Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het merk en veldteken van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het merk en veldteken van Christus

11 minuten leestijd

(VIII)

„Wat troost u derhalve de heilige Doop? Dat ik in dezelve op Cods koninklijke, Vaderlijke en zaligmakende Naam, ook in Zijn Boek des levens ben opgetekend met al mijn schulden, zonden en noden; en dat ik dus een rijke God en genadige Vader in de hemel heb".

We vragen naar de troost, die ons in onze doop is gegeven. Welke troost ligt er in het geheim, dat wij gedoopt zijn in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes? In de doop ben ik op Naam van God geschreven. Als gedoopt mensenkind sta ik op Naam van de levende God. Daarom mogen we na de bediening van de doop ook in ons dankgebed spreken: „...en alzo tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met de heilige Doop verzegelt en bekrachtigt".

Wanneer we op Naam van God geschreven zijn, kunnen we daarbij denken aan een boek, waarin de namen geschreven worden. Ook in het Boek des levens ben ik opgetekend, zegt Kohlbrugge, met al mijn schulden, zonden en noden. Als kind van God ingeschreven in het Boek des levens,

en zo heb ik een rijke God en genadige Vader in de hemel. Déze troost mag ik hebben uit mijn doop. Uit deze verbinding van doop en Boek des levens volgt dat ik in mijn doop de verkiezende liefde van God mag lezen. Immers, wanneer wij spreken over het Boek des levens, dan denken wij aan de verkiezende liefde Gods.

Welk verband bestaat er nu tussen mijn doop en het ingeschreven zijn in het Boek des levens, zó dat ik daaruit troost ondervind?

In de Schrift wordt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament gesproken over een boek, waarin God de namen van de zijnen heeft geschreven. Met name in het Nieuwe Testament is dit Boek des levens de uitdrukking voor de zekerheid van de zaligheid in Christus, de zekerheid van de verkiezing ten eeuwigen leven in Christus, verankerd in de raad Gods. Ingeschreven staan in het Boek des levens betekent: ermeld te staan op de lijst van inwoners van het nieuwe Jeruzalem. Doorstrepen van de naam zou betekenen: itsluiting buiten het volk van God. Het is dus duidelijk, dat het Boek des levens de uitdrukking is voor de verkiezing van God. Maar de verkiezing, verstaan als het hart in een lichaam. En een hart zullen we niet uit het lichaam lossnijden. En het hart klopt in het lichaam op deze wijze: et Boek des levens, daarover mag de Zoon van God beschikken (Openb. 3 : 5), en het is bij de wederkomst van Christus, dat het Boek des levens wordt geopend (Openb. 20 : 12). Duidelijk en eenvoudig wil dit zeggen: uiten Christus om zullen wij zeker niet te weten komen of onze namen geschreven staan in het Boek des levens. Niet buiten Christus om kunnen we in de verkiezende liefde van de Vader inblikken. En heel bijzonder wil dit zeggen: iet buiten de komende Christus om. Want opmerkelijk is, dat het Boek des levens vooral in verband wordt gebracht met de wederkomst van Christus. In het laatste bijbelboek horen we verschillende keren het Boek des levens noemen. De opening van het Boek des levens staat in het meest nauwe verband met de wederkomst van Christus. Daarmee staat de zekerheid van onze verkiezing ten volle in het teken van de komende Christus, Die komt als Rechter. Daardoor kan deze zekerheid nooit de vorm van zelfverzekerdheid aannemen, maar worden we met het oog op de komende Rechter opgeroepen niet hooggevoelen de te zijn, maar te vrezen (Rom. 11 : 20).

Het is in de vreze Gods, dat wij Christus verwachten en dat wij ons geschreven zijn in het Boek des levens ervaren in onlosmakelijk verband met het eindgericht. En zó gaat de troost voor ons open. De troost namelijk, die in druk ons wordt toegezegd. De druk van het laatste der dagen, en daarin juist geschreven te staan op Naam van de drieenige God.

De troost uit onze doop kunnen we nu duidelijk maken bijvoorbeeld uit Openbaring 12 en 13. Johannes ziet daar de openbaring van de „duivelse drieëenheid", de draak, de anti-christ en de leugengeest. Van de wereld wordt het teken van het beest, het teken van de anti-christ geëist. Een ieder moet het merkteken van de anti-christ dragen aan de rechterhand of aan het voorhoofd. Daarmee valt de absolute scheiding. Wie aan het voorhoofd het teken van de levende God draagt, het teken van de doop in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, kan niet anders dan het teken van het beest weigeren. Wanneer dan de aarde bezet wordt door de leugengeest van het beest, en allen, die op de aarde wonen, het beest moeten aanbidden, dan — wanneer voor de gemeente van Christus de nood het allerhoogst is — wordt de troost van het teken van Christus, het teken van de doop levend: ij alleen aanbidden het beest, wier namen niet zijn geschreven in het boek des levens (Openb. 13 : 8). In deze druk wordt de troost toegezegd van het Boek des levens. De troost van de verkiezende liefde van God in Christus. Het is het Boek van het Lam namelijk. En dit Lam is geslacht, van de grondlegging der wereld. Wanneer de nood het hoogst is, wanneer de gehele wereld buiten Christus gebogen ligt voor de anti-christ, dan moet de troost voor de Kerk het diepst verankerd worden. Zó diep, dat geen greep van het beest er vat op kan hebben, namelijk: an de grondlegging der wereld. En hoe zullen we onder het woeden van het beest weten of onze namen geschreven zijn in dit Boek des levens?

Ingeschreven met onuitwisbare inkt — die troost! De zekerheid ligt hierin, dat de namen zijn ingeschreven met bloed. Want dit Boek is het boek van het Lam, Dat geslacht is. Wie weten wil, of hij ingeschreven staat in het Boek des levens, die trachte niet een mensenleven lang tot Gods verborgen raad door te dringen, maar die zie op het Lam van God, het Lam, Dat geslacht is, en die ligge als een dode aan Zijn voeten, en late zich niet wegslaan van die plaats, al zou iedereen zeggen, dat dit toch geen zin heeft als men niet uitverkoren is. Die ligge neer als een dode aan Christus' voeten, aan de voeten van het Lam, Dat staat als geslacht, en die zal het vernemen uit Zijn mond: Vrees niet! Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven. En dat is het hart van de belijdenis van de verkiezende liefde Gods. Maar een hart, dat zullen we niet wegnemen uit het lichaam, de verkiezing zullen we niet losrukken uit de gegeven goddelijke verbanden. Het hart van de verkiezing klopt in het lichaam, in het lichaam van het Lam. Daar is de hartslag te horen: Gekeerd naar de Vader, is het: Zie, Ik kom! En gekeerd naar de zondaar, is het: Ik voor u! Tegenover het beest helpt geen dorre redenering. Een redenering — zonder bloed! Zonder hèt bloed! Het beest wordt alleen overwonnen door het bloed van het Lam. En dit bloed is de inkt, waarmee de namen worden ingeschreven in het Boek des levens. En zo wordt er een diep, innerlijk verband gelegd in het laatste der dagen tussen onze doop en het Boek des Lams. Tegenover het merkteken van het beest. Wie gedoopt is, moet dit teken weigeren, kan het beest niet aanbidden, en valt daarin op de bodem van de verkiezende liefde van de Vader in de Zoon. Door de Heilige Geest. En dat is een enige troost, die opengaat in het teken van onze doop.

De troost uit onze doop is ook gegeven aan ouders, wanneer hun gedoopte kinderen vroeg sterven. Ook hier is sprake van troost, die in druk wordt toegezegd. Uit kracht van het genadeverbond zijn de kinderen van de gelovigen heilig en daarom mogen godvrezende ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen, wanneer God deze in hun jeugd uit het leven mocht wegnemen. (Dordtse Leerregels I, 17). De kinderen staan op Naam van de hemelse Vader. In de doop stonden de ouders hun kinderen af, en ontvingen ze als uit de dood terug, en daarin mogen zij hun kinderen zo geborgen zien in handen van de Drieënige God, dat de oudertroost deze is: hun kinderen ten laatsten dage voor de rechterstoel van Christus zonder verschrikken zien verschijnen. Door Hem, onze Heere Jezus Christus, de komende Rechter. Een troost dus ook hier slechts levend in de vreze Gods. Maar dan ook tenvolle! Voor ouders, die met hun kinderen in zonde ontvangen en geboren zijn.

De troost uit onze doop is dus ten diepste, dat we hiermee onze verkiezing mogen vastmaken. In dit teken van het genadeverbond. Op deze wijze hebben onze vaderen ook gesproken. Zoals Bavinck het heeft uitgedrukt, dat het genadeverbond de bedding is, waarin de stroom van de verkiezing zich voortbeweegt naar de eeuwigheid heen. In de vorige eeuw heeft W 7 ormser in zijn bekende boek over de Kinderdoop over deze troost gesproken onder het opschrift: „Door genadeverbond en doop tot zekerheid van persoonlijke verkiezing". Hij schrijft letterlijk: „Het genadeverbond is de enige voor ons mensen geschikte vorm, in welke de predestinatie-leer tot ons komt, en door welke wij van onze persoonlijke verkiezing ter zaligheid kennis ontvangen". Vanuit de tijd en de ruimte, die ons gesteld zijn, kunnen wij mensen van de aarde niet opklimmen tot in de eeuwigheid en tot het inblikken in het Boek des levens. De majesteit Gods verwijst ons terug, op onze plaats, in het stof, om daar in het gegeven teken door het geloof het Lam van God te vinden. Van de Vader daar gegeven. Door ae Heilige Geest daar aan het hart gelegd. In de vreze des Heeren! In het laatste der dagen, onder het woeden van het beest, zal de Kerk haar verkiezing vastmaken, maar ook en juist dan op de wijze, zoals Wormser het onder woorden heeft gebracht: „De leer der predestinatie is ons uitdrukkelijk in Gods Woord geopenbaard. Maar God plaatst ons niet tegenover een abstracte predestinatie-leer, om ons, kinderen des stofs en des tijds, nutteloos te vermoeien door pogingen om op te klimmen in Gods eeuwigheid en daar te gaan vernemen of wij persoonlijk al dan niet ter zaligheid gepredestineerd zijn. Integendeel: God heeft Zijn eeuwige predestinatie, die tot Zijn majesteitsrecht behoort, en een uitvloeisel is van Zijn eeuwige souvereiniteit, opdat wij aan haar op een voor ons geschikte wijze vat zouden hebben, doen intreden in de tijd en in Zijn huishouding op deze wereld, door ons Zijn genadeverbond te schenken, opdat wij ons daaraan zouden

vasthouden en alzo tot onze persoonlijke predestinatie zouden opklimmen."

De troost uit onze doop is dus, dat we hiermee gedragen zijn op een schip, waarvan de ankers gehecht zijn in de bodem van de eeuwig verkiezende liefde Gods. Door de doop heen blikken wc in onze verkiezing, omdat we door de wonden van het Lam Gods heen mogen blikken in het Vaderhart van God. Zo past de Heilige Geest, de Trooster, deze troost toe. Daarom, wat wij zijn, zijn wij alleen door het Woord, door de belofte, en door het teken en zegel. „Het Woord evenwel eerst", zegt Kohlbrugge, „en dan de gevolgen van het Woord: — daarom de doop eerst, en daarna de gevolgen van de doop. God de Heere echter schrijft brieven van een eeuwig erfdeel, eer wij nog geboren zijn, hecht ze aan de wand van ons hart bij onze geboorte, en bezegelt ze bij onze doop. Zullen wij nu, omdat deze brieven eerst dan leesbaar voor ons worden, wanneer wij in lichaams-en zielenood, in aanvechting, kruis cn tegenspoed komen, het beter willen weten dan God, en beweren, dat Hij dezelve eerst dan had moeten schrijven, als wij in de nood geraakten? Is het dan voor ons, als wij in zondenood komen, niet een verrassende vondst, om te lezen: „Ik heb u gekend van moederslijf aan; van eeuwigheid heb Ik u liefgehad; dit heb Ik aan uw lichaam alreeds verzegeld in de Doop, waarmee gij naar Mijn bevel gedoopt zijt"? ".

Dit nu is de troost uit onze doop! *

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1978

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's

Het merk en veldteken van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1978

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's