we het nodig vinden dat onze lezers weten wat er gaande is en opdat we ons geestelijk zullen bewapenen tegen allerlei geesten uit de afgrond die ons zoeken te leiden en mee te voeren op een onschriftuurlijke en daarom zeer gevaarlijke weg:
Verontrusting
Het is een zeer ernstig onderwerp, dat wij nu met elkaar moeten bespreken.
Het gaat over verschillende uitspraken en aktiviteiten van de Wereldraad van Kerken.
In 1948 is de Wereldraad van Kerken opgericht in Amsterdam. De bakermat ligt in Holland en eveneens een Hollander, Dr. W. A. Visser 't Hooft, is een tijd lang sekretarisgeneraal van de Wereldraad geweest.
Vele Nederlanders ondergaan de invloed van de Wereldraad, maar ook vele Hollanders zijn over de gang van zaken verontrust.
Er is verontrusting over het feit, dat in de Wereldraad van Kerken de wereldzending niet meer centraal staat en dat b.v. geld wordt verstrekt aan terroristische organisaties.
Men is verontrust omdat de Wereldraad van Kerken contacten heeft met andere godsdiensten. Angstig en terecht stelt men de vraag, waar het met het Evangelie van Jezus Christus naar toe zal gaan.
Maar we moeten ons niet slechts met deze symptomen bezig houden en ons daardoor alleen laten leiden. Deze verontrustingen moeten gezien worden in een groter verband.
Het Rijk Gods of één wereldrijk
Ik geloof, dat de kerken en de wereldgeschiedenis nu in een spanningsveld terecht zijn gekomen. Wij bevinden ons vandaag de dag in een dramatische toespitsing van één beslissend thema in de heilsgeschiedenis.
Dat thema is: het Rijk Gods of één wereldrijk. Of om het anders te formuleren: Christus of de antichrist.
Eén wereldgemeenschap
Wat stelt de huidige oecumene zich als einddoel? De oorspronkelijke opzet was om de verdeelde kerken bij elkaar te brengen. Voor dat oorspronkelijke motief zijn vele gelovigen warm geworden. Maar nu is de oecumenische doelstelling veel verdergaande. Wat de leiders in Genève, het oecumenisch centrum, voor ogen staat, kan ik samenvatten in twee begrippen:
1. Eén wereldgemeenschap en 2. Eén nieuwe mensheid.
De laatste jaren is er binnen de oecumenische beweging een richting-verandering opgetreden. Men kan er zelfs een datum voor noemen, waarop die nieuwe koers is ingeslagen.
Het was in het begin van de zestiger jaren n.1. tussen de 3e en 4e voltallige bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken, tussen New Delhi en Uppsala.
In Uppsala brak volledig de gedachte door dat er één wereld opgebouwd moest worden. Het belangrijkste orgaan van de Wereldraad van Kerken heet: „One World" - vertaald: „Een Wereld". Die naamgeving is niet toevallig.
Men zou zich als titel van een tijdschrift van de Wereldraad kunnen voorstellen: „Eén kerk", of „Eén geloof", of „Eén Heer". Neen, die naamgeving is niet gekozen, maar het officiële orgaan heet: „Eén Wereld".
Welnu, deze éne wereld wordt door de leidinggevende figuren van Genève op één lijn gezet met het Rijk van God. Vaak wordt een „is-gelijk-teken" gezet met datgene w T at doet denken aan het Nieuw Jeruzalem.
Hoe is men tot deze nieuwe motivering gekomen? Niet uit de Bijbel. Het is verwonderlijk te moeten constateren welk een geringe rol de Bijbel in de huidige oecumene speelt.
Ik wil dat met een voorbeeld verduidelijken. Tijdens de 5e assemblee van de Wereldraad van Kerken in Nairobi zijn er wel bijbelgroepen geweest. De aanwezigen hadden wel de Bijbel op hun knieën, maar steeds werd gediscussieerd over persoonlijke meningen.
Visioen
De leidinggevende oecumenische figuren putten hun oriëntatie niet uit de Bijbel, maar uit datgene wat hen beweegt en zij laten zich leiden door eigen begrippen.
Enkele van die begrippen zijn: het visioen of de utopie of de droom.
Deze terminologie komt steeds meer voor in de oecumenische theologie.
De leidinggevende figuren voelen zich profeten, die een beeld van een betere wereld hebben gekregen. Het zal moeten gaan om een wereld, die de mensheid zelf moet verwezenlijken en waaraan de oecumenische figuren leiding dienen te geven.
Laten wij nu eens een ogenblik nadenken over het begrip: visioen.
Alle grote daden in de wereldgeschiedenis zijn verricht door mensen, die een visioen hebben gehad. Dat geldt zowel in goede als in kwade zin.
Ook Adolf Hitier heeft zich laten leiden door een visioen. Hij had een visioen van één groot Germaans wereldrijk, dat zich zou uitstrekken van de Atlantische Oceaan tot aan de Oeral, van de Noordkaap tot aan Napels. Voor dat visioen hebben 30.000.000 mensen hun leven moeten laten.
Nu zijn niet alle visioenen slecht.
Maar hoe kan men onderscheiden tussen een waar en een vals visioen?
Een waar visioen is ontsproten aan de Bijbelse profetie. Dat visioen is de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die God zelf zal doen nederdalen als Zijn Zoon Jezus Christus terugkomt.
Valse visioenen nu bedenken de mensen zelf.
Nü is er sprake van een vals visioen.
Een visioen van een ideale toestand, die de mensen met eigen krachten zullen kunnen verwerkelijken. Dit visioen is geïnspireerd door de vorst der duisternis. Het grote doel wat hem daarbij voor ogen staat is zelf eenmaal over de éne wereld de macht te bezitten.
Het oecumenisch visioen
Wij hebben nu het verschil tussen een waar en vals visioen duidelijk gemaakt.
Maar u kunt de vraag stellen: wat is nu het oecumenisch visioen?
Ik wil u daarbij graag een citaat geven van de vorige voorzitter van de Wereldraad van Kerken, M. M. Thomas. In Utrecht sprak in 1972 dr. Thomas als volgt:
„Er bestaat nog een andere aanzet, die ernstig genomen moet worden, namelijk de betekenis van het profetische ambt van de kerk, n.1. bewaakster en spreekbuis van een utopisch visioen: ik bedoel de hoop op de historische mogelijkheid van een nieuwe, van onderdrukking bevrijde, mensheid. In dit perspectief is het de opgave van de theo-
logie dit visioen in een realistische ideologie en een politieke beweging van bevrijding in elke situatie om te zetten."
In aansluiting op dit citaat merkte Pauline Webb, lid van het centraal comité van de Wereldraad, op, „dat de boodschap van het heil in Christus is de mensheid daartoe te bevrijden, om de nieuwe orde tot stand te brengen, waarin het rijk van deze wereld werkelijk het Rijk van onze God en Zijn Christus geworden zal zijn."
D.w.z. de verantwoording van het op te richten Godsrijk is in handen van de mens zelf gelegd.
In het nummer van volgende week willen we graag het tweede deel van deze rede van Prof. Beyerhaus aan u doorgeven. Wanneer we menen de opvattingen en de doelstellingen van de Wereldraad van kerken te moeten bestrijden, dan willen we aan de éne kant niet vergeten dat er kerken bij de Wereldraad zijn aangesloten die het inderdaad te doen is om de eenheid in Christus en die menen dat ze door lid te blijven van de Wereldraad nog een invloed ten goede kunnen oefenen. Maar het is in de loop der jaren wel steeds duidelijker geworden, dat deze zogenaamde „evangelicals" wel hun mening mogen zeggen, maar uiteindelijk op het beleid van de Wereldraad geen enkele invloed hebben. Zo zullen zij die trouw willen blijven aan de Bijbelse boodschap zich steeds ernstiger moeten afvragen of ze nog wel langer deze organisatie kunnen steunen? W T ant de invloeden die men van de Wereldraad ondergaat kunnen zeer gevaarlijk zijn.
Destijds besloten de gereformeerde kerken in ons land om lid te worden van de Wereldraad, omdat men dan een invloed ten goede zou kunnen aanwenden. We krijgen echter de indruk dat die gereformeerde kerken meer door de Wereldraad beïnvloed worden dan juist andersom.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's