Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hieronymus Zanchius

Wanneer u bovenstaande naam leest kan ik goed begrijpen dat u de drager van deze naam niet terstond goed weet te plaatsen. Dc voornaam zal mijn lezers niet helemaal onbekend zijn, daar er ongeveer tweehonderd jaar geleden een dichter heeft geleefd met de naam Hieronymus van Alphen, die ook enkele verzen heeft gemaakt die tot vandaag toe wel gezongen worden. Maar behalve zijn voornaam heeft hij met Hieronymus Zanchius weinig gemeen. Om hem te plaatsen moeten we nog enkele eeuwen terug. Hij was een man uit de reformatietijd en hij leefde van 1516—1590. Hij heeft in zijn tijd nogal grote invloed gehad op de gereformeerde reformatie. Hij was één van de geleerdste gereformeerde theologen van zijn tijd. Hij heeft dan ook op belangrijke posten gestaan. Hij was hoogleraar te Straatsburg in het Oude Testament, te Heidelberg in de dogmatiek en later ook te Neustadt.

Ook aan de universiteit werd hem een leerstoel in de theologische faculteit aangeboden. Dat was in 1578. Men wilde hem als professor te Leiden aantrekken mede om de theologische faculteit aantrekkelijker te maken. Want in de eerste tijd was het aantal theologische studenten aan de Leidse universiteit erg klein. Deze universiteit was juist gesticht om daardoor de kerk in Nederland aan predikanten te helpen. Maar in 1576 waren er nog slechts vier theologische studenten ingeschreven en het jaar daarop slechts twaalf. In 1578 waren het er negentien. De rechtsgeleerde faculteit trok meer studenten omdat er vooruitzicht bestond op een goede plaats in dienst van land en stad na de studie. Ook waren er wel studenten in de medicijnen. „Maar van hen die een geleerde opvoeding konden bekostigen, hadden slechts weinigen lust in het predikambt." De minder gegoeden konden niet op eigen kosten studeren en daarom waren er weinig studenten, zodat de kerk gebrek bleef houden aan bestudeerde predikanten.

Aan de andere kant was het bij de theologische faculteit een komen en gaan van hoogleraren, zodat voor hen die theologie wilden studeren de Leidse universiteit ook niet zo aantrekkelijk was. Vandaar dat men met de benoeming van Hieronymus Zanchius het aanzien van de faculteit wilde opvoeren. Maar hij heeft de benoeming niet aangenomen. Wel gingen er studenten uit ons land te Heidelberg studeren, waar ze met Zanchius in aanraking kwamen. Bij hem zijn ook Nederlandse studenten gepromoveerd tot doctor in de godgeleerdheid. Hieronymus Zanchius is vooral bekend geworden om zijn strijd met de Lutheraan Marbach over de praedestinatie en de volharding der heiligen. Hij stond daarbij aan de kant van de supralapsariërs. Misschien kunnen mijn lezers zich nog herinneren dat daarover nogal strijd is gevoerd in ons land. De infralapsariërs en de supralapsariërs hebben het nogal moeilijk gehad met elkaar. Supra betekent boven en lapsus is val en infra betekent beneden. In hollandse termen derhalve de „bovenvaldrijvers" en de „benedenvaldrijvers". Men heeft dit in ons land als onderlinge verschillen van mening gezien die binnen de gereformeerde kerk konden bestaan. Men aanvaardde allen de verkiezing tot zaligheid, maar wanneer men toekwam aan de zonde en onze zondige daden, aan het stuk der verwerping en van het oordeel Gods rezen er moeilijkheden. In welke betrekking staat die zonde tot Gods wereldplan? Gaat Zijn Raad ook over de val van de mens? Is er bij de val sprake van praedestinatie of heeft God de moedwillige ongehoorzaamheid van Adam en Eva slechts vooruitgezien.

De infralapsarische voorstelling is:1. God besluit zich te verheerlijken in de openbaring van Zijn deugden. 2. Hij besluit daartoe de mens te scheppen, doch zo dat die mens kan vallen en besluit tevens de val toe te laten. 3. Uit die aldus in ellende liggende mensheid besluit God te verkiezen en te verwerpen...

De supralapsarische voorstelling is:1. Het eindelijke doel van Gods werken is de verheerlijking van Zijn Naam en Zijn deugden in de openbaring van Zijn barmhartigheid en gerechtigheid. 2. Die barmhartigheid en gerechtigheid openbaart Hij in het eeuwig heil of verderf, waartoe Hij verkiest of verwerpt. 3. Opdat dit doel kan bereikt worden besluit God de mens te scheppen, de val toe te laten...

In onze belijdenisgeschriften vinden we de infralapsarische voorstelling, hoewel men de andere niet veroordeelt. Mannen als Trigland en Voetius hebben geprobeerd de beide voorstellingen met elkaar te verzoenen.

Ik heb hierover nogal wat uitgewijd om het volgende goed te begrijpen. Want over een boekje van Zanchius is er op het ogenblik een en ander aan de hand. Zijn theologische werken zijn in het Latijn geschreven en verzameld in Opera Theologica.

Geknoei met een boekje van Hieronymus Zanchius

Ds. K. Exalto, die predikant te Benthuizen is, heeft in „De Waarheidsvriend" een boekje opengedaan over een boekje dat onder de naam van Hieronymus Zanchius is verschenen:

„Onlangs verscheen een boekje getiteld „De absolute predestinatie". Het zou volgens de 'vertaler', een zekere meneer van Dijk uit Veenendaal, een werkje van Zanchius zijn. Zanchius was een der hervormers uit de 16e eeuw. Vooral in „De Wachter Sions", het weekblad der Gereformeerde

Gemeenten in Nederland (hoofdredacteur ds. F. Mallan), wordt dit boekje hogelijk geprezen. En dat niet alleen; het wordt ook gebruikt als een 'bewijs' dat de leer van dr. Steenblok en zijn volgelingen toch wel echt reformatorisch is.

Het boekje is een vertaling uit het Engels. Eind 18e eeuw 'vertaalde' een zekere predikant, Toplady geheten, naar hij voorgaf een boekje van Zanchius in het Engels; te weten vanuit het Latijn, want Zanchius schreef Latijn.

En nu heeft dus de heer Van Dijk, lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, dit boekje overgezet in het Nederlands. De heer Van Dijk beweert dat hij de originele Latijnse tekst heeft nagezien p n zijn vertaling vanuit deze oorspronkelijke tekst heeft bijgeschaafd.

Ds. A. Wink, een der predikanten van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (terwille van de duidelijkheid: gemeenten van dr. Steenblok), schrijft in een woord vooraf dat hier nu de echte zuivere leer der Reformatie is te vinden. Geen aanbod van genade, enz. Ds. Wink neemt tevens de gelegenheid te baat, om, zoals in zijn kring te doen gebruikelijk is, de Gereformeerde Bonders uit te schelden voor Remonstranten. Onze eindredacteur, ir. Van der Graaf, geniet de eer hier in dit woord vooraf, als zodanig vermeld te worden, terwijl lateiin De Wachter Sions daar nog de namen van prof. Graafland en die van mij aan toegevoegd zijn. Nu overkomt ons daarin niets vreemds, het is oude koek, wij wisten het al. Het zij tot daar aan toe.

Evenwel, Wink maakt hetzelfde verwijt ook ten aanzien van een aantal mensen uit de (gewone) Gereformeerde Gemeenten, een predikant en een paar gemeenteleden uit die kerk, ook allemaal Remonstranten! De namen die hij noemt zijn de Gereformeerde Gemeenten-dominee C. Harinck van Dordrecht (en deze ene staat dan natuurlijk voor

alle Gereformeerde Gemeenten-dominees) heren J. Vreugdenhil en C. Bregman. en de

Al deze Gereformeerde Gemeente-leden spreken, aldus Wink, de 'zoetemelk-taal van deze tijd', verduisteren het goud der waarheid, verkopen halve waarheden, enz. Kortom, zij zijn Remonstranten, zo al niet erger. Nu gaan Mallan en de zijnen al lang om met het gebruik van dit soort scheldwoorden. Je kunt geen Wachter Sions opslaan of er worden vijanden gesignaleerd en onder schot genomen. Vanuit de veilige bunker van een eigen zelfverzekerde godsdienst wordt ieder buitenstaander als 'vijand' gezien.

De echte waarheid, zo denken en zeggen zij, is alleen bij óns. Neen, dus ook niet in de Gereformeerde Gemeenten, een Harinck, De Gier, Moerkerken en Vergunst ten spijt. Ook allemaal Remonstranten. Samen met de Bonders in één hoek!

Hoe lieftallig de predikanten de Gier en Moerkerken zich ook tegenover Steenblok opstellen, de liefde komt van één kant. Er kan bij Mallan zelfs geen vriendelijk knikje voor hen af. En al zegt ds. Vergunst honderden keren: Er is écht geen leerverschil, Mallan en zijn consorten houden vol: Er is wel dégelijk een leerverschil. Wink herhaalt het nog eens in zijn woord vooraf. Mijn reactie is: Zij moeten het zelf maar uitvechten; ik heb er zo mijn eigen gedachten over.

De zaak waarom wij schrijven heeft een andere reden. Dat boekje, dat, naar het heet, van de hervormer Zanchius is." —

Het gaat dus niet zozeer om het voorwoord en zijn inhoud, maar het gaat om iets anders, want het bovengenoemde boekje is niet van Zanchius, er is mee geknoeid.

De echte Zanchius

Het moet voor de bovengenoemde personen geen prettige gedachte zijn dat ze te lichtvaardig hebben aangenomen dat men bij „De absolute predestinatie" te maken had met een echte Zanchius. Ds. Exalto vervolgt:

„Voorop zij gesteld: Zanchius hebben wij hoog staan. En daarom, wij hebben toen wij dit boekje in handen kregen Zanchius zélf eens opgeslagen, wèl te verstaan: de oorspronkelijke Latijnse tekst. In deel VII van zijn „Opera Omnia". En wij maar zoeken. Waar zit toch dat boekje dat door Wink zo hoog geprezen wordt en dat pas het échte gereformeerde zou zijn? Heus, wij konden het niet vinden. Ik heb er een collega bijgehaald, die ook wat Latijn geleerd heeft. En wij maar zoeken, hoe zit dat toch? Toen nog eens gekeken of de heer Van Dijk, de 'vertaler', zich soms vergist heeft in het noemen van het deel, dus of het wel werkelijk in deel VII te vinden moest zijn. En inderdaad, het was zo. Immers, de heer Van Dijk schrijft dat hetgeen hij hier in vertaling aanbiedt staat in het Zevende Deel, en hij voegt er heel geleerd aan toe: Tomus Septimus. U begrijpt, wij stonden voor een raadsel.

Of Zanchius dan nooit over de Predestinatie geschreven heeft? Ja, zeker wel. In het bewuste deel VII komt een boek voor dat ettelijke malen dikker is dan het boekje dat Van Dijk heeft uitgegeven en waarboven staat: De praedestinatione sanctorum (Over de voorbestemming der heiligen). U bemerkt dat is een andere titel dan De absolute predestinatie (de titel van Van Dijk en Winks boekje). Het klinkt in ieder geval niet zo absoluut en het gaat over de heiligen.

En wat bleek nu? Het boekje van Wink (zo zal ik het voortaan noemen) is niet anders dan een hap en een snap uit het boek van Zanchius. Hele lappen zijn weggelaten, en er zijn eigen stukken aan toegevoegd (die dus niet van Zanchius zijn). Bepaalde uitspraken zijn verdraaid. Kortom, de hele

tekst is verknoeid en bedorven. In het boekje van Wink is de oorspronkelijke tekst van het boek Zanchius niet meer terug te vinden, zij is vervalst. Dit is Zanchius niet. Dit is een vorm van geestelijke fraude.

Bij wie ligt de schuld? In de eerste plaats bij de al genoemde Toplady. Die heeft te hooi en te gras wat uit Zanchius bijeen geharkt, nl. wat in zijn kraam te pas kwam en er zelf het een en ander tussengevoegd en de tekst hier en daar naar eigen believen veranderd en het toen uitgegeven op de naam van Zanchius.

Wie was Toplady? Een 'wat dubieuze figuur' uit de 18e eeuw. Wat hij gepresteerd heeft is louter bedrog. Toplady is de hoofdschuldige. Maar hij is niet de enige schuldige. De tweede is de heer Van Dijk, de man die dit boekje 'vertaalde'. Hij beweert in zijn voorwoord dat hij het Latijns origineel bestudeerd heeft en dat hij de eindvertaling dichter bij de grondtekst heeft gebracht. Dat is een publieke leugen. Hij heeft zelfs de vertaling van Toplady verdraaid, ze Steenblokkiaans gemaakt. Meer wil ik er niet van zeggen.

En Wink? Die arme Wink. Hij is er 'ingelopen'. Hij heeft Van Dijk vertrouwd. Hij heeft vlees tot zijn arm gesteld. Hij zal het Latijn niet gezien hebben, en ik vermoed dat hij het ook niet kan lezen, en toen is hij maar gaan schelden, menende dat hij goede grond onder zijn voeten had. Misschien was dit boekje een kolfje naar zijn hand, nu kon hij nog eens goed al die Bonders en al die Gereformeerde Gemeenten-dominees, die lichtvinken, de jas uitvegen. Hij had een wapen in de hand, een échte Zanchius, uit de 16e eeuw, getrouw vertaald, wat wou je nog meer? Ach, hij wist niet dat hem door de heer Van Dijk een vals stuk in handen was gespeeld. Hij dacht dat hij Steenblok met Zanchius kon verdedigen, en nog wel met een échte Zanchius, een der beste hervormers, stukken beter nog dan Calvijn, niet vermoedend dat hij Steenblok met Steenblok verdedigde. Het zij hem bij dezen meegedeeld.

Ik heb een voorsteld. Weet u waarom? Ik heb reden te veronderstellen dat Mallan mij niet vertrouwt. Vanwege dat boekje over , De Roeping' en zo. Bovendien, Mallan maakt niet de indruk dat hij de Gereformeerde Bonders vertrouwt. Vandaar mijn voorstel. Het luidt als volgt:

Bij dezen nodig ik uit ds. Wink, ds. Mallan en alle dominees van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, zo veel (weinig) zij er hebben, benevens de heer L. M. P. Scholten, van wie ik vertrouw dat hij tenminste Latijn kan lezen, om mij met een bezoek te vereren (tegen Benthuizen, de plaats van Ledeboer, kunnen zij toch geen bezwaar hebben) en dan zullen wij samen, zonder haat of nijd, Zanchius gaan lezen, in het Latijn.

En als dan blijkt dat ik in hetgeen ik zojuist geschreven heb mis ben, dan zal ik in 'De Wachter Sions schuld belijden en herroepen wat ik geschreven heb. Maar omgekeerd, als na onderzoek blijkt dat ik de waarheid heb geschreven, dan moeten Mallan en Wink in 'De Waarheidsvriend' schuld belijden en ook terugnemen alle valse beschuldigingen die zij tegen Van der Graaf en Graafland op grond van dit boekje geschreven hebben. Ik wacht met spanning af." —

Nu, ik kan me indenken dat het een goede samenkomst zal worden in de pastorie van Benthuizen, wanneer men daar over het oorspronkelijke werk van Zanchius zich buigt. Dan vergeet men het strijdgewoel van onze dagen en dan luistert men samen naar de bekende theoloog uit de eerste eeuw van de reformatie Hieronymus Zanchius.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's